De naam Engelandvaarder is in Nederland de erenaam voor alle mannen en vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939-1945), na de capitulatie van de Nederlandse strijdkrachten op 15 mei 1940 en vóór de geallieerde invasie in Normandië op 6 juni 1944 (D-day), uit bezet gebied wisten te ontsnappen. De bedoeling was om zich in Engeland of ander geallieerd gebied bij de geallieerde strijdkrachten aan te sluiten om actief de strijd aan te gaan met de vijand (Duitsland, Italië, Japan) deel te nemen.
Engelandvaarders konden Engeland via verschillende routes bereiken. Er was een Noordelijke route via Zweden en een Zuidelijke route via Spanje en Portugal, of via Zwitserland. Slechts weinigen reisden rechtstreeks per schip vanuit Nederland naar Engeland (Noordzeeroute). Een enkeling ging via de Oostelijke route, die via de Sovjet-Unie liep.
In Engeland werden de Engelandvaarders verhoord door de Britse veiligheidsdienst MI5 en daarna door de Nederlandse veiligheidsdienst. De verhoren van de Nederlandse veiligheidsdienst zijn bewaard gebleven.
Oscar Willem de Brey

Oscar werd geboren op 1 oktober 1921 in Wassenaar en is overleden op 6 september 1944 Oscar had het voornemen om in Delft vliegtuigbouw te gaan studeren. Hij liet zich in 1940 inschrijven aan de T.H. Delft. Door zijn hulp aan Engelandvaarders en anderen, die zich in gevaar bevonden, raakte hij al spoedig diep in de ondergrondse werkzaamheden verwikkeld, waardoor de Gestapo op zijn spoor kwam. Hun drie maanden durende zoektocht bleef echter zonder succes. In december 1940 vertrok de Brey in de hoop Engeland te bereiken. Zijn tocht bracht hem in kampen en gevangenissen maar werd na een paar jaar met succes bekroond.
Hij scheepte in naar Amerika waar hij een legeropleiding doorliep. In december 1942 zag hij kans naar Engeland overgeplaatst te worden, waar hij zich op 18 januari 1943 meldde voor training tot marconist (SOE agent – England Special Operations Executive). Hij verwachtte bij dit onderdeel het snelste onder actieve dienst geroepen te worden.
De Brey was ‘tijdelijk’ sergeant B.B.O. detachement Londen en opereerde onder de naam CROQUET (zijn trainingsnaam was O.W. de BLANK). Zijn codenaam in the field THEO; field name Oscar de BOOY. Op 21 mei 1943, werd hij in Nederland bij een dropping in Garderen als geheim agent neergelaten en een dag later gevangen genomen. Van de 57 Nederlandse geheim agenten die in 1941 – 1943 door de Engelse Special Operations Executive (SOE) werden uitgezonden, werden er 52 gearresteerd. De Duitsers kregen daardoor toegang tot hun radiozenders en codes en konden zo het zendverkeer overnemen. Op dezelfde dag wordt de Brey geplaatst in Haaren, inschrijfnummer 1979 met de naam Bronsema.
Kamp Haaren
Kamp Haaren (Duits: Polizeigefängnis und Untersuchungs Gefängnis Haaren) was van 1941 tot 5 september 1944 een gijzelaarskamp en huis van bewaring van de SD, gevestigd in het grootseminarie in de gemeente Haaren, Noord-Brabant. In Kamp Haaren zaten zowel gijzelaars als onderduikers, ontsnapte gevangenen, piloten, parachustisten en verzetsmensen onder wie tientallen tijdens het Englandspiel opgepakte Nederlandse agenten. Vanaf 3 september zat de Brey gevangen in Mauthausen, inschrijfnummer 96546.
Kamp Mauthausen
Mauthausen was een concentratiekamp, gelegen in Oostenrijk nabij het gelijknamige dorp ten oosten van Linz. Het was in gebruik van 8 augustus 1938 tot aan de bevrijding door de Amerikaanse troepen op 5 mei 1945. In Mauthausen hebben bijina 200.000 personen gevangen gezeten, vooral politieke gevangenen, verzetsmensen en Joden die als ‘strafgeval;’ gedeporteerd waren, maar ook krijgsgevangenen, Sinti en Roma, Jehova’s getuigen, homoseksuelen en criminelen. In totaal kwamen circa 95.000 gevangenen om het leven, als gevolg van uitputting door dwangarbeid in de nabijgelegen steengroeve, ziekte, verhongering of vergassing.

