Skip to content

Wassenaar en de cultuurbarbaren

24 juli 20196 minute read

Onder leiding van cultuurbarbaren Jan Hoekema (D66) , Henk de Greef (VVD) en later Freddy Blommers (D66) ging een aantal jaren terug het Wassenaars cultureel erfgoedbeleid wankelen. Het liefst hadden ze het beschermd dorpsgezicht ook nog afgeschaft maar helaas voor hen; dat was wettelijk door het Rijk opgelegd. Wel ging het hele gemeentelijk monumentenbeleid” “op de schop”’.

Op 26 juni 2012 kwam er een raadmededeling RM 36 waarin werd voorgesteld om te komen tot een sober doch doelmatig onderhoud en renovatie van de buitenzijde van het Rijksmonument de Paauw. Kosten “slechts” 2,967 miljoen. Bij dit voorstel hoorden een aantal harde uitgangspunten waar overigens inmiddels door het huidige college de hand mee wordt gelicht. Deze voorwaarden hebben ook betrekking op het O&O gebouw, de Warenar, Huize Den Deyl, het pottenbakkershuisje, de molen, de muziektent en het theehuisje aan de Buurtweg etc. Daarover in een volgende bijdrage meer.

DLW was verrast omdat er al in 2010 een plan zou komen en nu was er slechts wederom een voorstel om een plan te maken. Er werd ineens gesteld dat de vorige restauratie, welke nog niet zo lang daarvoor was uitgevoerd was, slecht was gedaan. Op de vraag van onze fractie Democratische Liberalen Wassenaar (DLW) of dat lag aan een knullig bestek, slecht toezicht cq slechte directievoering of aan de aannemer die zijn werk niet goed gedaan. Die vraag werd nooit beantwoord. Ook de vraag of er iemand aansprakelijk gesteld kon worden bleef onbeantwoord.

Op 25 november 2013 stelde de raad een budget vast van ruim 1,4 miljoen voor een aangepast plan. Een groot deel van geld (bijna 0,5 miljoen blijkt dan al als sneeuw onder de zon te zijn verdwenen aan door het college in opdracht gegeven (onzinnige) aanvullende onderzoeken in afwijking van het eerdere bestek. Er werd van dat geld een nieuwe restauratievisie opgesteld, er werd nader kleuronderzoek gedaan, verf-en pleisterlagen werden verwijderd, er werd een profvlak gemaakt en voor (nog te maken!) kosten directievoering. Inmiddels is er dan dus een nieuw “sober” plan en nu kost dat 2.815 miljoen (alleen buitenzijde raadhuis). De raad gaat wederom akkoord.

In de tussentijd zijn er ook al conceptvisies voor de buitenplaats opgesteld voor de buitenplaats door Korneel Aschman voor het park (07-2016) en Jan van der Voorde voor het raadhuis (10-2016). De adviezen sluiten aan bij wat door Wassenaar in 2012 onder andere officieel is gesteld;

-Gemeentelijk vastgoed moet in principe kostendekkend zijn.

-Accommodaties voor eigen gebruik worden in eigen bezit gehouden.

-De gemeente behoudt die panden die belangrijk zijn voor de kwaliteit van de openbare ruimte en de karakteristiek van Wassenaar, en moeilijk exploitabel zijn te maken, zoals de molen, de muziektent, thee- en koffiehuisje e.d.

-De gemeente behoudt die panden die belangrijk zijn voor en onderdeel uitmaken van de gemeentelijke landgoederen in Wassenaar.

Dat laatste onderzoek van de heer van de Voorde wordt lang voor de raad achtergehouden. Op 18 december 2018 wordt ineens dat onderzoek gebruikt om te komen tot een volgend extern onderzoek. En een volgende renovatie, nu van het interieur wordt gekoppeld aan een mogelijke verkoop of verhuur.

Van der Voorde Monumentenadvies merkt onder meer het volgende op;

-Deze gemeente heeft goud in handen, maar beseft dat niet volledig. Dan blijkt dat er al heel veel onderzoek is gedaan.

