Minister Van Veldhoven voor Wonen heeft de gemeente Katwijk een ultimatum gesteld: binnen twee weken moet onze buurgemeente groen licht geven voor de bouw van woningen op het voormalige militaire vliegveld Valkenburg. Dat meldde de NOS gisteren. Indien de gemeente Katwijk géén groen licht geeft, dan grijpt het kabinet in en geeft het de provincie opdracht om een bestemmingsplan op te stellen voor het gebied.
Dat heeft Van Veldhoven vandaag duidelijk gemaakt in een gesprek dat ze had met de gemeente Katwijk, de provincie en de eigenaar van de grond, het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).
Met het RVB probeert de gemeente Katwijk al langere tijd tot overeenstemming te komen voor de eerste fase van het bebouwen van het gebied maar dat wil maar niet vlotten. Eind 2019 bleek zelfs dat sprake is van een conflict tussen de eigenaar van de grond en de gemeente Katwijk. De provincie Zuid-Holland heeft gepoogd om voortgang in het proces te boeken maar tot nog toe zonder enig succes. Dankzij de provincie werd nog wel eind 2018 de overeenkomst ‘Bestuurlijke afspraken Unmanned Valley Valkenburg’ ondertekend door de betrokken partijen. Het doel hiervan om te komen tot een bestemmingsplan is echter nog altijd niet behaald en dat heeft nu geleid tot de ferme woorden van de minister.
De gemeenteraad van Katwijk wordt verweten dat het te veel eisen stelt aan bebouwing van het voormalige vliegkamp waar 5000 woningen gebouwd zouden moeten worden. Zo staan betaalbare woningen en een groene benadering van het gebied op het wensenlijstje van de gemeenteraad, wat volgens het kabinet tot vertraging leidt. Tegelijkertijd is er sprake van een grote vraag naar woningen, zowel in Katwijk als in de Leidse regio. Regeringspartijen VVD, CDA en D66 willen dat Van Veldhoven nu al ingrijpt, via een zogeheten inpassingsplan. Daarmee kan de gemeente Katwijk overruled worden.
De NOS meldt verder dat Van Veldhoven een goed bestuurlijk gesprek heeft gehad met de gemeente Katwijk en dat er afspraken zijn gemaakt. Of ingrijpen echt nodig is, moet over twee weken blijken, “maar ik zal niet schromen om de middelen in te zetten die het Rijk ter beschikking heeft,” aldus de minister.