Op 6 en 7 september 1944 werden 40 Nederlandse en 7 Britse militairen, die als geheim agent boven bezet gebied waren neergelaten, op beestachtige wijze door de SS in Mauthausen vermoord. De lijken werden in het kampcrematorium verbrand. Joegoslavische en Russische gevangenen hebben de asresten apart gehouden uit piëteit tegenover deze gevallenen. De kist met as werd met groot gevaar voor eigen leven begraven in een sleuf die in verband met de aanleg van een riolering naast de bunker was gegraven. Deze plaats werd gemarkeerd met een liggende gedenksteen, die op 7 september 1965 officieel werd geplaatst.
De familie van Oscar de Brey heeft in de oorlogsjaren nimmer geweten waar Oscar zich bevond. Zij plaatsten een advertentie.
Karel Willem Adriaan Broese van Groenou
Karel Broese van Groenou werd geboren op 5 september 1908. Hij woonde op de Groen van Prinstererlaan no. 1. Broese studeerde voor vliegtuigbouwkundig ingenieur. Voor de 33-jarige Wassenaarder Karel Broese en medestudent Hans Maas uit Den Haag begon hun avontuur met een toevallige ontmoeting, toen zij bij de Hondsebossche Zeewering met een hengel en aas rondstruinden. De daar vissende Jaap Snip uit Schoorl had zelf al eens een poging gedaan om naar Engeland over te steken maar dat was mislukt. Hij herkende de bedoeling van de twee scharrelende ’vissers’ en bood ze aan te helpen.
Er werd een plan gemaakt en Hans Maas, die civiele techniek studeerde, bouwde van hout een schip. Het bestond uit drie delen die aan elkaar geschroefd konden worden. De houten pakketten werden per Van Gendt en Loos naar Alkmaar gebracht. Op de vrachtbrief stond: ‘Kippenhok’. Vervolgens werd het ‘kippenhok’ naar een garage gebracht en daar in elkaar gezet. In de nacht van 12 op 13 november 1941 was het zover. Naast Karel Broese van Groenou en Hans Maas gingen ook de 25-jarige Wassenaarder Jobs Jacobsen, student economie en de heer R.S. Braadt mee. Het lukte de 4 mannen op 11 november 1941, bijgestaan door Jaap Snip en andere helpers om het scheepje over de dijk te tillen en het schip de zee in te duwen.
De plaats was goed gekozen. Achter een gestrand schip, de “Prince George’, was de branding een stuk rustiger. Het weer zat niet mee, de wind was hard en de zee ruig. Toch waagden ze het erop. De afgesproken code die ze zouden doorgeven als ze in Engeland waren aangekomen, kwam echter niet. Van de vier mannen is niets meer vernomen. Zij zijn vermoedelijk in de Noordzee bij hun poging om naar Engeland over te steken verdronken. Voor Karel Broese van Groenou staat er een gedenksteen op de natuurbegraafplaats Hillig Meer, Eext. De datum van overlijden werd door de Oorlogs Graven Stichting vastgesteld op 14 november 1941.
Gerrit Jacobus (Dick) van der Flier
Dick Van der Flier werd geboren op 2 september 1896 te Ambt-Ommen. Hij was directeur van de NV Exploitatie My Benkalis en een verwoed zeezeiler. Was gehuwd met Maria van de Kamp en woonde op de Jagerslaan 2a. Laatst bekende adres was Bloemcamplaan 53a.
Als reserve 1e Luitenant Dr. G.J.H. van der Flier werd hij begin januari 1940 ingedeeld bij de Afd. ’s Gravenhage van het V.L.K. Luchtafweerdienst, waar hij bekend stond als een uitmuntend officier.