Het toekomstig gebruik van de buitenplaats met behoud van bestuurscentrum kent in Nederland erg weinig vergelijkbare voorbeelden. De gemeente Stichtse Vecht, metde buitenplaatsen Boom en Bosch in Breukelen en Goudestein in Maarssen is een voorbeeld dat bij de verkenning naar toekomstig gebruik kan worden betrokken. Ook interessant is de wijze waarop de Stichting Geldersch Landschap en Kasteelen omgaat met haar bezittingen, waarbij kasteel Neerijnen wordt verhuurd aan de gemeente Neerijnen. Als laatste voorbeeld kan worden genoemd de buitenplaats Jagtlust in de Bilt, in gebruik bij de gemeente De Bilt.

-De aandacht voor De Paauw lijkt momenteel fragmentarisch van aard en afhankelijk van de goede wil van enkele medewerkers. Binnen de (werk-)organisatie ligt de hoogste prioriteit bij de wettelijke taken en dat is in het huidige tijdsgewricht op zich logisch

Van de Voorde Monumentenadvies concludeert;

“Bij de voorbereiding van de eerste stap (over het toekomstig gebruik) kan de opdracht worden ingekaderd door voor het toekomstig gebruik uit te gaan van een nader in te vullen bestuurscentrum met aanvullende functies ten behoeve van de integratie van gebouwen, bouwwerken en tuin- en parkaanleg”.

Het college geeft onderzoeker Brink voor 73.000 euro een andere opdracht en volgt daarmee het advies van der Voorde niet. Een passant wordt nog 20.000 euro uitgetrokken voor communicatie en voor burgerparticipatie. Het onderzoek wordt door het college breder getrokken dan wat de raad had goedgekeurd, het onderzoek is daarmee “alleen wat breder en wat meer participatief opgepakt” aldus het college.

Hiermee verlaat het college weer de eerdere ingeslagen weg en negeert als gezegd de adviezen van van der Voorde. Met dit nieuwste onderzoek wordt ook de recente motie van de VVD in de wind geslagen getreden. Doe geen kostbare en onnodige onderzoeken meer. Alles voor de bühne?

Alles lijkt erop in het werk gesteld te worden om een duur en straks geheel gerenoveerd pand aan derden te verkopen of in exploitatie te geven. Een eenmalige opbrengst die veel lager is dan de waarde plus de gemaakte kosten en dan grote investeringen doen om het bestuurscentrum onder te brengen? Dat punt is door de onderzoeker niet eens in beeld gebracht. Alles ligt inmiddels vast, kleine aanpassingen zijn nog mogelijk, zo wordt door Brink inmiddels gesteld. Burgerparticipatie gebruikt om dat te doen wat de coalitie wil?
Of denkt Brink samen met het college dat straks een kostendekkende huur bij exploitatie door derden haalbaar is? De huur moet dan minstens de kosten opbrengen voor een nieuw bestuurscentrum cq raadszaal, huisvesting voor de SAD, opslag van de kunstcollectie en het Brandweermuseum. Volgens DLW een onhaalbare opgave.
Is het gemeentekantoor aan de overzijde van de Rijksstraatweg dan alweer in beeld?. Inmiddels zijn de 3 panden niet meer in bezit van Harry Mens maar van Johan van den Oudendal. Zal het achterbaks aangelegde (en gruwelijk qua kosten uit de hand gelopen, 8 miljoen meer dan begroot) tunneltje van 10 miljoen dan toch nog van pas komen?

Was het dan toch bedoeld als veilige oversteek voor de ambtenaren die daar moeten werken. Die locatie was door burgemeester Hoekema bestempeld als gemeenschappelijk kantoor voor de fusie gemeente Wassenaar-Voorschoten. Een naam had Hoekema ook al bedacht, de gemeente groot Duivenvoorde. Voor het raadhuis de Paauw had hij ook nieuwe bestemming en naam; Museum Oranje. Dat de kosten voor de Wassenaarse gemeenschap enorm zijn lijkt niemand wat te kunnen schelen.

Wat er ook besloten wordt; De structurele kosten zullen dan altijd hoger zijn dan de opbrengst, welke keuze er ook gemaakt wordt anders dan het eigen gebruik als raadhuis.

Ben Paulides/ fractievoorzitter Democratische Liberalen Wassenaar
www.democratischeliberalen.nl

Tags

DLWErfgoedWassenaar

Geen reacties

Gerelateerde artikelen
Back To Top