Wassenaar – Op 9 oktober opent in Galerie LUMC de tentoonstelling Sometimes you see it, Sometimes you don’t, een solotentoonstelling met recente tekeningen, foto’s en beelden van Antoinette Nausikaä. Het is voor het eerst sinds haar residency aan de Rijksakademie dat zij uiteenlopende disciplines in een tentoonstelling samenbrengt in Galerie LUMC. In de 21 meter hoge beeldentuin installeerde Nausikaä zes levensgrote ‘gaasfiguren’ die vrij in de ruimte zweven. Deze hangende installatie is onderdeel van de beeldentuinproducties van het LUMC en zal gedurende twee jaar te zien zijn. Auteur en filosofe Joke J. Hermsen opent de tentoonstelling op donderdag 9 oktober om 16.30 uur.
Sometimes you see it, Sometimes you don’t. Deze woorden vormen de leidraad van Antoinette Nausikaä. Zij heeft talent voor het ontwaren van bijzondere, stille momenten en situaties, het onverwachte dat ontroert door eenvoud of schoonheid. Dergelijke momenten werkt ze uit in haar tekeningen, foto’s en beelden. Haar werk vormt een beeldend verslag van haar zoektocht naar verbinding met het alledaagse bestaan, met mensen, gebeurtenissen en voorwerpen die haar omringen. “Voor mij is dat alledaagse niets anders dan Het Leven zelf. Ik probeer te stimuleren opnieuw te kijken naar onze wereld, naar wat ogenschijnlijk zo banaal is”, aldus Nausikaä. In Galerie LUMC toont zij foto’s, tekeningen en beelden naar aanleiding van reizen die ze onlangs maakte naar drie heilige bergen: de Japanse Fuji, de Griekse Olympus en de Ararat op de grens van Turkije, Armenië en Iran. Tijdens die reizen deed Nausikaä onderzoek naar de tijdloosheid en aantrekkingskracht van heilige bergen.
Tijd nemen om te kunnen zien en ervaren is onderdeel van haar werkproces. Afgelopen zomer werkte zij twee maanden onafgebroken aan het creëren van een ruimtelijke installatie voor de beeldentuin van het LUMC. Nausikaä ontwierp zes levensgrote gaasfiguren geïnspireerd door een afbeelding van de Jakobsladder waarop aartsvader Jakob in zijn droom engelen uit de hemel zag afdalen en weer opgaan. De gaasfiguren – maar ook de tekeningen op de muur of de kleifiguurtjes – zijn steeds terugkerende elementen. Ze zijn haar vocabulaire, haar ‘beeldtaal’. Zij beschouwt ze als bezielde wezens die de immense ruimte een contemplatieve dimensie geven.