Met zijn vrienden Olympisch watersporters Ernst Moltzer en Cornelis Kolff kocht hij in Warmond een zeilbootje, twee buitenboordmotoren en enkele blikken benzine en eten voor onderweg. Ze wilden de oversteek naar Engeland maken, maar moesten wachten op oostelijke wind, zodat ze zeilend de kust konden verlaten. Ze beschikten over kaarten van de Britse mijnenvelden Ernst Moltzer was een ervaren zeezeiler.
De groep huurde een villa aan het strand van Noordwijk, maar zagen dat de kust daar veel te goed door de Duitsers werd bewaakt. Ze kozen als vertrekpunt een duindoorgang ten westen van Bloemendaal. De eerste poging in september mislukte en werd gevolgd door huiszoekingen. Naar aanleiding van het vermoeden van verraad besloten ze onder te duiken.
In november 1941 probeerden ze opnieuw te vertrekken, ditmaal vanuit Castricum. Op de 14de was het oostelijke wind en een vlakke zee. Ze werden geholpen door een voerman met paard en wagen om hun zeilbootje naar de zee te brengen. De achterblijver wisten hun sporen uit. De afspraak was, dat ze bij aankomst in Engeland de zin “De bloemetjes zijn goed overgekomen’ zouden uitzenden. Het vertrek verliep voorspoedig,. De boot verdween uit zicht maar van de drie mannen is sindsdien nooit meer iets vernomen. Over Radio Oranje werd het afgesproken wachtwoord nooit uitgezonden. Vermoed wordt dat ze zijn verdronken. De weduwe van v.d. Flier heeft niets meer van hem vernomen. Zij trouwde later met de verzetsman Leen Pot.
Jacob Alexander Jacobson

Jacobsen is geboren op 3 oktober 1916 in Boekarest en overleden op 14 november 1941. Zijn laatst bekende woonadres was Backershagenlaan no. 50. Jacobsen maakte deel uit van de bemanning van het scheepje van Karel Broese, Hans Maas en R.S. Braadt. Hij was student in de economie in Amsterdam en reserve 2e luitenant bij de Huzaren van Boreel.
Hij heeft bij de cavalerie zijn dienstplicht vervuld en werkte daarna korte tijd op het kantoor van Unilever in Rotterdam, totdat hij in Amsterdam economie ging studeren. In november1941 probeert hij met zijn vrienden om naar Engeland te gaan maar dat mislukt. In Nood Holland kwamen zij in contact met de broers Jaap en Willem Snip, die eerder Engelandvaarders hadden geholpen. De broers adviseren hen bij Camperduin van wal te gaan en een boot te bouwen die uit drie delen bestaat, elk van de delen kon dan gemakkelijk als ‘kippenhok’naar de kust worden vervoerd. Het scheepje krijgt een houtconstructie en een huid van hechthout, met tanks (voor benzine en water) tussen de spanten. Via Van Gend & Loos wordt het bootje naar Alkaar vervoerd.
Op de vrachtbrief staat dat het transport in opdracht van Willem Snip plaatsvindt en het een ‘kippenhok’ betreft. De expediteur Fock Breed, die door de broers Snip bij het plan is betrokken, zorgt voor vervoer van Alkmaar richting zijn garage nabij de afgesproken plek van afvaart in Camperduin. In de nacht van 12 op 13 november lukt het de vier mannen met veel moeite en hulp het bootje naar de andere kant van de Hondsbossche Zeedijk te krijgen. Het weer zit niet mee, er staat een harde wind en de zee is ruig.
Toch besluiten ze het erop te wagen. De afvaart lukt, ze slagen erin door de branding te komen. Drie weken na hun vertrek informeren de broers Snip bij de echtgenote van Hans Maas in de Haagse Van Neckstraat 6 naar het lot van haar man. Zij kan geen enkele informatie geven. Wat er met de vier is gebeurd is onbekend. Ondanks nasporingen, ook vanaf de Engelse kust, is nooit meer iets van de Engelandvaarders vernomen. Zij zijn waarschijnlijk in 1941 verdronken in de Noordzee.
Maurits Kiek

Maurits Kiek werd geboren op 5 augustus 1909 en is overleden in Wassenaar 13 februari 1980. Voor Engelandvaarder Maurits Kiek bleef het elke dag 4 mei: ‘’Niets romantisch aan verzetswerk”, zei hij.
