Na het verschijnen van het boek Schaamte en trots in Wassenaar in 2021, zijn er vanuit Wassenaar uiteenlopende reacties gekomen. Eén van die reacties kwam van een historicus, die bijzondere brieven aantrof in het Wassenaarse oorlogsarchief over NSB-ers en een Wassenaarse Joodse vrouw. De vrouw heette Sophia Sara Workum, geboren in Amsterdam in 1910 en overleden in 1991 in Wassenaar.
NSB
Dit verhaal gaat over deze Wassenaarse Sophia Workum, in en na de Tweede Wereldoorlog. Sophie is getrouwd met de niet Joodse Hendrik Hopman, makelaar. Zij woont met haar man op de Lange Kerkdam 85. Samen hebben zij een dochter, Sibille Hopman, die op 5 september 1935 in Leiden is geboren. Al ver voor de oorlog worden Hendrik en Joodse Sophia lid van de NSB. Maar kort na de inval van de Duitsers in mei 1940 krijgen beiden veel moeite met het gedachtengoed van de NSB en worden zij uit de Wassenaarse NSB-afdeling gezet.Desondanks blijven zij steun krijgen van Wassenaarse NSB-ers. Sophia en haar dochter Sibille zijn hierdoor gered van deportatie naar Auschwitz. De Joodse traditie leert, dat de overerving van het Jodendom loopt via de vrouwelijke lijn. Sibille was daarom ook Joods en liep dus evenveel gevaar als haar moeder.
Jodenster
In 1942 wordt Sophia opgepakt door de Duitsers, omdat zij weigert een Jodenster te dragen. Sophia werkt dan zonder Jodenster in een Wassenaarse winkel in de Gravestraat.
Omdat zij getrouwd is met een niet Joodse man, wordt zij niet opgepakt omdat ze Joods is, maar alleen omdat zij weigert een Jodenster te dragen. Zij wordt in 1942 gevangen gezet in Filmstad. Filmstad is een groot studiocomplex van filmmaker Loet Bernstein tussen Wassenaar en Den Haag, nabij paleis Huis ten Bosch. In de oorlog dient dit complex onder andere als gevangenis en als montagehal voor de V2 raketten. In 1944 is dit complex volledig vernietigd door de Engelse bombardementen.
Hulp van de NSB
Naar blijkt uit de archieven, doen NSB-ers in Wassenaar hun best om Sophia vrij te krijgen. Eén van die NSB-ers is Jan Vogels uit het Tuinpad, mijn opa. Hij schrijft in 1942 een brief aan Van Geelkerken, de tweede man van de NSB en woonachtig in Wassenaar. Hij vraagt aan Van Geelkerken om deze Jodin, die overtuigd lid was van de NSB, vrij te laten. Deze actie wordt gevolgd door een brief van NSB burgemeester de Blocq van Scheltinga aan de NSB-leiding. Deze schrijft op 10 mei 1943 aan de leiding van de NSB in Utrecht het volgende:
,,Ik moge het volgende onder uw aandacht brengen. In mijn gemeente is een Jodin woonachtig, genaamd S. Hopman-Workum. Zij is vanaf 8 mei 1935 lid van de Beweging en heeft deze in de moeilijke jaren door colportage enz. daadwerkelijk gesteund. Tijdens de oorlogsjaren werd zij geïnterneerd in Filmstad. Met haar Joodsche familie heeft zij geheel gebroken. Zij is gehuwd met een Ariër, eveneens sedert 1935 lid der Beweging. In 1940 zijn zij beiden uit de beweging ontslagen. Gisteren ontving zij van de “ Zentralstelle für Jüdische Auswanderung” te Amsterdam, een oproep zich op 20 mei te melden in het Kamp Westerbork bij Hooghalen.
Op grond van vorenstaande moge ik u verzoeken pogingen in het werk te stellen, deze Jodin aan dezelfde behandeling te onderwerpen als de Joden welke eertijds lid van de Beweging waren “.
Een antwoord op deze brief van de leiding van de NSB in Utrecht is (nog) niet in het Wassenaarse archief gevonden, maar feit is wel dat Sophia Workum de Tweede Wereldoorlog heeft overleefd. Ook haar dochter Sibille heeft de oorlog overleefd. De directe familie van Sophie heeft de oorlog niet overleefd, zo is te lezen op internet op het www.joodsmonument.nl Hier staat het volgende:
,, Sophia Sara (Fie) Workum is een dochter van Hartog Workum (1879-1942) en Frederika Sajet (1875-1936). Zij heeft de oorlog ondergedoken overleefd. Haar vader is na het overlijden van Frederika (1936) hertrouwd met Johanna Sabella Beem (1888-1942). Beiden zijn in september 1942 omgebracht in Auschwitz. De zoon Jacques Anton Workum (de broer van Sophie) is op 28 februari 1943 eveneens in Auschwitz omgebracht.”
Remco
Na de oorlog krijgen Hendrik en Sophia nog een zoon, Remco Hopman. Remco is nu 76 jaar en woont in Wassenaar. Het is dit jaar gelukt om in contact te komen met Remco. Hij wist wel iets over de oorlogsgeschiedenis van zijn moeder, maar kende niet de details. Samen zijn we naar het Nationaal Archief in Den Haag geweest om te kijken of wij nog meer informatie konden vinden over zijn vader, moeder en zijn zus.
Hendrik en Sophia blijken beiden na de bevrijding opgepakt en gevangen gezet in interneringskampen in Den Haag. Voor de Joodse Sophia moet dat extra zwaar zijn geweest. Eerst als Joodse gevangen genomen door de Duitsers, daarna ondergedoken en tot slot weer als voormalig NSB-er gevangen gezet door de Nederlanders.
Lang heeft de gevangenschap van beiden na de oorlog niet geduurd. Na vele getuigenverhoren van Wassenaarders in 1945 en 1946 zijn zij na enige maanden internering vrijgelaten. De enige aanklacht bleef het lidmaatschap van de NSB tot 1940.
Maar dat werd niet zwaar bestraft. Wel heeft Hendrik Hopman lange tijd veel last ondervonden van het NBI, het Nederlands Beheer Instituut, dat na de oorlog de opdracht kreeg van alle NSB-ers geld en goederen in beslag te nemen. Hendrik Hopman heeft jaren onder curatele gestaan van een bewindvoerder van het NBI.
Remco wil graag nog meer weten over het oorlogsverleden van zijn moeder en zus Sibille, die ook in Wassenaar heeft gewoond en in 1999 is overleden.
Vanaf volgend jaar worden de archieven openbaar en zal er veel te vinden zijn op internet. Maar desondanks zal er voor Remco nog veel niet duidelijk zijn.
Zo weet hij bijvoorbeeld niet precies waar zijn moeder en zus in de oorlog zijn ondergedoken.
Het bijzondere aan dit verhaal is, dat de Joodse Sophia en haar dochter Sibille niet zijn gedeporteerd en omgebracht, doordat de Wassenaarse NSB-afdeling haar in bescherming nam. Uit de brief van NSB-burgemeester de Blocq van10 mei 1943 blijkt dat dit voor nog meer NSB-Joden heeft gegolden.
Harry Vogels
Bron: Nationaal Archief Den Haag en Gemeentearchief Wassenaar