“Een belangrijke mijlpaal is behaald in het proces rondom de instandhouding van Huize Ivicke.” Dat laat de gemeente Wassenaar weten in een informatiebrief aan de gemeenteraad. Onlangs heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een drietal beroepszaken. De gemeente Wassenaar is daarin geheel of grotendeels in het gelijk gesteld.
De rechtbank heeft op 20 december jl. uitspraak gedaan in deze zaken. Het ging daarbij om het beroep op de opgelegde last onder bestuursdwang, de opgelegde bouwstop en het handhavingsbesluit waarin de krakers waren gelast om binnen 5 maanden het pand te verlaten.
Last onder bestuursdwang
De rechtbank heeft onder meer geoordeeld dat de schade aan het rijksmonument door het jarenlang onthouden van onderhoud zodanig was, dat er verstrekkende herstelmaatregelen mochten worden gelast. Ook heeft de rechtbank geoordeeld dat voldoende duidelijk was welke herstelmaatregelen de eigenaar moest treffen, welk materiaal daarbij moest worden gebruikt en welke onderdelen hersteld moesten worden.
Rekening voor eigenaar
In oktober heeft de gemeente Wassenaar aangekondigd dat de kosten van de toen door de gemeente in gang gezette herstelwerkzaamheden voor rekening eigenaar komen. De onlangs gedane uitspraak van de rechtbank ‘sterkt ons om de kostenverhaalsprocedure met vertrouwen verder in gang te zetten’. Naar verwachting kan eigenaar Van de Putte een forse rekening tegemoet zien, gelet op de uitgevoerde herstelwerkzaamheden.
Op goede gronden bouwstop opgelegd
De rechtbank heeft tevens het beroep tegen de bouwstop ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat aan de eigenaar terecht en op goede gronden een bouwstop is opgelegd. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat de door de eigenaar voorgestelde werkzaamheden slechts tijdelijke en inadequate maatregelen betroffen. Deze waren onvoldoende om de overtreding van de instandhoudingsplicht op grond van de Erfgoedwet te beëindigen. Wanneer ze toch waren uitgevoerd, zou er zelfs verdere schade aan het rijksmonument zijn toegebracht.
Ontruiming Huize Ivicke mogelijk
De rechtbank heeft ook bepaald dat de gemeente de bevoegdheid heeft om het pand zes weken na de uitspraak van 20 december 2021 te ontruimen wegens strijdig gebruik met het bestemmingsplan. Dat het beroep van de eigenaar gegrond is verklaard, betekent wel dat eventuele kosten van ontruiming niet kunnen worden verhaald op de eigenaar. De rechtbank heeft bij de uitspraak over de ontruiming mee laten wegen dat de eigenaar heeft aangegeven het rijksmonument zelf te willen gaan gebruiken als kantoor. Hij heeft daartoe een lijst overlegd met voorgenomen werkzaamheden aan het interieur.
Volgende stappen
De gemeente laat weten verheugd te zijn dat de rechtbank ons in alle zaken geheel, dan wel grotendeels, in het gelijk heeft gesteld. Tegelijkertijd wordt onderkend en niet uitgesloten dat zowel de eigenaar als de krakers nog hoger beroep kunnen instellen bij de Raad van State. De krakers gaan in ieder geval in hoger beroep.
Tevens onderzoekt de gemeente nog mogelijkheden om in hoger beroep te gaan tegen de gegrondverklaring door de rechtbank van het beroep van de eigenaar inzake het strijdig gebruik. Ook is de kans aanwezig dat de Raad van State, op verzoek van de krakers, een voorlopige voorziening treft en toestaat dat de krakers het rijksmonument mogen blijven bewonen totdat de Raad van State uitspraak heeft gedaan.
Behoud van verwaarloosde monumenten
“We hebben door bestuursdwang toe te passen een door verwaarlozing bedreigd rijksmonument van de ondergang kunnen redden,” schrijft het college. Ze wijst er ook op dat andere gemeenten met belangstelling deze zaak volgen. Dat komt door de stappen van de gemeente op soms nog juridisch niet vaak genomen paden. Met deze uitspraken op zak voelt de gemeente zich gesterkt om de ingeslagen weg te vervolgen bij het kostenverhaal. “Daarmee dienen we niet alleen het behoud van Huize Ivicke, maar ook dat van andere door verwaarlozing bedreigde monumenten in Nederland,” aldus het college.