Al vanaf 1938 houdt de Nederlandse overheid lijsten bij, van personen die uit oogpunt van staatsveiligheid als onbetrouwbaar worden beschouwd. Dat waren in die jaren niet alleen de aanhangers van de NSB, maar ook de zogenaamde Rijksduitsers. Velen van hen zijn gevlucht naar Nederland vanwege het regime van Hitler vóór de oorlog. Duitsland kent dan tienduizenden tegenstanders van Hitler, die worden opgesloten in concentratiekampen.
De Nederlandse overheid heeft het zeer druk om dit allemaal uit te zoeken. Het gaat om grote aantallen. Aan het begin van de oorlog zijn er ca. 30.000 NSB’ers en ca. 50.000 Rijksduitsers.
De politieke inlichtingendiensten van de politie onderzoeken wie er op de lijst van onbetrouwbare personen komt te staan. In Wassenaar gebeurt dit onder andere aan de hand van abonnementen op Volk en Vaderland, het blad van de NSB, en ander nationaal socialistische organen. Tevens post de Wassenaaarse politie bij een bollenschuur aan de Jagerslaan en bij restaurant Hoogwerf in Marlot, waar regelmatig bijeenkomsten worden gehouden. Ook zijn de buren van NSB’ers een belangrijke informatiebron.
In 1940 staan er in Wassenaar 136 inwoners op de lijst, die lid of aanhanger van de NSB zijn en zo een gevaar vormen voor de staatsveiligheid van Nederland. Ook wonen er in Wassenaar 713 Rijksduitsers, maar zij zijn minder gevaarlijk voor de staatsveiligheid. Het merendeel van de Rijksduitsers bestaat namelijk uit huishoudelijk personeel.
Vanuit de Nederlandse overheid krijgen alle gemeentelijke politiekorpsen het bevel om op 10 mei 1940 niet alleen leden van de NSB te arresteren, maar ook een deel van de Rijksduitsers. In Wassenaar heeft de politie mankracht te kort en wordt er besloten het Nederlandse leger in te zetten om alle NSB-aanhangers in korte tijd op te pakken. De Overste Jonkheer Teding van Berkhout van het 1e Regiment Huzaren Motorrijders geeft zijn bataljonscommandanten opdracht tot arrestatie en van alle NSB’ers in Wassenaar. De hiervoor benodigde naam- en adreslijsten liggen op het politiebureau aan de Van Zuylen van Nijeveltstraat.
Aan de hand van de lijst worden 136 NSB-ers in Wassenaar gearresteerd. Ook worden nog meer arrestaties verricht op aanwijzing van Wassenaarse ingezetenen. Maar het op papier keurig geregelde systeem loopt al na één dag danig uit de hand. Er is paniek, dat blijkt uit een van de arrestaties op de Storm van ’s Gravesandeweg op 13 mei 1940.
Reservekapitein Van den Heuvel van het 1e Regiment Infanterie gaat op 13 mei in de omgeving van de Schouwweg en de Storm, vergezeld van een onderofficier en enkele soldaten, over tot de aanhouding van enkele politieke verdachten. Als zij om ongeveer 11 uur ter hoogte van de Storm 53 aankomen, worden eerst twee soldaten achter het huis gezet om ontsnapping te voorkomen. Nadat Van den Heuvel heeft aangebeld, doet Carl Noordendorp open. Van den Heuvel vraagt of de man ook echt Carl Noordendorp heet. Dit wordt bevestigd, waarop Van den Heuvel zegt: dan bent u mijn arrestant en handen omhoog. Noordendorp maakt daarop een schijnbeweging en Van den Heuvel schiet zijn arrestant door zijn hoofd.
Noordendorp wordt dus zonder proces dus doodgeschoten. De andere Wassenaarse arrestanten worden via het politiebureau in open laadbakken overgebracht naar de gevangenis in Filmstad (zie artikel van 2 oktober). Hier worden meer dan 1.000 arrestanten ondergebracht, meest NSB-ers uit de regio. Voedsel en drinken is er dan niet. Er zijn geen bedden. Triest is ook, dat zich onder de gearresteerden tientallen Joodse vluchtelingen bevinden. Zij zijn opgevallen door hun Duitse accent en worden gezien als Rijksduitsers. Maar ook zijn mensen gevangen gezet, die geen lid waren van de NSB, onschuldigen dus.
Op 12 mei om 18 uur wordt Filmstad ontruimd. Alle gevangenen gaan te voet naar het toenmalige treinstation op het oude viaduct (nabij huidige Van der Valk Hotel Den Haag). Vandaar gaat een trein naar Amsterdam. Tijdens deze reis worden 3 gevangenen door militairen doodgeschoten.
Na de capitulatie mogen alle gevangenen naar huis. Eén van de Wassenaarse NSB’ers J. de Haan, directeur van de Gemeentewerken, zegt hierover later in een verhoor: ‘De vrijgelaten NSB-ers waren burgers uit Wassenaar, maar dat was niet meer te zien: de vier dagen en nachten hadden hun stempel gedrukt op kleding en gezicht.’
Met Reservekapitein Van den Heuvel liep het ook niet goed af. Hij had NSB-lid Carl Noordendorp gedood zonder enig proces. Op 15 mei 1941 moest hij zich voor de militaire kamer van de Haagse arrondissementsrechtbank verantwoorden voor deze doodslag. Het Openbaar Ministerie eiste twee jaar cel. Op 23 december 1941 boog het Vredesgerechtshof zich opnieuw over deze affaire. Van den Heuvel krijgt dan acht jaar detentie opgelegd. ‘Het opzettelijk zonder enige gegronde aanleiding neerschieten van een weerloos man als uiting van politieke vijandige gezindheid moet u zeer zwaar worden aangerekend’, aldus het Hof. Van den Heuvel zit zijn straf uit in de Blokhuispoort in Leeuwarden. Bij de bevrijding van Leeuwarden op 15 april 1945 komt hij vrij.
Alle NSB’ers, die in mei 1940 gevangen zijn gezet, ontvangen in 1942 een bijzondere penning (zie rechts- en linksboven). Op de ene zijde van de penning staat de tekst Lotsverbondenheid 10-14 mei 1940. Op de andere zijde: Dietschers en Duitschers, Samengedreven door het lot, vereend in gevaar. Verbonden in de toekomst.
Harry Vogels
Eindredactie: Ellen Klaver-Asscheman
Bronnen:
– Boek Wassenaar in de Tweede Wereldoorlog, boek van Stichting Wassenaar ’40-’45
– Nationaal Archief;
– Archief Gemeente Wassenaar.
– Familie-archief
Vragen en tips via info@wassenaarders.nl