Deze les leerde Bart van Doorn, leerling van het Rijnlands Lyceum, in mei 1944. De toen 17-jarige Bart, die aan de Bloemcamplaan woonde, hield een spreekbeurt over de oorlog en het Nazisme.
In Wassenaar woonden vele aanhangers van de NSB. Hun kinderen zaten vaak ook op het Rijnlands Lyceum. Hoewel de spreekbeurt van Bart geen aanstootgevende zaken bevatte over Duitsland of de NSB, werd de voordracht door sommige NSB kinderen toch als negatief ervaren. Bart zou de Führer beledigd hebben. Het verhaal deed al snel de ronde en kort daarna werd Bart gearresteerd.
In het proces verbaal is te lezen, dat de jonge Bart er zeker van was, dat de toenmalige NSB burgemeester, Jhr. de Blocq van Scheltinga, een groot aandeel had in zijn arrestatie. De burgemeester zou over zijn spreekbeurt een gesprek hebben gehad met een aanhangster van de NSB, een zekere mevrouw Rom Colthoff, die woonde aan de Prinsenweg. De dochter van deze NSB-ster was een klasgenoot van Bart van Doorn. Zij had haar moeder verteld over het voorval. Mevrouw Colthoff ontkende het gesprek met de burgemeester echter. Wel gaf zij toe te hebben overlegd met mevrouw Nieuwenhuizen-Segaar van de Commissie van Toezicht van de NSB. Vervolgens heeft ze de wethouder van onderwijs gebeld, die al van de burgemeester te horen had gekregen, dat er maatregelen genomen moesten worden. Eerst was men van mening, dat de lerares, mejuffrouw Dijk, moest worden bestraft, maar uiteindelijk vond men Bart van Doorn de enige schuldige.
Vooralsnog wilden zij het voorval als een kwajongensstreek bestempelen. Bart zou voor straf naar het gemeentehuis moeten komen en een gedeelte van ‘Mein Kampf’ van Hitler moeten vertalen. De wethouder vond het echter beter als hij naar het politiebureau zou komen. Dat maakte meer indruk. Maar het liep anders dan voorzien. Eenmaal op het bureau werd de jonge man verhoord. Blijkbaar maakte hij op de politiecommissaris een slechte indruk. Deze belde daarop de aangeefster, mevrouw Colthoff , met de mededeling, dat hij de jonge man moest overdragen aan de SD (Sicherheitsdienst), omdat hij anders zelf zijn baan zou kunnen verliezen en mevrouw Colthoff en haar dochter in staat van beschuldiging gesteld zouden kunnen worden.
De rector van het Rijnlands Lyceum, de heer Birnie , was zeer verbolgen over het feit , dat hij niet was gebeld over deze kwestie. Mevrouw Colthoff beweerde echter, dat ze dat geprobeerd had, maar dit bleek achteraf niet waar te zijn.
Heel opmerkelijk is ook het volgende feit. Mevrouw Colthoff was van mening, dat haar dochter als NSB kind al vaker door rector onrechtvaardig behandeld was. Zij eiste daarom, dat haar dochter tegenover de andere leerlingen door de rector zou worden gerehabiliteerd over deze kwestie. Zij had immers niets fout gedaan en werd nu door de andere leerlingen met de nek aangekeken. Na een gesprek van de rector met de Raad van Toezicht van de NSB en het meisje heeft de rector uiteindelijk aangegeven, dat het niet de bedoeling was van het meisje om Bart van Doorn te straffen. In tegendeel, zij had juist geprobeerd haar klasgenoot er goed vanaf te laten komen. Zij had het voorval slechts aan haar moeder gemeld.
Naderhand bleek, dat mevrouw Colthoff wel degelijk met burgemeester de Blocq gesproken had met de bedoeling Bart van Doorn te laten straffen. Het heeft er dus alle schijn, dat zij degene was, die niet alleen Bart van Doorn, maar ook haar eigen dochter in de problemen had gebracht.
De 17- jarige Bart was uiteindelijk het hardst getroffen. Hij werd vanwege dit voorval 4 maanden in de gevangenis opgesloten .
Rector Birnie liet het er niet bij zitten en schreef onderstaande boze brief aan de wethouder van Onderwijs:
“Naar aanleiding van het door onzen leerling op woensdag veroorzaakt incident kan ik niet nalaten uiting te geven aan mijn ontsteltenis dat U met haar(mevrouw Colthoff) en nog enig lid van de Commissie van Toezicht, strafmaatregelen tegen een leerling beraamd heeft zonder contact te zoeken met mij.
Het lag toch voor de hand, dat de school tegen deze leerling zou optreden en met de nodige ernst een dergelijk aangelegenheid zou behandelen.
In plaats van overleg met mij te plegen heeft U geheel Uw eigen weg bewandeld met voor de jeugdige delinquent zeer ernstige gevolgen.
Ik moge het vertrouwen uitspreken, dat, naar ik hoop, zich niet meer voordoend in andere gevallen, U mij tijdig om advies zult vragen”.
Hoe het na de 4 maanden gevangenschap verder is afgelopen met Bart van Doorn vermeldt het dossier niet, maar ongetwijfeld heeft dit alles een behoorlijke indruk op deze jonge man gemaakt.
Peter Knijnenburg
Eindredactie Ellen Klaver-Asscheman
Bron: Gemeente Archief Wassenaar
Vragen en tips via info@wassenaarders.nl