…Maar ik moet even wat kwijt over dat Burgerberaad Verkeer en al dat gepraat over burgerparticipatie.
Niet zo gek lang geleden zat ik op één van mijn favoriete bankjes, dit keer met Bikkie bij de ingang van Duinrell. Komt er een voor mij bekende vrouw naast me zitten. “Sam,” zegt ze, “wat vind jij van dat hele Burgerberaad Verkeer?”

Nou, ik zal u wat zeggen: ik was dus niet uitgenodigd. Niet. Uit. Genodigd. Terwijl ik al sinds 1948 mijn klompen versleten heb op de Wassenaarse wegen. Van de Berkheistraat tot de Maaldrift, van de Bloemluststraat tot de Groot Haesebroekseweg. Wie weet er beter waar de kuilen zitten, waar de bochten te scherp zijn en waar die scholieren tussen de auto’s door zigzaggen? Maar nee hoor. Geen brief, geen belletje. Helemaal niks. Maar goed, maakt niet. Maar met dit soort vragen ben ik alert. M.a.w. ik draai het om en vroeg wat ze er zelf van vond.
Zij vertelde dat het pittig was: felle discussies over fietspaden, parkeerdruk, oversteekplaatsen bij scholen, en vrachtwagens die door het dorp jakkeren alsof ze op de A44 zitten. “En de koffiepauzes?” vroeg ik natuurlijk, want dáár hoop ik altijd het meest op bij dat soort bijeenkomsten. Nou, eerst was er niks, maar na wat klagen kregen we echte gevulde koeken. Helaas niet van Kaptein, maar toch lekker.
Kijk, dáár zit het goud: in de gesprekken tussendoor, niet in die dikke rapporten.
En dan hoor je mensen mopperen: 172.000 euro weggegooid geld. Had je vier verkeershandhavers voor kunnen aannemen. Klinkt lekker op de markt, maar weet je wat pas écht weggegooid geld is? Rapporten die in de la verdwijnen omdat de raad denkt dat ze het zelf wel weten. Als je honderd Wassenaarders drie dagen laat zweten, moet je ook wat dóen met wat ze zeggen. Anders ben je niet alleen dat geld kwijt, maar ook het laatste beetje vertrouwen in de politiek.
Mijn ome Coop zaliger zei altijd: “Sam, als je alleen luistert naar mensen die al op je lijken, leer je niks nieuws.” En dat is nou precies waar zo’n beraad goed voor is. Honderd personen uit heel Wassenaar, jong en oud, met en zonder rijbewijs. Die hebben niet zomaar effe een middagje zitten bomen – nee joh, drie dagen lang! Gelukkig niet achter elkaar, maar tóch. Wanneer praat jij drie dagen over verkeer met mensen die je niet kent? Nou dan.
En dan kom ik bij de burgerparticipatie in het algemeen. Klinkt prachtig op papier: betrokken burgers, levendige wijken, samen plannen maken. In de praktijk krijg je meestal een uitnodiging die te laat komt, of die in je spambox hangt. En áls je er bent, krijg je een PowerPoint van 42 dia’s met “kaders” en “sporen die we willen verkennen”. Aan het eind mag je stickers plakken op ideeën die allang half vastliggen. De gemeente zegt dan: “Uw input is meegenomen in het vervolgtraject.” Ja hoor. Meegenomen de la in.
Eerlijk gezegd is het vaak toneel. De voorstelling heet “De gemeente luistert”, het script ligt al klaar. De kritische vragenstellers? Die zijn lastig. De mensen die écht iets willen veranderen? Die mogen een zienswijze indienen. Dat is ambtenarentaal voor: “Schrijf een brief, en we doen er niks mee.” Misschien moeten we het gewoon hernoemen: burgerdecoratie. Dan klopt het tenminste.
Dus, gemeente: praten kan iedereen, maar nou is het poetsen. U hebt honderd Wassenaarders drie dagen laten zweten. Laat dat niet voor niks zijn. En de volgende keer? Dan wil ik wél een uitnodiging. Al is het maar voor die koffiepauze – mét een gevulde koek van Kaptein.
Sam Babbel