Skip to content
Fotocredit: RijnlandRoute

RijnlandRoute: In gesprek met Arjan van der Put

25 augustus 20204 minute read

Wist je dat de RijnlandRoute al uit de jaren ’40 stamt? Decennialang kwam dit plan regelmatig ter sprake. Nu is alles eindelijk in uitvoering. We zijn in gesprek met Arjan van der Put, manager boortunnel.

De aanleg van de N434 bestaat onder meer uit een tunnel van 2,5 km. “Er wordt onder huizen doorgeboord, onder hoogspanningsmasten, onder sportvelden”, licht Van der Put toe. “Een tunnel met verdiepte bakken op de aansluitingen is ecologisch en infra technisch een elegante oplossing, die ook acceptabel is voor de omwonenden.”

Tunnelvisie
Van der Put kan zichzelf een echte ‘tunnelvisie’ toedichten, maar dan in positieve zin. “Provincie Zuid-Holland heeft me ingehuurd voor dit project vanwege mijn expertise. Bij Rijkswaterstaat ben ik destijds betrokken geweest bij het eerste tunnelboorproject van Nederland, later heb ik bij andere bedrijven nog meer boorprojecten gedaan. Voor de RijnlandRoute ben ik al in de dialoogfase aan tafel gekomen, toen het plan van eisen opgesteld werd.”

De Landelijke Tunnelstandaard is opgesteld voor rechthoekig gebouwde tunnels. In de RijnlandRoute komt een ronde tunnel, en dat vraagt om expertise voor de benodigde vertaalslag. “Daar zijn we prima in geslaagd”, vertelt Van der Put. “Zo hebben we de dwarsverbindingen tussen de tunnelbuizen groter ontworpen. Deze worden als vluchtweg gebruikt. Door de grotere dwarsverbindingen kunnen er meer mensen in staan, waardoor het evacuatieproces veilig kan verlopen.”

Een tunnel boren
Als je een tunnel wilt boren is het noodzakelijk dat er zich genoeg grond boven de boor bevindt, op de plaats waar gestart wordt. “Die moet ongeveer dezelfde hoogte hebben als de diameter van de boor, ongeveer 11 meter. Daarom hebben we een verhoging van 3,5 meter aangelegd op de plaats waar we met de boorwerkzaamheden zijn gestart, de startschacht. Uiteindelijk zakken we naar het diepste punt op 30 meter. De startschacht zelf ligt op 20 meter diepte”, legt Van der Put uit.

Op de plaats van de tunnel is sprake van een bijzondere bodem. Veel water, zand, leem en een organische bodem. Het geheel is zeer gevoelig en draagt elke vorm van beweging zoals boren over. Dat stelt eisen aan het boorproces: wat er technisch nodig is en wat financieel haalbaar is.

“Het boorproces is een herhaling van twee hoofdfases”, vertelt Van der Put. “De eerste fase bestaat uit boren met toevoeging van een bentoniet suspensie. Het bentoniet zorgt ervoor dat het graaffront in de graafkamer stabiel blijft. Het graafwiel schraapt de grond los van het graaffront. Het grond- en bentonietmengsel wordt afgevoerd naar een scheidingsinstallatie die op het maaiveld staat. De bentoniet wordt weer opnieuw gebruikt. Fase twee bestaat uit het plaatsen van de tunnelringen, 7 prefab betonelementen die samen één betonnen ring vormen. Deze worden achter de boormachine geplaatst. Deze hele cyclus wordt alleen onderbroken om alle leidingen en kabels steeds te verlengen.”

Met een geboorde tunnel zijn we er nog niet. Ook de inrichting van de tunnel met kabelkokers hoort er bij. En de omgevingsbeïnvloeding door het boren van de tunnel. Van der Put: “Denk dan aan de zetting van het maaiveld en de invloed op gebouwen in de omgeving bijvoorbeeld. Tijdens de boorwerkzaamheden checken we vooral de boorfrontstabiliteit en het proces zelf. Een tunnel die je op deze manier maakt, moet gewoon de eerste keer goed zijn, je kunt de boor niet ‘even terughalen’. Op het maaiveld verrichten we metingen, maar ook in de tunnel en de TBM zelf. Voordat het Rijn-Schiekanaal werd gepasseerd is een proefveld ingericht, dat monitoren we. Een extra voorzorgsmaatregel voor de kritische passage van dit kanaal.”

Een goede balans
Elke tunnel is uniek. Het spanningsveld is om de tunnel zo te maken dat hij niet alleen voldoet aan alle eisen van de opdrachtgever, maar dat hij ook nog praktisch en betaalbaar te realiseren is. “Uiteindelijk geldt ook voor de tunnel: hoe meer wapening je toepast, hoe duurder alles wordt. Daar hebben we een goede balans in gevonden”, legt Van der Put uit. “We zijn inmiddels al ver gevorderd met de tunnel. De tweede buis is begin september klaar als alles meezit. Dan kunnen we best tevreden zijn.”

Bron: GWW artikel — Jan Mol

Tags

InterviewRijnlandRouteWerkzaamheden
Gerelateerde artikelen
In De Spotlight: Asielkat Ziva
Back To Top