Wassenaar – Ruim 19.000 kinderen en jongeren lopen jaarlijks hersenletsel op, bijvoorbeeld door een (verkeers)ongeval, hersentumor of geweld. Niet-aangeboren hersenletsel (NAH) is de belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen en jongeren en leidt vaak tot levenslange gevolgen. Op 6 november promoveert Arend de Kloet, psycholoog bij Sophia Revalidatie in Den Haag op zijn onderzoek naar NAH bij kinderen en jongeren aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
De wereldgezondheidsorganisatie heeft NAH als een urgent en groeiend maatschappelijk probleem gemarkeerd. “Vooral de vaak minder zichtbare gevolgen hiervan in leren en gedrag kunnen ernstig zijn, maar deze worden lang niet altijd onderkend,” zegt Arend de Kloet. “Met name participatieproblemen thuis, op school, werk en in de samenleving op langere termijn zijn tot dusver onderbelicht gebleven.”
Verstoring ontwikkelingsproces
Arend de Kloet becijferde dat dagelijks ruim 50 Nederlandse kinderen en jongeren hersenletsel oplopen. “Het brein ontwikkelt zich ongeveer tot en met het 24ste levensjaar. We dachten lange tijd dat jonge hersenen flexibel zijn en hersenletsel in de jeugd dus minder ernstige gevolgen zou hebben. Het omgekeerde is echter vaak waar: hersenschade op jonge leeftijd kan het ontwikkelingsproces verstoren,” aldus de Kloet, die naast zijn werkzaamheden bij Sophia Revalidatie ook lector revalidatie is bij De Haagse Hogeschool, het enige lectoraat in Nederland dat zich begeeft op het terrein van NAH.
Openbaring problematiek
De gevolgen van hersenletsel op jonge leeftijd blijken soms pas jaren later, vaak op transitiemomenten in het leven. “Wanneer een kind naar de middelbare school gaat of op zichzelf gaat wonen, wordt er opeens een veel groter beroep gedaan op vaardigheden als organiseren en plannen. Onverwacht openbaren zich soms dan pas duidelijke problemen. De relatie met het letsel, dat soms jaren daarvoor heeft plaatsgevonden, wordt dan niet altijd gelegd. Soms wordt het kind laksheid verweten of worden ouders hierop aangekeken.”
Registratie- en volgsysteem
De Kloet pleit ervoor om kinderen met niet-aangeboren hersenletsel beter te volgen. Hij vertaalde en corrigeerde vragenlijsten waarmee het risico op langdurige gevolgen van hersenletsel gemeten kan worden. “Door deze regelmatig af te nemen kunnen we de ontwikkeling en participatie van kinderen volgen en tijdig hulp bieden en niet pas nadat het in het gezin, met vrienden of op school is vastgelopen.” Samen met het Erasmuc MC (prof. dr. Gerard Ribbers) en het LUMC (prof. dr. Wilco Peul) zet de Kloet zich in om hiertoe een registratie- en volgsysteem voor kinderen en jongeren met NAH te implementeren, ook om kosteneffectiviteit van zorg te kunnen toetsen. Daarnaast wordt met ziekenhuizen en revalidatiecentra in de regio een grootschalig gezamenlijk onderzoek naar participatie van kinderen met hersenletsel opgezet.
Serious gaming
De promovendus keek ook naar de effecten van ‘serious gaming’ bij jongeren met hersenletsel. Zowel de lichamelijke activiteit als verschillende cognitieve functies bleken na 12 weken gericht oefenen met de Nintendo Wii meetbaar verbeterd te zijn. “Gamen lijkt een veelbelovende en aantrekkelijke aanvulling te zijn op de revalidatiebehandeling. Nader onderzoek moet aantonen hoe gamen het verbeteren van activiteiten en participatie daadwerkelijk kan ondersteunen.”
Arend de Kloet (1955) promoveert op 6 november op zijn proefschrift Participation of children and youth with Acquired Brain Injury bij prof. dr. Thea Vliet Vlieland en prof. dr. Rob Nelissen van het LUMC.