Skip to content

Dromen op muziek: ‘Als luisteraar creëer je je eigen verhaal’ – Een interview met Joost Spijkers

8 oktober 20227 minute read

Een theaterconcert dat je opzweept en meevoert naar een mysterieuze plek. Joost Spijkers en zijn band bezingen liefde, leven en de dood en alles daartussen in.Naast zijn avonturen bij de Ashton Brothers, bouwt Joost Spijkers (45) als zanger en liedmaker aan een solo-oeuvre van intense muziektheatervoorstellingen waarin hij poëtisch-rauwe liedjes zingt. De muziek meandert van Balkan naar jazz en van straffe rock naar lieflijk chanson.

‘Een sublieme cocktail van vreugde, verdriet en verlangen’, oordeelde de jury van de belangrijkste Nederlandse cabaretprijs, de Poelifinario, over Spijkers II, de vorige voorstelling. Nu is het tijd voor Hotel Spijkers, waarover de Volkskrant (****) schreef: ‘Hier wordt het volle leven bezongen, met alle toppen en dalen. Joost Spijkers zingt helder en gepassioneerd. Hij maakt indruk als hij theatraal uitpakt.’

Droomwereld

Een man loopt verdwaasd de lobby van het hotel binnen, hij is kleddernat en heeft zijn schoenen in zijn hand. Hij wil graag inchecken, maar er is niemand te zien. Het orkestje in de lobby speelt onverstoorbaar door. Tijdens het wachten flitst het leven van de man aan hem voorbij, vol zoete, pijnlijke en geestige herinneringen. De man barst in zingen uit: ‘Sara, Sara, als je niet kunt slapen/Als je bent vergeten hoe dat moet/Denk dan maar terug aan onze dagen samen/Waarin alles warm was en goed.’

Joost Spijkers: ‘Meer nog dan in mijn vorige voorstellingen wilde ik dat Hotel Spijkers een soort trip zou worden, een hallucinerende droom van associaties die elkaar opvolgen en waarbij het ene beeld overvloeit in het andere. Hotel Spijkers is een plek die je wel kent, maar niet uit het echte leven. Af en toe mag het er een beetje schuren, maar het is toch een plek waar je niet meer weg wil. Omdat je er welkom bent, het er fijn is en vooral troostrijk.’

Ik maak van alles mee

Na jaren op grote hoogte te staan bij de Aston Brothers, die moeiteloos fysieke slapstick, muziek en humor in de blender gooien, ontstond bij Joost de wens om meer met tekst te doen. ‘Bij de Ashton Brothers werken we veelal zonder taal en het is lastig om dat te veranderen. Bovendien ben ik al twintig jaar ‘getrouwd’ met die mannen, ik vond het ook wel eens leuk om iets zonder ze te doen.

Een belangrijk moment was mijn ontmoeting met dichter en toneelschrijver Peer Wittenbols,’ vertelt Joost. ‘Ik viel op mijn knieën van de schoonheid van zijn teksten. Toen ik hem vroeg om een lied voor mij te schrijven, viel alles op zijn plek. Ik kan zelf niet zo heel goed schrijven, maar ik maak wel van alles mee in mijn leven. Dat vertel ik aan Peer en dan schrijft hij een tekst voor mij.’

Miniatuurschilderij

Hoe komt het dat Wittenbols zo goed woorden kan geven aan Joost zijn verhaal? ‘Ik weet het niet goed, het is een beetje magisch. Toen ik die eerste tekst las, voelde het als de Slavische poëzie die ik kende, dat had ik in Nederland nog nooit zo gelezen. We hebben in Nederland fantastische tekstdichters, Willem Wilmink bijvoorbeeld, maar zij schrijven vaak miniatuurvertellinkjes. Een toneelstukje in een lied als het ware. De Slavische poëzie is meer een miniatuurschilderij, dat bestaat uit flarden, gedachten en emoties waar je als luisteraar zelf een heel verhaal in kunt leggen. Mijn stiefmoeder is Bosnische en als zij naar Balkanmuziek luisterde, zat ze bij het tweede nummer al te huilen. Dat maakte enorme indruk op mij als kind. Er leek een wereld in die muziek te schuilen waar ik niet helemaal bij kon. Misschien is het mijn verlangen om, tegen mijn nuchtere, Nederlandse natuur in, mijn emoties meer vrij te laten.’

