Skip to content

Brand in Loet Barnstijn’s filmstudio

12 december 20143 minute read

Wassenaar – Op 3 december 1947 brak er brand uit in Loet Barnstijn’s filmstudio, in Wassenaar, op de grens met Den Haag. Hoewel de meeste gebouwen in het complex van de voormalige filmstad verlaten waren werd er nog in een van de gebouwen gewerkt. Er werden daar films samengesteld voor distributie naar bioscopen in Nederland. Vier mensen waren bezig films te verknippen en te plakken op coupeertafels. Daar ging het fout.

Men had tafels waarin gleuven waren gemaakt met eronder laden om overtollige stukjes film in te laten vallen. een handig systeem, ware het niet dat in diezelfde tafels in de laden onder glasplaatjes kleine lampjes waren gemonteerd om het knippen en plakken te vergemakkelijken. Veel kleine stukjes zeer brandbare film vormden een hoeveelheid die in aanraking kwam met een van de lampjes. Ooggetuigen zagen “dat er plotseling een vuurtong uit de ladespleet kwam en de zich op het ontwikkeltoestel bevindende film in brand stak. Het was een kwestie van seconden en de hele afdeling, waarin zich verscheidene rollen film bevonden, was een vuurzee”. De Haagse brandweer, die was uitgerukt omdat het complex dichter bij was voor de Haagse dan voor de Wassenaarse brandweer, kon weinig uitrichten.

Dit staat beschreven in het decembernummer van 1947 van De Brandweer, Maandblad van de Nederlandse Vereniging van Brandweercommandanten.

Het was het droeve einde van wat eens voor de 2e Wereldoorlog, een indrukwekkend complex was. Loet Barnstijn was bioscoopexploitant in Den Haag, maar legde zich al vroeg toe op het maken van films. Nadat hij een tijdlang geld verdiende met de rechten van films van United Artists (onder meer die van Charlie Chaplin) en met tekenfilms van Walt Disney, ging hij zelf geluidsfilms maken. Hij bedacht de “Loetafoon” een mechanische koppeling tussen de filmprojector en platenspeler waardoor synchronisatie tussen beeld en geluid mogelijk werd. De Loetafoon werd gemaakt in samenwerking met Philips. De première van de Loetafoon was op 31 januari 1929 in Utrecht. Amper een jaar later waren reeds 250 bioscopen in Nederland voorzien van de Loetafoon. Barnstijn produceert onder meer in 1934 “De Jantjes”. In 1935 koopt hij Landgoed Oosterbeek in Wassenaar en bouwt daar zijn “Filmstad” Daar wordt in 1936 “Merijntje Gijzen’s jeugd” opgenomen.

In de oorlog wordt het complex door de bezetter gevorderd en worden de studio’s gebruikt voor het maken van propagandafilms. Omdat op het landgoed ook lanceerplaatsen voor de V1 en de V2 kwamen bombardeerden de geallieerden het complex in 1944.

Barnstijn (van Joodse afkomst) was in 1939 in de Verenigde Staten en bleef daar tot na de oorlog. Dan komt hij terug en vertrekt in 1950 weer naar de VS. Hij zal waarschijnlijk de brand op 3 december 1947 hebben meegemaakt.

Column Brandweermuseum Wassenaar

Ook in een klein museum als het Brandweermuseum Wassenaar gebeurt van alles dat voor de meeste mensen verborgen blijft. Niet omdat het geheim is, maar omdat er meestal geen gelegenheid is om er over te berichten. Met deze wekelijkse column willen we dat veranderen. De ene week kan het gaan over een schenking, dan weer over een bijzondere ontmoeting, over een probleem met de vaste collectie, over de dringende behoefte aan hulp of over iets waarop we trots zijn. brandweermuseum@wassenaar.nl, www.brandweermuseumwassenaar.nl ook op twitter en facebook.

Tags

BrandweermuseumWassenaar
Gerelateerde artikelen
Back To Top