Op 27 januari 1945 werd het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau bevrijd. Naar aanleiding daarvan riep in 2005 de Verenigde Naties deze dag uit tot ‘International Holocaust Remembrance Day’. Traditioneel legt op de laatste zondag in januari het gemeentebestuur van Wassenaar een krans tijdens een herdenkingsbijeenkomst op de Joodse begraafplaats Persijnhof. Dit jaar mocht ik dat als plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad doen, samen met burgemeester De Lange.
Onlangs werd een onderzoek van de Jewish Claims Conference gepubliceerd waaruit bleek dat onder jongeren nog erg weinig bekend is over de verschrikkingen van de oorlog, de Jodenvervolging en de Shoah. Het is geen geheim dat veel moslimjongeren een vijandsbeeld van Joden krijgen ingepeperd. In het onderwijs wordt daarom de Shoah vaak als onderwerp vermeden. Gelukkig niet in Wassenaar; zo worden er sinds 2021 met bijdragen van leerlingen van het Rijnlands Lyceum en de Bloemcampschool Stolpersteine geplaatst, waarmee de slachtoffers van het nationaalsocialisme worden herdacht.
In 2022 heeft de gemeenteraad op initiatief van DLW unaniem ingestemd met een onderzoek naar de gedragingen van de gemeente tegenover Joodse huiseigenaren tijdens de Tweede Wereldoorlog en het rechtsherstel daarna. Inmiddels is dit onderzoek van start gegaan.
Een goed voorbeeld is Huize Klimop, dat in de oorlog is onteigend. De eigenaren keerden niet terug. Het pand werd in beheer genomen door het Nederlands Beheersinstituut en verkocht aan de gemeente. Hoe is hierna met de belangen van de nabestaanden omgegaan?
DLW wil weten of er in de Tweede Wereldoorlog meer Joodse huizen in opdracht van de gemeente zijn leeggehaald. Hebben Joden in opdracht van de gemeente hiervoor moeten betalen? Heeft de gemeente op last van de bezetter onroerende zaken gevorderd? Wat heeft de gemeente na de oorlog gedaan met de eventueel ontvangen huurpenningen? In hoeverre zijn er Joodse huizen en landbouwgronden onteigend? Zijn er na de oorlog met de nabestaande ‘minnelijke regelingen’, al dan niet onder druk, tot stand gekomen? Verhinderde gemeentelijke huisvestingsregels de terugkeer van Joden naar hun eigen huis, waardoor ze min of meer gedwongen waren het alsnog te verkopen? Als Joden na de oorlog niet terugkeerden naar hun huis omdat zij vermoord waren of niet traceerbaar, zijn hun woningen door de gemeente verkocht en zo ja, wat is met de opbrengsten daarvan gedaan?
Opvallend is overigens dat één wethouder geen voorstander bleek te zijn van een dergelijk onderzoek. Dat geeft te denken.
Ben Paulides,
fractievoorzitter Democratische Liberalen Wassenaar (DLW)