Zuid-Holland heeft – als de meest dichtbevolkte provincie van Nederland – de opdracht gekregen vanuit het Rijk om ruim 20% van de totale landelijke woningbouwopgave te realiseren. Ruim 200.000 woningen moeten er voor 2030 gebouwd worden. “We kunnen lang praten over de aantallen, maar wat leidend moet zijn in deze discussie is dat er voldoende ruimte gereserveerd wordt om er ook een fijne leefomgeving van te maken,” zo sprak CDA-Statenlid Moniek van Sandick gisteren bij de commissievergadering van Ruimte, Wonen en Economie.
In Zuid-Holland groeit de vraag naar woningen. Vanuit de provincie wordt er stevig ingezet op het terugdringen van het woningentekort, bijvoorbeeld door procedures te vereenvoudigen, complexe locaties gereed te maken voor woningbouw, conceptbouw te stimuleren en met de ‘Vliegende Brigade’ knelpunten bij gemeenten weg te nemen door snel en gericht personele expertise te leveren. “Het Rijk kan wel eisen dat we nóg meer woningen gaan bouwen, maar de opgave is al enorm,” vindt Van Sandick. “Die opgave zal ook gevolgen hebben voor de leefbaarheid in de dorpen én steden in onze provincie.” Juist daarop moet meer gestuurd worden, zo pleit het CDA.
“We moeten verder denken dan beton, stenen en metselwerk,” legt Van Sandick uit. “Iedereen snapt dat een nieuwe woonwijk niet kan zonder goede fietspaden, wegen of aansluitingen van het openbaar vervoer. Dat nieuwe woningen duurzaam moeten zijn. Dat er voldoende sociale huur- en middenhuurwoningen moeten komen.” Maar volgens het CDA blijft het hier niet bij. “Want net zo goed kan een woonwijk niet zonder scholen, buurthuizen, sportaccommodaties, speelplaatsen voor kinderen, huisartsenpraktijken of bibliotheken. We wonen, werken én recreëren in Zuid-Holland. Dat betekent dat er ruimte moet zijn waar we samen kunnen komen, voor onderwijs, sport, cultuur en welzijn.”
Bovendien is het ‘inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam maken’ van steden één van de doelstellingen van de Verenigde Naties. Volgens het CDA dragen deze vormen van ‘maatschappelijk vastgoed’ hieraan bij en moeten mede bepalen hoeveel woningen ergens gebouwd kunnen worden. “In plaats van het bouwen van woningen moeten we starten met het bouwen van gemeenschappen: nieuwe wijken waar het prettig is om met elkaar te leven.”
Van Sandick kijkt dan ook uit naar de resultaten van het onderzoek naar het maatschappelijk vastgoed in Zuid-Holland, waarvoor het CDA een verzoek had gedaan. Hieruit volgt ook een advies over de provinciale rol bij het voorzien in voldoende maatschappelijk vastgoed.