Over de portofoon horen we over een woninginbraak. Ik kijk mijn collega aan en we denken allebei hetzelfde: deze is voor ons! De melder zou met zijn hond in de straat staan en de inbrekers zijn nog binnen. Wij zijn direct vol energie en rijden met hoge snelheid naar de genoemde locatie.
Als wij in het donker de straat inrijden zien wij een nerveuze man staan met zijn hond. Gespannen, maar vooral gefocust wijst de man ons de woning aan waar hij de inbrekers heeft gehoord. Wij lopen zachtjes naar de woning toe. Vanaf de achterkant van de woning horen we inderdaad heel duidelijk breekgeluiden. Gekraak in de nacht.
Mijn collega en ik spreken af om niet langer te wachten tot er meer collega’s zijn. We lopen een stikdonker zijpaadje in, door de grote tuin naar de achterkant van de woning. Als we dichterbij komen wordt de spanning steeds intenser. Ook wordt het gekraak steeds luider. Dit is waar wij het voor doen, boeven vangen! Ik klik mijn zaklamp aan en schijn op volle sterkte in de richting van het gekraak. Klaar om de inbrekers aan te houden.
Meteen daarna zet ik mijn lamp weer uit en draai me om naar mijn collega. ‘Zag jij dat ook?’ Met een grote glimlach op haar gezicht zegt ze: ‘Jazeker, maar laten we nog eens kijken.’ Ik schijn opnieuw met mijn zaklamp in de grote achtertuin. In de lichtbundel van mijn zaklamp staan acht jonge koeien die de struiken van de tuin professioneel aan het snoeien zijn. De koeien hebben ons in de gaten en komen nieuwsgierig naar ons toegelopen.
Ik, als grote stadsjongen, weet even niet hoe ik dit moet aanpakken en zet direct een paar grote stappen achteruit, tot groot plezier van mijn collega. ‘Ze bijten niet hoor’, hoor ik haar lachend zeggen. Zij komt uit dit gebied en het lukt haar om de beesten op hun plek te houden.
Na het uitlezen van hun oortags komen we er snel achter van wie de dieren zijn. We nemen contact op met de verbaasde boer die net wilde gaan slapen. Hij roept dat hij er direct aan komt. Volgens onze boer hebben zijn dieren aardig wat kilometers afgelegd.
Terwijl we buiten zachtjes nog wat aan het napraten zijn gaat de voordeur open van de woning waar de “inbrekers” in de tuin hebben gestaan. De nietsvermoedende man heeft nauwelijks iets meegekregen en vraagt wat er aan de hand is. Samen met de boer kijkt hij daarna nog even naar de schade. Ik loop even mee om te zien of ze er samen uit komen. Wanneer ik me omdraai en wegloop valt me nog iets op. Deze man hoeft zijn tuin de komende drie jaar niet te bemesten.