Tien jaar lang heeft Harry Vogels nagedacht of hij dit boek wel moest schrijven. Niet zozeer vanwege zijn vader als wel vanwege de geschiedenis van zijn grootvader. Een beladen verleden, waarover vijfenzeventig jaar na dato nog steeds niet wordt gepraat. Schaamte over het verleden van voorouders werkt nog vele generaties door.
In het voorwoord van het boek spreekt de voorzitter van de ‘Werkgroep Herkenning’ dan ook de hoop uit, dat dit verhaal een voorbeeld mag zijn voor velen, die nog worstelen met hun ‘foute’ familieverhaal.
Het boek begint bij de overgrootvader van Harry, bijgenaamd Jan Kappie. Hij woonde in de Langstraat en was een graag geziene persoon in het dorp. Zijn zoon Jan, de grootvader van Harry, was postbesteller en woonde met zijn gezin aan het Tuinpad. Naast postbesteller was Jan Vogels ook voorzitter van de Rooms Katholieke vakbond en lid van de gemeenteraad van Wassenaar. Hij kwam daar op voor de arbeiders van het dorp. Regelmatig werd hij van de gemeenteraadsvergaderingen buitengesloten, omdat men wilde vergaderen op momenten dat Jan de post bezorgde.
Wellicht was het de onvrede met het Wassenaarse politieke bestel, of de onvrede met de samenleving als geheel, die Jan deed besluiten om in 1940 lid te worden van de NSB. Wat zijn overwegingen ook geweest mogen zijn, het besluit had grote gevolgen voor het gezin Vogels. Zoon Jan ging later bij de SS en zijn broer Hans was lid van de de Hitlerjugend. Beide broers zijn na de oorlog niet meer naar Nederland teruggekeerd.
Zoon Ben, de vader van Harry, kon zich juist absoluut niet vinden in de sympathiën van zijn vader en heeft zich hier als jonge man zodanig tegen verzet, dat hem de deur werd gewezen.
Hij probeerde zijn leven in Wassenaar op te bouwen. Daarbij kreeg hij steun van de familie van zijn toekomstige vrouw Jopie van Noort. Ben studeerde hard, werd leerkracht aan het instituut Calis en begon vervolgens een eigen administratiekantoor aan de Santhorstlaan.
“Ik heb veel onderzoek gedaan in kerkregisters en in het Nationaal archief”, vertelt Harry. “Ik wilde meer weten over wat zich toen allemaal rondom de familie heeft afgespeeld. Zo las ik in diverse getuigenverslagen over de rol van mijn grootvader. Hij mag dan lid zijn geweest van de NSB, maar hij heeft nooit iemand verraden en heeft nooit deelgenomen aan de Landwacht.”
Vanwege zijn lidmaatschap van de NSB kreeg opa Vogels na de oorlog echter toch een gevangenisstraf opgelegd. Bovendien mocht hij niet meer als (post)beambte aan de slag en werd hij als actief lid van de Rooms Katholieke kerk geëxcomminiceerd.
Toen opa Vogels op 81 jarige leeftijd een einde aan zijn leven maakte, omschreef pastoor Wentholt hem als een karakteristieke figuur, een idealist, die vond, dat het heel anders op de wereld moest worden. Een man, die daardoor veel moeilijkheden in zijn leven had gekend.
“Mijn vader en moeder hebben ondanks alles het gezin van opa en oma steeds financieel ondersteund”, aldus Harry. “Het is bijzonder, dat mijn vader zich zo heeft opgesteld. Dat hij daarnaast een bloeiende zaak heeft weten op te bouwen en ervoor zorgde, dat zijn vrouw en kinderen niets tekort kwamen, is bewonderenswaardig. “
“En dat is precies de reden, waarom ik uiteindelijk toch besloten heb om dit boek te schrijven. Het onderwerp is vijfenzeventig jaar na dato nog steeds beladen, maar mijn vader heeft zich ontworsteld aan dat verleden. Daarom is het een eerbetoon aan hem. Maar tegelijkertijd is het een eerbetoon aan de Wassenaarders, die hem het verleden van zijn vader nooit hebben aangerekend. “
Het boek ‘Schaamte en trots in Wassenaar’ is voor €18,95 te bestellen bij uitgeverij Elikser.