Als wijkagenten krijgen wij met enige regelmaat overlastmeldingen van een bijzondere dame. We besluiten om bij haar op bezoek te gaan en kloppen op de deur. De bewoonster doet open en vraagt ons wat we komen doen. We leggen uit dat wij ons zorgen maken over haar, en vragen of we binnen mogen komen. De woning ziet er vrij rommelig uit. Wat ook direct opvalt, is de grote karaf sherry die op tafel staat.
We zijn nog maar net binnen en mevrouw begint zonder aanleiding te vertellen over haar buurman. Hij komt ongevraagd haar woning binnen en neemt spullen uit haar woning weg, zoals laatst haar stofzuiger. Ik vraag hoe de buurman dan haar woning binnenkomt? ‘Nou gewoon binnen’, zegt ze. Terwijl ze praat, leunt ze tegen een stoel en heeft ze haar linkerbeen op een stofzuiger. Ik vraag haar hoeveel stofzuigers ze heeft en ze antwoordt: “Nou, die ene die ik hier onder mijn been heb.” Kennelijk is de stofzuiger dan teruggebracht? Een echt antwoord hierop heeft ze niet. Mevrouw kletst er gezellig op los.
Het is nog maar half tien in de ochtend maar mevrouw ruikt al sterk naar alcohol. Tijdens het gehele gesprek komt ze wat onsamenhangend over en blijft alsmaar terugkomen op die buurman.
Na dit gesprek delen we onze bevindingen met de mensen van het Sociaal Wijkteam. Ze kennen deze mevrouw wel. De verhalen over haar buurman, die te pas en te onpas haar woning zou binnenkomen, nemen ze niet al te serieus. Deze dame heeft gewoon hulp nodig.
Haar mentale gezondheid gaat onverwacht snel achteruit en mevrouw wordt opgenomen in een verzorgingshuis. Er blijkt nog een kat in haar woning achtergebleven te zijn, dus ga ik diezelfde dag weer langs. Terwijl ik voor de voordeur sta te wachten op iemand van de woningbouwvereniging die de sleutel heeft, gaat de voordeur van de buurman open. Juist, die buurman. Hij komt naar mij toe en meldt direct dat de buurvrouw niet thuis is omdat ze is opgenomen.
Ik zeg dat ik op de hoogte ben en vraag of hij misschien weet of mevrouw huisdieren heeft? “Dan gaan wij toch even kijken,” roept hij. Hij pakt een tangetje en binnen 15 seconden haalt hij het slot uit de voordeur. Enigszins verbaasd vraag ik hem hoe hij de deur zo snel heeft open gekregen. Dan begint hij te vertellen. Toen mevrouw er net woonde, hadden ze een korte relatie. In die tijd viel mevrouw geregeld en dus had hij de cilinder van de voordeur zo bewerkt dat hij snel de woning in kon om haar te helpen.
Hij was namelijk zijn hele leven slotenmaker geweest. Mevrouw was zeker verward, maar dus absoluut niet gek.