De gemeente Wassenaar legt een last onder bestuursdwang op aan de eigenaar van rijksmonument Ivicke, de Muntendamsche Investerings Maatschappij. De eigenaar krijgt acht maanden de tijd om alle werkzaamheden uit te voeren die nodig zijn om Ivicke in stand te houden. Als hij dit niet doet, neemt de gemeente de werkzaamheden zelf ter hand. De kosten worden verhaald op de eigenaar. De gemeente Wassenaar wil daarmee voorkomen dat het pand verloren gaat door het uitblijven van onderhoud.
Uit recente rapporten van de Monumentenwacht blijkt dat Ivicke zich in zo’n slechte staat van onderhoud bevindt dat het voortbestaan van het monument in gevaar is. Doordat de eigenaar, de Muntendamsche Investerings Maatschappij, niet voldoet aan de instandhoudingsplicht en het rijksmonument sterk achteruitgaat, overtreedt hij de Erfgoedwet.
Volgens deze wet is het verboden aan een beschermd monument onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding daarvan noodzakelijk is. Ook volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het verboden om een rijksmonument in gevaar te brengen.
Verval nog steeds omkeerbaar
Om het beeldbepalende monument voor toekomstige generaties te behouden, moet dringend actie worden ondernomen. De rapporten van de Monumentenwacht geven aan dat het verval van Ivicke nog steeds omkeerbaar is als een aantal maatregelen op adequate wijze worden getroffen. Met het opleggen van de last onder bestuursdwang wil de gemeente de eigenaar aansporen deze maatregelen te nemen. De eigenaar kan hiertegen nog in bezwaar gaan bij het college en bij de rechtbank in beroep gaan.
Benodigde herstelwerkzaamheden
De maatregelen zijn gesplitst in werkzaamheden met zeer hoge prioriteit en werkzaamheden die vervolgens moeten plaatsvinden om verdere schade een halt toe te roepen.
De maatregelen die de eigenaar binnen een maand moet uitvoeren, zijn met name gericht op het wind- en waterdicht maken van het gebouw en het veiligstellen van monumentale onderdelen, zoals het speelhuisje Stugan.
De overige noodzakelijke herstelwerkzaamheden moeten binnen acht maanden gebeuren. Het gaat daarbij onder andere om het herstellen van het dak, de dakkappellen, het pleisterwerk, kozijnen en raamwerk, het aanpakken van houtrot en zwamaantasting en het herstellen of veiligstellen van het sier-smeedijzeren hekwerk.