Persoonlijke teksten

Die teksten van de liedjes in Hotel Spijkers zijn dus heel persoonlijk. Zoals het lied ‘Uit het zuiden’ waarin Joost zingt: ‘Ik kom uit het Zuiden, het Zuiden/Heb ik zelf niet om gevraagd/Ik kom uit het Zuiden, het Zuiden/Mijn vader was pastoor/En mijn moeder is nog maagd.’ Ook waargebeurd? ‘Zeker weten. Mijn stiefvader was priester en pastoor in het dorp waar hij, tegen de regels in, met mijn moeder en zus woonde. Ik woonde bij mijn vader.’

Dan lachend: ‘Ik hoef dus echt niks te verzinnen.’ Daarnaast zingt Joost een lied van Jacques Brel, ‘Jojo’, en twee nummers van Charles Aznavour, ‘La Mamma’ en ‘L’amour’ die wonderwel bij de rest passen. Maar ook bijvoorbeeld het Macedonische ‘Dejgidi’: ‘Dat is een van mijn lievelingsnummers uit de voorstelling. Ik zing het samen met Stan Mitrovic, mijn saxofonist, en dan zie je op de projectie dat ik op bed lig. Er zwemmen allemaal vissen door de kamer en het portret van mijn vader hangt aan de muur. “Waar is mijn jeugd gebleven?” betekent het. Een beetje weemoedig ja, maar een heerlijk lied om te zingen.’

Rauwe energie

Een van de nieuwigheden in Hotel Spijkers is dat er dit keer gebruik wordt gemaakt van projecties. Regisseur Titus Tiel Groenestege verzamelde foto’s van kastelen, landhuizen en hotels. Ze doen een beetje ouderwets en soms spookachtig aan en je kijkt daardoor je ogen uit. De kamers worden bevolkt door Joost zelf en een keur aan vrouwen, waaronder zijn dochter, zijn echtgenote en zijn ‘bier- en buurvrouwen’ zoals hij ze noemt. ‘We hebben met zijn allen een fotoshoot gehad en die beelden zijn later in de kamers “geshopt”.

Ik vind het zo fijn dat ze elke avond bij me zijn, dat maakt het heel persoonlijk. En die beelden helpen heel erg voor de droomsfeer in de voorstelling.’ Naast de beelden is ook zijn band belangrijk: ‘Er is een nieuwe muzikant bij, Arno Bakker op sousafoon, die meer uit de festival- en clubscene komt. Hij brengt een rauwe energie mee die Hotel Spijkers goed kan gebruiken. Drummer Arend Niks, gitarist Andreas Suntrop en saxofonist Stanislav Mitrovic komen meer uit de jazzhoek en kunnen alle stijlen spelen. Stan deelt zijn roots in de Balkanmuziek met mij. De band voelt als een vriendenfamilie die mij ondersteunt in mijn verhaal.’

Saamhorigheid

Nog even terug naar het juryrapport van de Poelifinario: ‘Elke noot, elk woord, elke handeling wordt met volle, theatrale overgave gebracht en dan maakt dat Spijkers II recht in het hart raakt’. Daaraan moet worden toegevoegd dat er niemand is die zo vrolijk en toegewijd de pieken en vooral dalen van het leven bezingt. Joost moet lachen: ‘Het is voor mij de enige manier om ermee om te gaan. Ik vind het leven helemaal niet zo leuk en vrolijk, maar je moet het ermee doen.

Het mooiste dat er is, in mijn ogen, is op het toneel staan, muziek maken, dansen en zingen. Ik heb de behoefte om elke voorstelling met mijn publiek een gevoel van saamhorigheid te laten ontstaan. We pakken elkaar vast en genieten van de muziek. We vinden troost bij elkaar, we lachen en drinken samen, ondanks alles. We delen onze smart. En dan hoop ik dat mensen met een gevoel van opluchting, vrijheid, warmte en liefde naar huis gaan.’

Hotel Spijkers staat op donderdag 27 oktober 2022 om 20.15 uur in Theater Warenar te Wassenaar

Kaarten via de website www.warenar.nl/programma-22-23

Of aan de kassa op maandag en woensdag tussen 10.00 – 14.00 uur | 070 511 8382

Tags

InterviewJoost SpijjkersTheater WarenarTheatervoorstellingWassenaar
Gerelateerde artikelen
Back To Top