Hoewel het boek Vergeefse moeite al enige tijd geleden is verschenen, blijft de roman van Freek van Beetz een indrukwekkend en herkenbaar verhaal over hoe familiegeschiedenis levens kan vormen. In het lot van de broers Max en Jacques Benninga toont de auteur hoe verzwegen oorlogsverleden, gemiste kansen en verkeerde keuzes generaties later nog kunnen doorwerken.
De broers Max en Jacques Benninga groeien op in een Joods gezin waarin oorlogservaringen en zakelijke tegenslagen als een donkere schaduw over het dagelijks leven hangen. Al op jonge leeftijd verlaten ze het ouderlijk huis. Hun wegen leiden beiden naar Amsterdam, maar daarna loopt hun levenspad sterk uiteen. Terwijl Max kiest voor een burgerlijk bestaan, stort Jacques zich in een wereld van drugs en nachtelijke party’s. Zijn relatie met de Venezolaanse Daniëlle Machado Gil trekt hem dieper het criminele circuit in, met uiteindelijk een Colombiaanse gevangenisstraf tot gevolg.

Jaren later, tijdens de begrafenis van Jacques, wordt Max aangesproken door een dominee die zijn broer in Colombia heeft bezocht en meer over zijn verleden lijkt te weten. Het contact leidt tot een indringend gesprek over de jeugd van de broers, de onvermijdelijke breuk tussen hen en de vraag hoe Jacques in de onderwereld verzeild is geraakt. Had de ondoorgrondelijke Daniëlle daarin een sleutelrol? En wie betaalde de borgsom die zijn vervroegde vrijlating mogelijk maakte?
In Vergeefse moeite schetst Van Beetz een markant beeld van de naoorlogse jaren en houdt hij de lezer tot het slot in spanning over de ware toedracht van Jacques’ noodlot.
Inspiratiebronnen van de auteur
Volgens Van Beetz is ook deze roman, net als zijn eerdere boek Uitzicht op Zee (2015), doordrenkt van persoonlijke ervaringen en familieverhalen. Hij verkent hoe het verzwegen oorlogsverleden van Joodse ouders kan doorwerken in het leven van hun kinderen – de zogenoemde ‘tweede generatie’.
Lezers vroegen hem na Uitzicht op Zee om meer inzicht in de gecompliceerde relatie tussen Max en Jacques. Vergeefse moeite keert daarom terug naar hun jeugd: de armoede, de woningnood, de verdrongen herinneringen en de sluimerende spanningen die de broers uiteindelijk uit elkaar drijven.
Veel lezers vroegen zich af wie de mysterieuze Jacques was – die gedetineerde broer in Zuid-Amerika die in het eerdere boek slechts terloops wordt genoemd – en waarom Max alle contact met hem vermeed, zelfs toen hij op Curaçao werkte, op steenworp afstand van de Colombiaanse gevangenis waar Jacques vastzat.
Een bijzondere aanleiding
Het verhaal kreeg pas echt vorm door een gebeurtenis in 2020, midden in de coronaperiode. Uit de nalatenschap van zijn moeder ontving Van Beetz een enveloppe met aangrijpende brieven van zijn neef Eddy, die jarenlang vastzat in een Colombiaanse gevangenis wegens drugssmokkel. Die brieven openden voor hem een benauwende wereld en brachten herinneringen terug aan zijn eigen jeugd: de armoedige omstandigheden in de jaren zestig, de woningnood en de verdrongen oorlogservaringen in het gezin.
Beide lijnen – Eddy’s ellendige gevangenschap en het isolement waar veel jongeren tijdens de coronajaren mee kampten – vonden hun weg in de roman.
De werkelijkheid haalt de fictie in
Terwijl het manuscript bij de uitgever lag, ontving Van Beetz een onverwacht telefoontje van een ambtenaar van de gemeente Den Haag. Zijn neef Eddy, geboren in Boston, bleek in 2023 in een Haags ziekenhuis te zijn overleden. Vanuit Panama was hij naar Nederland uitgezet, in Leiden opgevangen als dakloze en uiteindelijk ziek naar Den Haag overgebracht. De ambtenaar had na lang zoeken toch nog een familielid kunnen vinden.
Opmerkelijk genoeg opent de roman met de begrafenis van een drugssmokkelaar – Jacques Benninga – die in Colombia had vastgezeten.
“Soms is de realiteit niet in een roman te vatten…” zegt Van Beetz.









