Wassenaar – “De Wassenaarse Reddingsbrigade en de KNRM zijn na drie jaar verkering met elkaar getrouwd”, zo verwoordde voorzitter André Marsé de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst. In 2010 zocht de reddingsbrigade het contact met de KNRM voor vernieuwing en continuïteit van de strandbewaking aan de Wassenaarse Slag.
Na drie jaar aftasten is een samenwerkingsvorm gekozen, die de sterke kanten van beide organisaties bij elkaar brengt. De Wassenaarse Reddingsbrigade is een lokale vereniging, de KNRM een landelijke stichting, die beiden voorzien in reddingwerk. Bij beiden voeren vrijwilligers het reddingwerk uit.
De Wassenaarse Reddingsbrigade blijft als lokale vereniging bestaan en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de strandbewaking. De WRB gebruikt daarbij de werkwijze van de KNRM en de reddingmiddelen die de KNRM levert en krijgt ondersteuning van de technische en operationele dienst van de Redding Maatschappij.
De samenwerkingsovereenkomst verplicht de WRB dagelijks toezicht te houden op het strand, in de met de gemeente afgesproken periode. De WRB ontvangt hiervoor van de gemeente een subsidie, die gebruikt wordt om een deel van de kosten te dekken. De KNRM ondersteunt de WRB ook met opleidingsmiddelen, aanschaf en onderhoud van materieel.
De WRB heeft 60 vrijwilligers die inzetbaar zijn voor de dagelijkse strandbewakingstaak. Mocht de vereniging aanvulling van lifeguards nodig hebben om aan de minimale bezetting te voldoen, dan kan zij bij de KNRM aankloppen. De WRB heeft echter nog steeds voldoende aanwas van jonge leden om de strandpost te bemensen.
De Wassenaarse Reddingsbrigade blijft onder haar eigen naam actief en kan daar het beeldmerk van de KNRM bij gebruiken, zo lang de kwaliteit van de strandbewaking op professioneel niveau gehandhaafd blijft. De KNRM zal daarop toezien en ondersteuning bieden om aan de kwaliteitsstandaard te blijven voldoen.
Het is voor het eerst dat de KNRM deze samenwerkingsvorm gebruikt, die tevens onderdeel is van de toekomstplannen om KNRM en reddingsbrigades meer te laten samenwerken met behoud van eigen identiteit. Daarmee wordt efficiënt gebruik gemaakt van wederzijdse vrijwilligers, materieel en organisatiekracht.