Ik heb een middagdienst en ben net binnen, als ik opgeroepen word. Of ik wil gaan naar een dame die denkt dat er is ingebroken in haar woning. De meldkamer krijgt het verhaal niet helemaal duidelijk en vermoedt dat er meer achter zit, maar de vraag blijft of ik er even naartoe wil gaan om het verhaal aan te horen. De vrouw woont in een prachtige buurt, met mooie, grote huizen. Een uitstekende plek voor een boef om in te breken lijkt mij zo. Als ik aanbel doet een oude dame de deur open. Ze is blij dat ik er ben, vraagt me om binnen te komen en biedt me een kop thee aan.
Ik vraag haar wat er aan de hand is en de dame vertelt. Haar man is onlangs overleden en ze kan eigenlijk helemaal niet zonder hem en mist hem ontzettend. Ze heeft zijn sieraden in een speciale lade opgeborgen, zodat ze die af en toe even kan vasthouden. Zo heeft ze toch nog een stukje van haar man bij zich.
Vandaag wilde ze de sieraden weer tevoorschijn halen, maar ze kon ze nergens vinden. Ze is ervan overtuigd dat er iemand is geweest die haar in de gaten heeft gehouden en die de sieraden heeft weggenomen.
Inmiddels is de schoonzoon van de dame gearriveerd en hij beaamt dat de sieraden echt weg zijn. Samen verdenken ze de ene na de andere persoon: de monteur van de kachel, de tuinman en de huishoudelijke hulp. Ze staan allemaal op de zwarte lijst. Het is net alsof we in Cluedo zitten.
Ondertussen probeer ik enige duidelijkheid te scheppen in het verhaal. Wat mist er precies, waar lag dat dan en wie kan dan waar gestaan hebben om ze weg te nemen.
Uiteindelijk trekken we samen de conclusie dat het bijna onmogelijk is dat iemand mevrouw in de gaten heeft gehouden en wordt het lijstje met verdachten steeds korter.
Ik vraag of ik misschien even in de bewuste lade mag kijken. De dame knikt en ik zak op mijn knieën en trek de lade open. Samen met de schoonzoon haal ik de lade eruit, om te kijken of er iets achter is gevallen. Helaas, er ligt niets.
Mevrouw is zo stellig dat ik haar eigenlijk al voor negentig procent geloof. Ze vertelt me dat ze allerlei spulletjes bovenop de sieraden had gelegd zodat eventuele boeven niet direct zouden merken dat er sieraden in de lade zaten. Voorzichtig haal ik de zakjes uit de lade en schud ze leeg. Wat valt daaruit? Jazeker, enkele sieraden. Ik zie eenzelfde soort zakje en ook deze kieper ik om. Ja hoor, ook in dit zakje zitten wat sieraden. Het zijn de sieraden van haar man.
Mevrouw durft mij niet meer aan te kijken. Ze schaamt zich rot. Ze was er vast van overtuigd dat er een dief binnen was geweest. Maar, zegt ze, er mist nog steeds een zilveren armband. We zoeken verder. Elk zakje wordt omgekieperd. We vinden geen armband. Zou er dan toch….
Ik vraag of ik voor de zekerheid even in de kluis mag kijken. Dat mag en ik word naar een zeer goed verstopte kluis geleid. Direct zie ik eenzelfde soort zakje liggen als in de la. De armband is ook terecht.
De vrouw verontschuldigt zich wel duizend keer. Ik ben alleen maar blij dat alle sieraden weer terecht zijn.
Ik raad de vrouw aan om hulp te zoeken nu ze alles in huis alleen moet doen. De vrouw vindt dit een goed idee en bedankt me nogmaals voor alle hulp. Ook zegt ze nogmaals sorry.
Ik bedank haar voor het feit dat ze me mijn speurkunsten heeft laten gebruiken en ben blij voor haar dat alle sieraden weer terecht zijn. Met een goed gevoel verlaat ik de woning. Dit was anders dan verwacht, maar wel gezellig!