Keiharde muziek schalt uit zijn huis en tot in de late uurtjes lopen bezoekers het huis in en uit. Een goede indruk maakt Kees, die net vandaag als nieuwe buurtbewoner in de straat is komen wonen, niet echt.. Ook de rest van de week is er overlast van harde muziek. Onder de noemer kennismaken, gaan twee buren bij Kees langs. Kees staat ze vriendelijk te woord. Hij vertelt dat hij uit zijn vorige woning is gezet en hier een tweede kans heeft gekregen. Hij moet zich houden aan strikte voorwaarden, zo weet hij te vertellen. En… zegt hij ietwat lachend: “Dat ga ik zeker doen, vanaf nu zal ik mij heel netjes gedragen.”
Maar het blijft bij een voornemen. De weken erna loopt de overlast die Kees veroorzaakt in rap tempo op. Buren horen hem schreeuwen, gillen, wietgeuren komen uit alle hoeken en gaten, er is geluidsoverlast en dag en nacht lopen vreemde figuren zijn woning in en uit. Het loopt de spuigaten uit. De politie wordt regelmatig gebeld. Er wordt afgesproken dat de wijkagent wekelijks langs gaat bij Kees.
Ook ik maak kennis met Kees. Ik heb nachtdienst als er weer een melding over hem binnenkomt. Geschrokken buurtbewoners hebben de politie gebeld omdat Kees in ontbloot bovenlijf door de straat marcheert. Hij lijkt totaal in zichzelf gekeerd en is niet aanspreekbaar. Wel schreeuwt en vloekt hij de longen uit z’n lijf.
Als we aankomen lopen we naar Kees toe en spreken hem aan. Hij is door het dolle heen, maar mijn maatje heeft een klik met hem en brengt hem tot bedaren. Samen gaan we zijn woning binnen. Daar praten we nog even met Kees en zeggen hem dat hij rustig moet blijven. Hij geeft aan te gaan slapen en wij vervolgen onze weg.
In het politiesysteem zetten wij een nieuwe overlastmelding-verward persoon op zijn naam. De wijkagent gaat de volgende dag bij Kees langs voor een stevig en waarschuwend gesprek. Ook de hulpverlening, die Kees al lang heeft, wordt op de hoogte gebracht en wijst Kees op de gemaakte afspraken. Maar helaas heeft dit niet het gewenste effect, Kees blijft rondspoken in de omgeving. Hij valt mensen lastig, gooit eieren tegen ramen, zijn tuin verpaupert en zijn drugsgebruik neemt toe. Politie komt regelmatig voor een melding over Kees, in de voorheen zo rustige straat. Het is overduidelijk dat het niet goed met hem gaat.
De hulpverlening, de woningbouw, de politie allemaal werken ze samen, om te zorgen voor een traject op maat voor Kees. Hij krijgt begeleiding van hulpverleners die hem willen ondersteunen en helpen bij zijn psychiatrische problemen, maar Kees laat zich moeilijk helpen.
En dan op een avond, gaat het echt mis. Kees is verward, angstig en boos op alles en iedereen. De buurman die zojuist zijn werkbus in de straat parkeert, staat vanuit het niets tegenover een blazende Kees. Ziedend van woede is Kees en totaal niet voor rede vatbaar. Omstanders bellen 112.
Voor de tweede keer rijd ik naar Kees’ straat. Als we aankomen zie ik dat hij in zijn onderbroek bovenop een auto staat te springen. Samen met collega’s loop ik richting Kees en spreken hem aan, maar hij wil niet in gesprek. Hij heeft het over God de almachtige en zegt dat hij de koning is van de dieren en slaat zichzelf met zijn vuisten op de borst. Volledig in de war, is onze eerste beoordeling. Snel en kort overleg ik met collega’s. Kees is een potig mannetje en zal zich niet zomaar gewonnen geven is onze inschatting, maar ingrijpen is noodzakelijk.
Met een beetje geluk krijgen we Kees van de auto af en onder dwang en met handboeien om zetten we hem achterin het politievoertuig. En nu? Is de beste voor plek voor deze man dan de politiecel? Of verdient hij een plek waar hij geholpen wordt, waar zijn demonen die hem nu de baas zijn, onder controle worden gebracht.
Na overleg kunnen we terecht bij de psychiatrische instelling in de omgeving. Daar wordt Kees later die nacht beoordeeld en krijgt hij, gelukkig voor hem, maar ook voor zijn omgeving, de hulp die hij voor nu nodig heeft.
Bron: Facebook politie Wassenaar