Wassenaar – Gemeenten krijgen er in 2015 taken bij op het gebied van de jeugd(zorg), maatschappelijke ondersteuning en werk en inkomen, de zogenaamde drie decentralisaties. Het uitgangspunt hierbij is dat de inwoner altijd centraal staat. Om dit ook in de toekomst te kunnen waarborgen, starten de gemeenten Voorschoten, Leidschendam-Voorburg en Wassenaar op 1 mei met de pilot ‘Samenwerken in het (wijk)netwerk’.
Voor het opstarten van de pilot ondertekenden de wethouders Inge Nieuwenhuizen (Voorschoten, Welzijn), Saskia Bruines (Leidschendam-Voorburg, Dienstverlening), Gregor Rensen (Leidschendam-Voorburg, Welzijn), en Fatma Koşer Kaya (Wassenaar, Welzijn) en achttien deelnemende zorgpartners een samenwerkingsconvenant.
Eigen kracht
In de nieuwe werkwijze staat de (eigen) kracht van de inwoner en ook de (eigen) kracht van de professional centraal. Samen met de inwoner wordt een plan van aanpak gemaakt. Hierbij wordt eerst gekeken wat de inwoner zelf kan. Daarna wordt in kaart gebracht wat de omgeving kan en vervolgens wat er aan ondersteuning mogelijk is zonder verwijzing (zogenaamde vrij toegankelijke ondersteuning). Soms is er dan nog ondersteuning nodig waar wel een verwijzing voor nodig is. De nieuwe werkwijze is nodig om ondersteuning en zorg effectiever en efficiënter te organiseren. Zo kan iedereen zo lang mogelijk blijven meedoen in de maatschappij.
Brede intake
In de pilot wordt een ondersteuningsvraag vanuit meerdere invalshoeken benaderd. Daartoe wordt bij een hulpvraag een brede intake afgenomen op verschillende onderwerpen. Denk hierbij aan financiën, huisvesting, geestelijke en lichamelijke gezondheid en het sociale netwerk. Dit zorgt ervoor dat mogelijke andere ondersteuningsbehoeften in een vroegtijdig stadium worden gesignaleerd. Dan zou een lichte interventie als bijvoorbeeld een schuldhulpmaatje kunnen volstaan in plaats van een zwaardere interventie als schuldhulpverlening.
Nieuwe gedachtegoed
Inwoners, organisaties en instellingen nemen we de komende tijd mee in dit nieuwe gedachtegoed. De nieuwe werkwijze (met een brede uitvraag met aandacht voor wat de inwoner en zijn of haar omgeving zelf kan) is alleen merkbaar voor nieuwe cliënten, die met een ondersteuningsvraag terechtkomen bij één van de betrokken professionals in het netwerk. Dus als een verpleegkundige van het centrum voor jeugd en gezin, betrokken bij de pilot, benaderd wordt door een ouder dan is dit het begin van de nieuwe werkwijze. Of als een huisarts een medewerker van maatschappelijk werk inschakelt, die betrokken is bij de pilot, gaat hij of zij te werk volgens de nieuwe werkwijze.
Wethouders Nieuwenhuizen, Bruines, Rensen en Koşer Kaya: ‘Het is belangrijk dat inwoners met een hulpvraag straks snel en goed geholpen kunnen worden. Daarom zijn wij deze pilot gestart om te kijken hoe we de toegang tot de hulpvragen en zorg het beste vorm kunnen geven. Wij waarderen het zeer dat onze zorgpartners bereid zijn gevonden om deel te nemen aan de piot. Het is vanzelfsprekend dat wij, ook met de partijen die niet mee doen, in gesprek blijven over de ontwikkelingen in het sociale domein.’