Dinsdagavond 2 juli 2024 was de laatste raadsvergadering voor het zomerreces. Naast een aantal hamerstukken waren er ook vragen, moties, amendementen en diverse bespreekstukken. De verwachting was dat het er bij sommige onderwerpen heftig aan toe zou kunnen gaan. De messen leken geslepen te zijn en blonken eigenlijk als nooit tevoren in deze coalitieperiode. Maar uiteindelijk was het wel een lange, maar een van de betere vergaderingen omdat de meeste besluiten met wisselende meerderheden werden aangenomen.
Het feit dat het college tijdens een commissievergadering zonder wat te zeggen uit de vergadering was weggegaan verraste en verbaasde alle aanwezigen. Hierop verlieten alle aanwezige oppositieleden boos de vergadering. Een aantal commissieleden wilde het college namelijk in de commissie vragen stellen. Dit vragenvuur was nu te verwachten in de raadsvergadering, maar gezien de afwezigheid van 2 raadsleden van de coalitie was de oppositie sowieso in de meerderheid met alle mogelijke gevolgen van dien.
Ook de tegenvaller in de recent besproken Kadernota maakten dat alle raadsleden deze vergadering, niet alleen de oppositie, kritisch ingingen. De vergadering ging onder andere over zienswijzen bij de Gemeenschappelijke Regelingen, de Jaarrekening 2023 de Voorjaarsnota 2024, fietsveiligheid en een nieuw subsidiebeleid en niet te vergeten de al meermaals uitgestelde uitbreiding van de tijdbestedingsnorm voor de DLW-wethouder Zoutendijk.
Na lange onderhandelingen had ik namelijk een agenderingsverzoek over de urenuitbreiding van de wethouder kunnen indienen dat ondersteund werd door alle coalitiedragende partijen. Het was niet wat ik wilde, maar 0,75 fte en met terugwerkende kracht was een compromis. De wethouder was indertijd aangesteld met een tijdsbestedingsnorm van 0,5 fte (18 uur per week), terwijl de 3 andere wethouders allen 1,0 fte als norm hadden gekregen. Dit was zo door de raad vastgesteld, gebaseerd op de uitkomsten van de coalitieonderhandelingen.
Gezien het feit dat de agenda’s van de wethouders op maandagen en dinsdagen volgepropt zijn met interne vergaderingen, zijn de 18 uren al bijna verbruikt voordat de overige werkzaamheden een aanvang kunnen nemen, zoals overleg met tal van instanties, werkbezoeken, het voorbereiden van vergaderingen in de daaropvolgende week, enzovoorts.
Gedurende de raadsperiode bleken er bovendien meer taken te zijn dan voorzien en die taken werden neergelegd bij de wethouder die ‘nog ruimte’ had. De beloning daarvoor bleef echter achterwege en dat was de reden van mijn agenderingsverzoek om die onredelijkheid met terugwerkende kracht in ieder geval iets te verzachten. Dat lag zowel bij de coalitie als de oppositie om verschillende redenen gevoelig. Als hoofdindiener van het verzoek (en op basis van de Gemeentewet) moest ik het voorstel in overwegende mate verdedigen. Ik had gehoopt op een raadsbrede steun voor het voorstel, mede gezien het feit dat wethouder Zoutendijk door alle raads- en commissieleden wordt gezien als aimabel en competent, maar gezien de amendementen zat er een raadsbreed besluit er niet in.
Een van de pijnpunten was de terugwerkende kracht en daarin wilde ik wel een concessie doen. Aangekomen bij het agendapunt verzocht ik de voorzitter direct om een schorsing om met alle fractievoorzitters te overleggen zodat er een breed gedragen voorstel kon worden aangenomen.
Lang verhaal kort, dat lukte waardoor uiteindelijk het door mij aangepaste voorstel unaniem werd aangenomen en daar ben ik iedereen heel dankbaar voor.
Ben Paulides, fractievoorzitter Democratische Liberalen Wassenaar (DLW),