Het aantal aanvragen voor de kosten van huishoudelijke hulp in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is de laatste jaren sterk toegenomen, terwijl door het Rijk bezuinigd is op de subsidie aan de gemeentes. Door de vergrijzing zal het aantal aanvragen nog toenemen. Door het Rijk is een abonnementstarief van maximaal 19 euro per 4 weken voor huishoudelijke hulp vastgesteld, ongeacht het inkomen van de aanvrager.
Inmiddels is gebleken dat mensen die zelf de nodige huishoudelijke hulp kunnen bekostigen toch gebruik maken van deze regeling. Een en ander heeft grote budgettaire consequenties voor de gemeente die wil bezuinigen, onder andere op de kosten van huishoudelijke hulp. Als er niet bespaard wordt op deze kosten dan dreigen er bezuinigingen op andere voorzieningen.
Het college van B&W stelt daarom aan de gemeenteraad voor om een ‘referentie-inkomen’ in te voeren van 150% van het minimumloon, in relatie tot het zelf kunnen betalen van huishoudelijke hulp. De Wmo-consulent moet bij een huisbezoek nagaan waarom aanvrager niet zelf in huishoudelijke hulp kan voorzien. Uitdrukkelijk uitgangspunt is dat cliënt daarbij vrijwillig informatie verstrekt over het inkomen. De consulent mag niet vragen naar bewijsstukken. Geeft de aanvrager geen informatie over het inkomen dan geldt het abonnementstarief. Is hij of zij het vrijwillig met de consulent eens dat het inkomen hoog genoeg is om de kosten zelf te dragen wordt er geen aanvraag in behandeling genomen. Het college van B&W stelt dat aanvrager niet onder druk wordt gezet om informatie over het inkomen te geven, cliënt wordt er zelfs op gewezen niet tot antwoorden verplicht te zijn. Maar er wordt wel een moreel beroep op haar of hem gedaan…
We maken ons zorgen over de mensen die zich desondanks toch geïntimideerd voelen en ‘vrijwillig’ afzien van Wmo- huishoudelijke hulp, terwijl ze toch een te laag inkomen hebben om een particuliere hulp te betalen. We denken bovendien dat het niet mogelijk is om enerzijds een moreel appèl te doen op inkomen en anderzijds niet te toetsen op inkomen. Het kan niet van beide één zijn. We vinden daarom dat het door het Rijk vastgestelde abonnementstarief gehandhaafd moet worden.
We zullen dus tegen dit voorstel stemmen!
Jan van Noort
Henri van Smirren
Inge Bunte
Marvin van der Nat