Skip to content

Betoverend recital in Kasteel Duivenvoorde door Valentina Toth

13 april 20165 minute read

Wassenaar – Zaterdag 9 april verliep het concert in Kasteel Duivenvoorde van Valentina Toth geheel naar verwachting. Het was er bomvol en er was prachtige muziek te horen. Subliem en een betoverende klank speelde Valentina Toth prachtige werken van Bach, Ravel, Liszt en na de pauze Debussy, Schumann en Kodaly. Het spel was intelligent gegroepeerd en waar mogelijk gestreefd naar volledigheid. Valentina Tóth was ook sprankelend en maakte de muzikale ideeën van de componisten toegankelijk. Ze kreeg bekendheid als de huispianiste van het programma ‘De Tiende van Tijl’ van Tijl Beckand, maar ze timmerde al van jongs af flink aan de weg als pianiste. Voor haar is klassieke muziek in elk geval meer dan nootjes spelen. Haar cd met werken van Bartok bewijst dat. Valentina heeft er een missie van gemaakt om klassieke muziek overal te laten horen.

De componist aller tijden is zonder enige twijfel Johann Sebastiaan Bach, reden temeer voor Valentina om met zijn werk te beginnen. De Franse suites zijn, zoals hun naam doet vermoeden, geïnspireerd op Franse muziek. Maar in feite zijn alle Bachs suitevormen opgebouwd uit verschillende dansjes die hun oorsprong vinden in oudere Franse barokmuziek. Aangezien er echter op deze klaviermuziek niet gedanst behoorde te worden, stond het Bach vrij te experimenteren met de vorm en het oorspronkelijke karakter dat deze dansen hadden. Opmerkelijk is de “Loure”, een dans die bij Bach nauwelijks voorkomt, maar in deze suite is het een van de mooiste delen, waar Bach bijvoorbeeld ook harmonisch gewaagde akkoorden gebruikt!

Maurice Ravel was een Frans componist van Zwitsers-Baskische afkomst. Hij geldt als een van de voornaamste componisten van de 20e eeuw en, met zijn oudere landgenoot Claude Debussy, als de belangrijkste. Miroirs is een vijfdelige suite voor solopiano. Elk deel van Miroirs is opgedragen aan een lid van de Frans – impressionistische kunstenaarsgroep “les Apaches”, de verschoppelingen. Ravel was een van de pioniers van het Franse neoclassicisme; hij was een groot bewonderaar van zijn voorgangers, en ook van de oude Franse barokmuziek, en zodoende zijn Ravels compositievormen vaak erg klassiek.

Ravel vond dat ‘Oiseaux tristes’ ‘verdwaalde vogels in de apathie van een somber woud tijdens de heetste uren van een zomerdag’ moest oproepen.
De “oiseaux tristes” zijn duidelijk hoorbaar geportretteerd in dit korte deel, waar Ravels vooruitstrevende gebruik van harmonie een prachtige melancholieke sfeer doet ontstaan.
Even beeldend is de muziek van “Une barque sur l’océan”: we horen de golven aan het zeeoppervlak, maar ook geregeld diepere, donkere stromingen.
Frans Liszt: Deze componist en pianist werd in 1811 geboren aan het hof van prins Nicolaas II in Hongarije en overleed op 31 juli 1886. Reeds op zesjarige leeftijd bleek hij een groot muzikaal talent en hij gaf zijn eerste concert op negenjarige leeftijd. La Leggierezza is één van Liszts zogenaamde Concert-Etudes. De naam Leggierezza heeft betrekking op het lichte, vluchtige, maar ook gevoelige karakter – en techniek – van het stuk. Ditmaal dus niet de bombastische Liszt die we allemaal kennen; maar een combinatie van vingervlugge virtuositeit en melancholische sensitiviteit.

Claude Achille Debussy was een Frans componist die vernieuwing bracht binnen de klassieke muziek. De 12 etudes van Debussy zijn een laat werk. Debussy’s stijl was aan het einde van zijn leven significant veranderd ten opzichte van de “impressionistische” sferen die we allemaal van hem kennen. Zijn muziek wordt abstracter, maar ook in veel opzichten helderder.
In deze etude horen we aan de oppervlakte misschien vrolijke, of klaterende loopjes, maar er is ook sprake van een mystieke, onheilspellende ondertoon..

“Papillons” (vlinders) van Robert Schumann is een suite voor piano solo. Papillons is geïnspireerd op het boek “Die Flegeljahre” van Jean Paul en beschrijft een gemaskerd feest. Het bestaat uit 12 korte delen, elk deel beschrijft een scène op het feest. Elk deel is een deel dat op zichzelf staat; over het hele stuk, komen er maar twee thema’s terug. Schumann schreef deze suite, toen hij 20 jaar oud was. Schumann schreef over Papillons: ‘Toen ik het boek van Jean Paul uit had, bleef ik de laatste bladzijde herlezen, omdat het einde voor mij voelde als een nieuw begin… Bijna onbewust ging ik achter de piano zitten, en de ene na de andere Papillon kwam tot leven.”

Zoltán Kodály (Kecskemét, 16 december 1882 – Boedapest, 6 maart 1967) was een Hongaarse componist, etnomusicoloog en muziekpedagoog. Kodály wordt na Béla Bartók als de belangrijkste Hongaarse componist gezien. Kodály schreef de Dansen uit Marosszek oorspronkelijk voor orkest, maar bewerkte ze later voor piano. “Het is misschien geen toeval, dat de meeste volksdansmuziek uit Marosszek stamt. Veel van deze stukken, die wij nu kennen als instrumentale muziek, werden oorspronkelijk gezongen. De dansen uit Marosszek stammen uit een vroege periode, ze geven een feeëriek beeld van mijn land en dat gebied”, schreef Kodály. Een ode aan de streek Marosszek dus, Kodály laat alle volksdansen aan bod komen.

Een aanhoudend applaus volgde bij de traditionele bloemenhulde. Als dank speelde Valentina Toth een toegift: de cadens uit het eerste deel van het derde pianoconcert van Beethoven. Zo kwam er een einde aan dit romantisch lenteconcert in Duivenvoorde.

Tags

De ToonzetterDuivenvoordeWassenaar
Gerelateerde artikelen
Back To Top