Zijn zoon Roland Kiek vertelt hierover:
‘’Voor mijn vader bleef het elke dag 4 mei. De oorlog was voor hem, nooit afgelopen. Van zijn hele familie overleefden, naast hijzelf, alleen twee zussen de oorlog. De rest werd vermoord in kampen. Mijn vader was een held, maar ook helden zijn bang. Na zijn dood in 1980 in Wassenaar vond ik in een kastje naast zijn bed een geladen pistool. Waarom? Misschien bleef hij bang, dat vijanden uit de oorlogsjaren alsnog voor hem zouden komen”.
Maurits groeide op in een Joods middenstandsgezin in Den Haag. Hij was scout in Den Haag. Techniek had zijn interesse, daarom volgde hij na de middelbare school een opleiding in radio techniek in Rotterdam. Hij werkte in Den Haag en bij Philips in Eindhoven en vertrok in 1929 naar België.In 1933 begon hij een fabriek voor radiotoestellen in Gent.
Al voor de Tweede Wereldoorlog hielp Maurits Joden in Nazi-Duitsland. Meteen na de Duitse bezetting begon hij met zijn spionagewerk voor de Engelse inlichtingendienst. Hij seinde militaire berichten naar Engeland. In Gent kwam hij na de capitualatie in contact met het Belgische verzet. Toen de Duitse contraspionage hem eind 1940 in zijn woonhuis in de Gentse Tijgerstraat in de gaten kreeg besloot Kiek in Den Haag onder te duiken, waar hij zijn inlichtingenwerk voortzette. Omdat hij een vergunning had om op de Rijn te varen, was hij in staat om waardevolle militaire gegegvens over de Duitse troepen te verzamelen die door het verzet aan Engeland doorgegeven werden.
Eind 1941 begonnen de Duitsers hem te verdenken en kon hij tenauwernood aan arrestatie ontkomen. Kiek wist met behulp van het verzet te vluchten.Op 15 april 1942 vertrok hij via de zuidelijke route. Hij kwam op 17 maart 1943 aan in het verenigd Koninkrijk. Daar werd hij geheim agent bij de Britse geheime dienst. Na zijn dropping op 13 juli 1943 in Noord Frankrijk wist hij Brussel te bereiken. Daar zette hij een ontsnappingslijn op en regelde contact tussen de Nederlandse en Belgische organisaties.
Ook zette hij een radioverbinding op. Dankzij het werk van Kiek konden 32 neergehaalde geallieerde piloten naar Engeland terugkeren. Op 15 september 1943 is Kiek gearresteerd in Brussel. De Duitsers wilden dat hij mee zou werken om valse berichten door te geven via de radio-installatie. Hij stemde hierin toe, maar had kans gezien daarvoor de Engelsen te waarschuwen dat hij garresteerd was. De berichten die hij daarna verzond deed hij zonder de vereiste veiligheidscode zodat men wist dat het valse informatie betrof. Op 11 mei 1944 werd Kiek uiteindelijk ter dood veroordeeld.
Na zijn veroordeling werd hij opgesloten in de gevangenis waar hij bleef totdat deze ontruimd werd na de landing van de geallieerden in Frankrijk. Kiek werd getransporteerd naar verschillende concentratiekampen en gevangenissen in Duitsland en werd uiteindelijk op 23 april 1945 bevrijd door het Amerikaanse leger uit de gevangenis in het plaatsje Amberg.
Na de oorlog bleef hij nog vijf jaar voor de Engelse inlichtingendienst werken. In 1947 kwam hij wonen in Wassenaar. Hij overleed op 13 februari 1980 eveneens in Wassenaar en werd begravern op de joodse begraafplaats Persijnhof in Wassenaarse wijk Kerkehout. Naar hem is in 2015 een pad vernoemd, ‘het Maurits Kiekpad’, dat loopt van de Scheveningse gevangenis door de duinen om te eindigen bij de Waalsdorpervlakte.
Peter Knijnenburg en Kees Neisingh
Eindredactie: Ellen Klaver-Asscheman
Bronnen:
Historisch archief gem. Wassenaar
Museum Engelandvaarders Noordwijk
Wikipedia, de vrije encyclopedie
Oorlogsbronnen