In 2020 en 2021 werden veel meldingen van discriminatie geregistreerd op de maatschappelijke terreinen collectieve voorzieningen en commerciële dienstverlening. De meeste van deze meldingen hadden betrekking op ervaren gevolgen van de coronamaatregelen. Deze maatregelen werden door veel burgers ervaren als belemmerend voor hun sociaal maatschappelijk functioneren of een aantasting van hun grondrechten. De discriminatiecijfers over 2022 wijken af van dit beeld en vertonen veel overeenkomsten met 2019 en voorgaande jaren.
Dat blijkt uit de Monitor Discriminatie Haaglanden en Hollands Midden 2022 die vandaag door Stichting iDb is uitgebracht. In dit rapport zijn de registratiegegevens van Stichting iDb, de Politie, Den Haag Meldt en het College voor de Rechten van de Mens over discriminatie binnen de 27 gemeenten in beide regio’s verwerkt en gepresenteerd. In 2022 hebben de Politie, Stichting iDb en Den Haag Meldt in totaal 1.449 incidenten en voorvallen geregistreerd over ervaren en gesignaleerde discriminatie.
Herkomst of huidskleur de meeste gemelde discriminatiegrond
In 2022 was discriminatie op grond van herkomst of huidskleur bij de Politie maar ook bij Stichting iDb en Den Haag Meldt de meest voorkomende discriminatiegrond. Evenals in voorgaande jaren, dus ook tijdens de coronaperiode, had ruim een derde van de meldingen of registraties over discriminatie betrekking op de herkomst of huidskleur van de persoon die met discriminatie werd geconfronteerd.
Discriminatie op grond van seksuele gerichtheid wordt vooral bij de Politie gemeld
Discriminatie op grond van seksuele gerichtheid of seksuele identiteit behoort ook tot de meest geregistreerde discriminatiegronden. Een nadere kijk op de cijfers toont wel dat de betreffende meldingen vooral bij de Politie worden gedaan. In 2022 ging het om 26% van alle incidenten en voorvallen die de Politie had geregistreerd. Bij veel incidenten en voorvallen was sprake van geweld in combinatie met uitlating.
Een verdere stijging van niet-wettelijke gronden
De cijfers laten ook zien dat het aantal meldingen op niet-wettelijke gronden toeneemt. Deze trend is niet los te zien van de toegenomen bewustwording over de ontwrichtende werking van discriminatie en sociale uitsluiting. Deze meldingen vallen buiten de twaalf discriminatiegronden van de gelijke behandelingswetgeving. De samenstelling van deze groep melders is divers. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat sommige meldingen betrekking hebben op het sociaal maatschappelijk functioneren en andere gaan over aantasting van de grondrechten van de melder.