Wassenaar – Op basis van informatie verkregen uit twee verzoeken Wet Openbaar Bestuur, het Kadaster, de website van de gemeente en de “wandelgangen” is de navolgende reconstructie gemaakt van de met vele geheimen omgeven grondruil bij Den Deijl. Doelstelling is na te gaan of uw belastinggeld wel of niet goed wordt besteed. Trekt u zelf uw conclusie op basis van onderstaande informatie : In 2007 koopt de firma Klema (eigendom van ondernemer dhr. Mens) Rijksstraatweg 390 (huize Den Deijl) voor € 1,35 miljoen. In 2008 wordt Lange Kerkdam 117 (huisje HèHè) voor € 350.000 aangekocht. Er worden grootse plannen gemaakt die echter wreed worden verstoord als de beide panden de status van monument krijgen. Dan zijn de (ver)bouw- en sloopmogelijkheden namelijk zeer beperkt.
Schriftelijk laat Klema op 25 juni 2010 aan VVD wethouder de Greef weten dat er door toekennen van de monumentenstatus een schadepost is ontstaan. De waarde van beide panden zou volgens Klema gedaald zijn naar € 685.000. Gezien de aankoopprijs van € 1,7 miljoen en de kosten gemaakt voor de diverse plannen (€ 395.643 ) bedraagt de totale economische schade volgens Klema € 1.410.643.
Het is twijfelachtig of de claim terecht was. Als materiedeskundige had Klema kunnen weten dat er risico was dat de panden monumenten zouden worden. In die tijd liep immers al de discussie over het beschermd dorpsgezicht en circuleerde er een lijst met potentiele monumentenpanden, ook voor Den Deijl. Ondanks het verzet van particuliere partijen die opkomen voor het belang van monumenten en de steun van diverse fracties uit de gemeenteraad om de status te behouden krijgt wethouder de Greef het toch voor elkaar de monumentenstatus te laten vervallen “op economische gronden”. De claim van € 1,4 miljoen wordt verzwegen. Intussen was de voorgeschiedenis ter ore gekomen van Wat Wassenaar Wil. Deze partij wilde inzage in de claim van Klema en vroeg tevens in hoeverre Klema daarbij in zijn recht stond. Door wethouder de Greef werd echter ontkent dat er een claim zou zijn. Ook de latere VVD wethouder de Lange kwam, ondanks vragen van WWW, niet met de claim op tafel.
Blijkbaar kun je als VVD wethouder (onder dekking van je CDA en D66 coalitiegenoten) de gemeenteraad bewust foutief informeren of informatie achterhouden en verhinderen dat je handelen, zoals wettelijk is geregeld, daadwerkelijk wordt gecontroleerd. Dat tenminste 3 politieke partijen (VVD, CDA, D66) en een burgemeester dit toelaten zegt wel iets over de bestuurscultuur van dit dorp.
Een mogelijke uitweg voor zowel Klema als de gemeente was de bouw van een casino. Mooi voorgesteld door de wethouder en niet voor niets zwaar verdedigd door de VVD fractie. De toekomstige uitbater van het casino mocht zelfs een presentatie van zijn plannen geven in de gemeenteraad; een ongehoorde vertoning om de raadsleden zoveel mogelijk te beinvloeden. Toen door hevig verzet uit de buurt en tegen-stemmen van WWW en CDA ook het casino niet door ging, werd de claim van Klema weer actueel. Het is overigens vreemd dat de juridisch twijfelachtige claim nooit door de gemeente is bestreden.
Een grondruil was de de laatste optie voor de gemeente om zonder rechtszaak onder de claim uit te komen. Het € 1.5 miljoen waard zijnde braak liggend stuk grond naast de Shell benzinepomp werd € 800.000 te laag getaxeerd. De Klema panden werden juist te hoog getaxeerd. De compensatie van Klema moest tenslotte ergens vandaan komen. Klema betaalt de gemeente het verschil van ca. €150.000. De gemeenteraad kon dus “op papier” over een goede deal beslissen. Dat er ca. € 650.000 te weinig wordt betaald bleef onder het tapijt.
In de risico analyse die raadsleden kregen bij de besluitvorming over de grondruil stond de claim van € 1.4 mio overigens (weer) niet vermeld. De claim wordt voor een groot deel gecompenseerd met de waarde van de grond. Bovendien kan op die grond zonder “gedoe” gebouwd worden. Op 28 oktober 2014 liet Klema de gemeente weten de claim te laten vallen als de grondruil zou doorgaan. Aldus geschiede. Verantwoordelijk D66 wethouder Verschoor bestempelde de grondruil met een geschat verlies van € 650.000 als een goede deal voor de gemeente.
J.H. de Vries