Afgelopen maandag besprak de gemeenteraad de resultaten van het verkeersonderzoek. De verkeersproblemen van Wassenaar zitten diep en inwoners eisen terecht actie om de drukte in ons dorp beheersbaar te houden. VVD-woordvoerder Bernard Menken heeft een uitgesproken mening, maar brengt ook nuance.
“Najaar 2019. De N44 staat veel te vaak bomvol, met verschuiving naar de lokale wegen. Men zegt wel dat je een wegennet niet op incidenten kan inrichten. Maar hier zijn incidenten structureel. Twee keer per week een dorp op slot was tot maart 2020 geen uitzondering, maar regel. Het hele dorp gaat op slot als de A4 stilstaat.” De VVD heeft een helder standpunt: “Iedereen die iets komt halen of brengen is van harte welkom. En al het andere verkeer dus niet.” stelt Menken.
“En toen kwam Corona! In het hele land waren alle verkeersproblemen opgelost. Maar de drukte komt terug. Tijd voor actie, want we moeten het dak repareren als het droog is.”
Het onderzoek werkte met gemiddelde data uit 2019. Maar het probleem zit volgens Menken juist in de pieken. “Als je op drie werkdagen 500 auto’s langs krijgt en op twee werkdagen 1500 auto’s, is het gemiddeld een keurige 900 auto’s. Dat is prima af te handelen, maar die 1500 niet.”
De VVD ziet de grootste winst op de N206. Daar is veel instroom naar ons lokale wegennet dat de A4-A44 ontloopt.
Menken denkt dat de Provincie, Rijkswaterstaat, Katwijk en Wassenaar het makkelijk eens kunnen worden: “Bij de opening van de Rijnland route kunnen de verkeerslichten op de N206 zó worden afgesteld, dat er alleen bij te grote drukte op de A4 en A44 minder groen licht komt om de N441 op te draaien. Dan dwing je verkeer om te blijven waar het hoort. Zonder file op de A4 functioneert de Rijnlandroute normaal en hoeven we aan de poort niet te knijpen.”
Voor de VVD ligt de tweede prioriteit rond het Rozenplein. “Als we ervan uitgaan dat niets doen geen optie is, moeten we bereid zijn om aan knoppen te draaien en dingen te proberen.” Doelstelling is om uitstroom en doorstroom te verbeteren. Menken sluit af met een kleine nabrander: “Onder doorstroming versta ik doorrijden richting Den Haag, niet afslaan om dat via het dorp te doen.”