Wij hebben de mooiste baan van de wereld. Maar soms is het ook heftig. Geweld, zelfmoord, zware verkeersongelukken. In deze rubriek “De dag van …” vertellen politiemensen over die ene dag die ze nooit zullen vergeten. Deze week: Puck ging af op een auto te water. ‘Ik zag mijn collega’s kopje onder gaan.’
‘Net na de bocht zien we de gele Toyota Yaris tot en met de motorkap in het zeewater staan, beneden aan een steile dijk. De golven beuken er tegenaan. Het is windkracht 9, op een ijskoude dag in februari. Mijn mede politiestudent Steven en ik hebben vandaag praktijkexamen en zijn op deze melding afgestuurd. Als we aankomen zien we de bestuurder voorovergebogen tegen het stuur zitten. We zetten snel onze auto neer en rennen er heen: Steven, de examinator en ik.
Ik loop tot mijn middel de zee in en voel meteen de heftige stroming. Met mijn lengte van 1.67 meter ben ik niet opgewassen tegen het natuurgeweld. Gelukkig komt een andere collega bijna gelijktijdig ter plaatse. Hij gaat samen met Steven de zee in. Terwijl de examinator contact houdt met de meldkamer, ren ik naar onze auto en zoek naar een AED en een touw. Dat kunnen we gebruiken als reddingslijn, mochten de jongens de zee niet meer uit kunnen komen. Intussen verdwijnt de auto steeds verder onder water.
De jongens trotseren de elementen om de man eruit te halen. Hij zit vast in zijn gordel en geeft geen enkel teken van leven. Het blijkt onmogelijk de autodeur te openen. Het raam staat wel open maar daardoor loopt de auto steeds voller met water. Af en toe verschuift hij een paar meter door de kracht van de golven en de stormachtige wind. Ik zie mijn collega’s kopje onder gaan en uiteindelijk met het slachtoffer weer boven komen. Met z’n vieren trekken we hem de dijk op. De jongens houden hem vast onder zijn oksels, ik trek aan zijn kraag en de examinator houdt me vast aan mijn koppel om te voorkomen dat we naar beneden glijden over de gladde stenen. De golven spoelen ons nog drie keer onderuit. Het begint steeds harder te regenen en het wordt donker, maar door de adrenaline merk ik daar weinig van. Als we omkijken zien we dat de auto helemaal is verdwenen in de zee.
Het slachtoffer is ergens in de tachtig. Hij is niet aanspreekbaar, alle kleur is uit zijn gezicht verdwenen en zijn hartslag is nauwelijks waarneembaar. We beginnen direct met reanimeren. Kort daarop arriveert de brandweer en worden we afgelost. Wij moeten snel naar het bureau voor een warme douche, we dreigen onderkoeld te raken. De man overlijdt later in het ziekenhuis. Het bleek dat hij suïcide wilde plegen. We hebben alles gegeven wat we hadden om hem te redden, maar hij heeft zijn rust gevonden.
Op het bureau praten we nog na over alles wat we vandaag hebben meegemaakt. Ergens maak ik me een beetje zorgen over de uitkomst van mijn praktijkexamen van vandaag. We hebben deze dienst immers maar één melding gehad. Gelukkig geeft onze examinator aan dat we goed hebben gehandeld, al voldeed ons optreden niet helemaal aan alle veiligheidsvoorschriften. Wat we deden was eigenlijk levensgevaarlijk, maar het ging immers om een mensenleven. Mijn examenzorgen blijken onterecht. De examinator geeft Steven en mij een 10.’
Later dat jaar ontvingen Steven en Puck een onderscheiding van het Carnegie Heldenfonds voor getoonde moed.