Wassenaar – In de informatiebrief dd 28-6-’17 van B&W van Wassenaar over de ‘Bestuurlijke toekomst van Wassenaar’ komen vooral opties aan de orde die te maken hebben met Wassenaars samenwerking met Voorschoten, zoals die nu vorm krijgt in de Werkorganisatie Duivenvoorde. Dan gaat het om de opties verder versterken en verdiepen van die samenwerking (1), staken en ontvlechten van die samenwerking (2) en doorpakken in de richting van een volledige fusie, een samengaan van de beide gemeenten (3). En passant komt in de brief ook een gedeeltelijke of volledige annexatie van Wassenaar door Den Haag aan de orde.
Geen annexatie!
Die annexatie is een optie waar weinigen in Wassenaar voor zouden kiezen. De vermelding roept herinneringen op aan 1999, toen de ruimtenood (?) van Den Haag het toenmalige kabinet, in het bijzonder minister Bram Peper (Binnenlandse Zaken), ertoe bracht drastische oplossingen voor te stellen. Flinke delen van de omliggende gemeenten zouden worden toegevoegd aan Den Haag. Wassenaar was daar aanvankelijk niet bij in beeld – door onze schoorvoetende toetreding tot de Stadsregio Haaglanden en de bijbehorende gemeenschappelijke woningmarkt leverden wij reeds onze bijdrage. Maar het Haagse gemeentebestuur en ook de minister en zijn medewerkers keken wel degelijk met begerige ogen naar de vele (groene) ruimte die Wassenaar te bieden had.
Hand en tand
In een publicatie (17 april 2000) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, getiteld ‘Herindelingsplan Den Haag en omstreken’, lezen we hoe daar destijds mee werd omgegaan. Vooral interessant voor ons is een verslag van een bijeenkomst op het ministerie, waar het voltallige college van B&W onder aanvoering van burgemeester Piet Hein Schoute zich met hand en tand verzette tegen elke ingreep van bovenaf. Met name dreigde annexatie van delen van Wassenaar of zelfs geheel Wassenaar, zodat wij een ‘buitenwijk’ zouden worden van het dynamische Den Haag van burgemeester Wim Deetman.
Wat we er ook in lezen is de mededeling dat de gemeente Wassenaar toenadering zoekt tot Voorschoten, dat immers in het Groene Buffer gebied een vergelijkbare positie heeft Maar Voorschoten vertoonde weinig animo voor samenwerking – laat staan samengaan. Kortom – er is wel het eea veranderd, vooral bij onze buren…
Katwijk
Een optie die in de brief van 28 juni jl. niet aan de orde komt maar die onze waarnemend burgemeester Charlie Aptroot woensdagavond in de Warenar, op de bijeenkomst van de Vrienden van Wassenaar wel noemde, is het sluiten van nauwere banden tussen Wassenaar en Katwijk. Tenslotte grenzen we aan elkaar en hebben we, als kustgemeenten en hoeder van het groene gebied achter de duinen, vergelijkbare verantwoordelijkheden. Zoals de burgemeester ook aangaf – er zijn wel de nodige bezwaren te bedenken, tegen zo een samengaan. Wassenaar zou in een minderheidspositie komen te verkeren en dat zou zeker gelden in een nieuwe gemeenteraad, met een (deels streng) christelijke meerderheid.
De band met Katwijk komt intussen wel naar voren in de naam van de familie die nog steeds in onze beide dorpen (en in Voorschoten) grote belangen heeft, de familie van Wassenaer van Catwijk. Daarmee komen we op de historische banden tussen Wassenaar en Voorschoten. Die laatste gemeente bestaat trouwens pas sinds de Napoleontische tijd. Het gebied van Voorschoten was voordien een ambachtsheerlijkheid onder de nazaten van de familie Van Wassenaer, die ook nog enkele eeuwen lang de naam ‘Van Duivenvoirde’ voerde.
Geen onderbuikreacties
Echte historici moeten die relaties nog maar eens verder uitdiepen, maar duidelijk is in elk geval dat toevoeging van het huidige Voorschoten aan Wassenaar zou neerkomen op herstel van een eeuwenoude, uit de Middeleeuwen daterende band. Niet voor niets hebben zowel Voorschoten als Wassenaar de drie wassende manen, de ‘wassenaars’, in hun gemeentewapen.
Daarmee is nog niet gezegd dat het voor Wassenaar en de Wassenaarse bevolking (en voor Voorschoten) zonder meer een goede zaak zou zijn om de spoorlijn Den Haag – Leiden de functie van grens tussen beide gemeenten te ontnemen. De komende maanden zullen we moeten benutten om nuchter en zakelijk de voor- en nadelen van alle door B&W genoemde opties in kaart te brengen. Maar het is in elk geval niet zinvol om vanuit louter onderbuikgevoelens, over ‘identiteit’, afstand te willen houden van Voorschoten. Eerst kijken en analyseren, dan overleggen en besluiten en ten slotte, in de nieuwe gemeenteraad, doen, aanpakken. Dat zou onze benadering zijn.
Fred Sanders (D66)