De gemeente Wassenaar moet zich niet laten meeslepen in de financiële en bestuurlijke problemen van Renbaan Duindigt. De draf- en rensport leeft al tientallen jaren een vegeterend bestaan, en de renbaan zelf is zwaar verwaarloosd. In de afgelopen 25 jaar heeft nog geen potje verf het lommerrijke toegangslaantje gepasseerd.
Met enige regelmaat verschenen Arabische prinsen, weldoeners en vastgoedondernemers ten tonele, die de renbaan van de ondergang zouden redden. Telkens zonder resultaat – behalve dat het aantal voorgestelde woningen in de plannen telkens verder toenam. Van sportieve redding was nooit sprake, van vastgoedontwikkeling des te meer.
In al die jaren is het de sector zelf niet gelukt om met een toekomstvisie en duurzaam businessplan te komen waarmee de levensvatbaarheid van Renbaan Duindigt kan worden gewaarborgd. De kans daarop lijkt inmiddels verkeken. Dat is niet verwonderlijk gezien de uiteenlopende – en vaak conflicterende – belangen binnen de organisatie rond de renbaan.
Toch zien we opnieuw dezelfde film: nu er sprake is van faillissement en financiële nood, staat er weer een ‘weldoener’ op. Maar niet met een visie op de draf- en rensport. Nee, ook deze keer is de ‘redding’ een vastgoedplan: woningen, appartementen, misschien een hotel. Allemaal onder het mom van behoud – maar in werkelijkheid niets anders dan een bouwproject dat weinig met hippische sport van doen heeft.
Het is belangrijk te benadrukken: het faillissement van Duindigt is geen gemeentelijke aangelegenheid. Zoals burgemeester De Lange ooit zei over Blokker: de gemeente bemoeit zich niet met het failliet van een particuliere onderneming. Dat geldt ook hier.
De gemeenteraad gaat over het bestemmingsplan Landelijk Gebied. Dat plan schrijft voor dat de gronden van Duindigt bestemd zijn voor sport en hippische activiteiten. Elke partij die de renbaan koopt, moet zich daaraan houden. Niet meer, niet minder.
Het is dan ook onterecht om de gemeente te verwijten dat zij Renbaan Duindigt ‘om zeep helpt’ door geen medewerking te verlenen aan villabouwplannen. De gemeente heeft geen enkele rol gespeeld in het wanbeheer van de renbaaneigenaren dat tot de huidige situatie heeft geleid. En plannen die de gronden willen bebouwen met woningen zijn géén redding voor de draf- en rensport. Toch blijken sommige politici daar gevoelig voor – in de hoop dat de renbaan daarmee behouden blijft. Die hoop is misplaatst. Immers een serieuze revitalisering van de Renbaan zal enkele tientallen miljoenen kosten en die haal je niet binnen met de verkoop van een aantal villa’s of hotel.
Wat de gemeente nu wel zou moeten doen, is serieus werk maken van een plan B. Als de nieuwe plannen niet passen binnen het bestemmingsplan, of financieel niet haalbaar blijken, dan moet er een alternatief klaarstaan. Gelukkig zijn er al initiatieven, onder andere van Hollands Duin, Dunea, de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland, om dit prachtige gebied in te richten voor natuur, recreatie en sport.
Maar bovenal: laat u als gemeente niet opnieuw meezuigen door zogenaamde weldoeners die de renbaan willen redden met een betonmolen.
Matthijs Spits