Nadat de rechtbank Den Haag vorige maand de toestemming, die de provincie Zuid-Holland gaf voor het afschieten van smienten vernietigde, roept de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH) samen met elf lokale natuurorganisaties de provincie op om de smient definitief van de lijst met vrijgestelde soorten te schrappen.
Op deze lijst staan vogelsoorten die schade aan de landbouw aan zouden kunnen richten en daarom bestreden mogen worden. Volgens de NMZH heeft de uitspraak van de rechtbank duidelijk gemaakt dat de vrijstelling van de smient in strijd is met de Wet natuurbescherming.
Ook roepen de organisaties de provincie op om het faunabeleid te herzien omdat uit onderzoek in Friesland is gebleken dat ganzen veel minder schade aan de landbouw aanrichten dan gedacht waardoor de onderbouwing van de noodzaak van afschot wankelt.
Afschot mogelijk bedreiging voor gezonde smientenpopulatie
De smient is een mooie eendensoort die in de winter in Nederland te vinden is. Vanwege de toestemming die de provincie Zuid-Holland eerder gaf om smienten af te schieten om landbouwschade tegen te gaan, stapten de NMZH samen met talloze lokale natuurorganisaties en Vogelbescherming Nederland naar de rechter.
De smientenpopulatie is sinds de eeuwwisseling flink gekrompen en daardoor niet gezond. De rechter was het met de natuurorganisaties eens dat afschot een bedreiging voor de smient zou kunnen zijn en stelde hen in het gelijk waardoor er niet meer op smienten geschoten mag worden.
Om te voorkomen dat er in de toekomst opnieuw afschotplannen worden gemaakt, roepen de natuurorganisaties de provincie op om de smient van de vrijstellingenlijst af te halen en er zo voor te zorgen dat het provinciale beleid niet in strijd is met de Wet natuurbescherming.
Relatie tussen vogels en schade twijfelachtig
Ook wijzen de NMZH en de andere natuurorganisaties de provincie erop dat haar beleid erop gericht is om vogels te verjagen of populaties te verkleinen om landbouwschade te verminderen, maar dat het zeer de vraag is of dit beleid wel effectief is. Zo is uit onderzoek gebleken dat de omvang van landbouwschade maar in beperkte mate verklaard kan worden door de aanwezigheid van ganzen, terwijl die schade wel in zijn geheel aan ganzen wordt toegeschreven.
Ook heeft onderzoek in Friesland aangetoond dat getaxeerde vraatschade aan gras door ganzen in de winter in veel gevallen niet leidt tot een lagere agrarische productie doordat het gras in het voorjaar de groeiachterstand inhaalt.
Taxaties van landbouwschade vormen een belangrijk onderdeel van de onderbouwing van het provinciale beleid voor het afschot van vogels. De natuurorganisaties vinden daarom dat de provincie opnieuw zou moeten kijken of afschot van vogels effectief en noodzakelijk is.