Waarom steelt iemand uit een winkel? De een doet het misschien voor de kick en de spanning, de ander uit pure armoede. De winkeldief die ik nooit zal vergeten was een verslaafde man die Bob heette. Het was mijn de taak om hem te verhoren.
Hij vertelde dat hij op een booreiland had gewerkt. Hij had een goed inkomen, een mooie auto onder zijn kont, woonde in een luxe huis met een leuke vrouw en een kind waar hij trots op was. Nu was het zo dat hij drie maanden op het booreiland werkte en daarna een maand thuis was. In de tijd dat hij thuis was, begon hij zich te vervelen en zo raakte hij aan de drugs. Zijn vrouw wilde bij hem weg en kreeg hun zoon toegewezen. Hij werd ontslagen, kon zijn huis niet meer betalen en verkocht zijn auto. Hij leefde op straat en stal kleding en voedsel om rond te komen.
Tijdens het gesprek, dat uiteindelijk over veel meer ging dan de diefstal, vloeiden de tranen rijkelijk en hij vroeg zich af hoe het zover had kunnen komen.
We spraken over afkicken, de zin van het leven en de kracht om zijn zoon weer te kunnen zien. Na de nodige bakjes koffie vroeg ik hem: ‘Wat is het je waard om te vechten voor je idealen?’ Deze uitdrukking gebruik ik nu dagelijks in het werk en privé. Het is om even na te denken voor je een beslissing neemt. Wat is het je waard?
Ruim twaalf jaar later ben ik als wijkagent uitgenodigd op een BBQ van een woningcoöperatie, nadat een gerenoveerde wijk opnieuw is opgeleverd. Ik heb veel betekend voor de wijk en samen met de bewoners geniet ik op een zonnige avond van een sateetje en een salade.
Plotseling komt er een goed uitziende man op mij aflopen. ‘Ben jij wijkagent Bart?’, vraagt de man enigszins dwingend. ‘Ja’, antwoord ik vertwijfeld terwijl ik in mijn geheugen grif wie deze man ook alweer is. ‘Weet je nog wie ik ben?’ Ik beken eerlijk dat ik het even niet meer weet. ‘Ik ben Bob’ en hij glimlacht van oor tot oor terwijl hij aanstalten maakt om mij te omhelzen. ‘Bob!’ roep ik. ‘Gozer wat zie jij er goed uit.’ Hij omarmt me alsof we al jaren vrienden zijn. Ineens zijn de ogen van alle buurtbewoners op mij gericht. Bob is samen met een vrouw en stelt haar voor als zijn vriendin. En naar mij wijzend zegt hij: ‘Deze man is mijn held. Hij heeft mij van de drugs afgeholpen.’
Ik sta doodstil en het kippenvel kruipt van mijn tenen tot aan mijn hoofd. Ik krijg het warm en kan tot mijn stomme verbazing niets meer uitbrengen. ‘Mijn vriendin weet alles hoor, vervolgt Bob. ‘Ik heb het vaak over jou gehad. Het gesprek wat wij samen hebben gehad heeft mijn ogen geopend. Ik ben weer gelukkig. De relatie met mijn ex is niet meer goed gekomen, maar ik zie mijn zoon weer wekelijks. Elke keer als er in een discussie negatief over de politie wordt gepraat vertel ik wat jij voor mij hebt betekend. Jij bent de politie en jij bent mijn held.’
Daarna vertelt hij hoe hij heeft gevochten tegen z’n verslaving en hoe het hem gelukt is om daar weer bovenop te komen. Ik ben onder de indruk en antwoord: ‘Je kan mij wel als held zien, maar eigenlijk ben jij dat. Jij hebt de strijd gestreden en overwonnen. Ik ben trots op je. Gozer, geniet van het leven, het gaat je goed.’