Wassenaar – Je beklimt de Kilimanjaro. In de laatste 2 dagen klim je van 4000 naar bijna 6000 meter en vervolgens daal je af naar 1000 meter. Ruim 40 km klimmen en dalen. Je komt op zaterdag vermoeid beneden aan de voet van de hoogste berg van Afrika. De volgende dag vindt de grootste marathonevenement van Oost-Afrika plaats en die is op de Kilimanjaro. Je bent al 27 jaar hardloper (bij Run for Rio) en het gaat direct kriebelen. Leo Bellekom denkt kort na…..
Ik besluit om te voelen wat mijn lichaam zegt. Even een oefenrondje hardlopen door het dorp Moshi. Op mijn bergschoenen in mijn stinkende kleren (9 dagen nauwelijks water gezien) zoek ik mijn weg onder de brandende zon (ruim 40 graden). Alles voelt goed, nou ja, wel een beetje warm…. Ik heb nog 3 uur om me in te schrijven. Die douche kan nog wel even wachten.
Na het overwinnen van verschillende hindernissen (this is Africa) sta ik eindelijk met inschrijfformulier in een rij met de laatste 100 inschrijvers. Na 2 uur ben ik bijna aan de beurt, maar dan wordt er omgeroepen dat de startnummers voor de halve marathon op zijn. Dan maar een startnummer voor de hele marathon, besluit ik. Daar zijn er nog 6 van, ik krijg de laatste. Ik had net zo goed een nummer kunnen kopen van de 5 km. Iedereen loopt door elkaar blijkt de volgende dag. Er wordt heel veel opgeschreven, maar niets gecontroleerd (hakuna matata).
De volgende ochtend vertrek ik in alle vroegte naar de start, het is nog donker. Ik raak de weg kwijt in deze voor mij vreemde omgeving. Na veel vragen kom ik eindelijk in de buurt van de start. Ik heb nog 11 minuten om 1,5 km bergop te doen naar de start. Ik loop tussen vele Afrikanen. Opeens springen zij opzij. Ik ben te laat, ik word vol op het linkerbeen geraakt door een rolstoel. Het blijkt de koploper te zijn van de rolstoelrace die net is gestart. Hij vliegt de greppel in. We helpen hem er uit. Zetten hem in de rolstoel en hij vliegt verder de berg af. Ik heb een flink bloedend been, maar geen tijd meer voor EHBO, want het startschot klinkt al.
Met de top van de Kilimanjaro op de achtergrond loop ik 8 km bergopwaarts. Daar heb ik ruim een uur voor nodig. Het is de enige weg hier, die door iedereen wordt gebruikt. Het leven gaat gewoon door, dus kerkgangers, fietsers, waterdragers en auto’s gaan dwars door de menigte hardlopers heen. Dan gaan we de bossen in, over een pad vol stenen en kuilen. Op het meest steile stuk besluit ik mijn krachten te sparen en te wandelen. Iedereen wandelt hier en ik raak wat in gesprek met mijn medelopers. Dan volgt een enigszins verharde weg de berg af tot beneden aan een riviertje. 14 km zit er op, ik ga de benen voelen. Onder de brandende zon is het afzien. Voor mij gaat het licht langzaam uit. Alleen de eerste 2800 lopers krijgen een medaille en een t-shirt gaat door mijn hoofd. Nou, die gun ik iedereen die in deze zware halve marathon weet te finishen. Dan zie ik het bord van de laatste kilometer. De vermoeidheid maakt plaats voor euforie, de benen willen opeens weer. Als ik het stadion binnenloop zie ik Michelle en Lars, dan Tim en bij de finish staan Anita en Ingrid. Een medaille wordt om mijn nek gehangen; mijn tijd van 2,36 uur blijkt hier goed genoeg voor te zijn. Wauw, de top van de Kilimanjaro en de halve marathon achtereen gedaan; iets wat onmogelijk leek, heb ik mogelijk gemaakt!!