Skip to content
Doorkomst van de bevrijders aan de Rijksstraatweg. Uit het boek 'Toen hun jeugd stopte'. Archief gemeente Wassenaar

Wassenaarse verhalen uit de Tweede Wereldoorlog (afl. 8); Een vermeende NSB-er te boek in de Wassenaarse gemeente-administratie

Harry Vogels
8 januari 20254 minute read

In en ook na de oorlog werd in de administratie van de gemeente bijgehouden, wie wel of niet lid was van de NSB. Maar gebeurde dit zorgvuldig? Werden mensen niet ten onrechte aangemerkt als NSB-er? Het archief van Wassenaar bevat verscheidene brieven gericht aan B&W van de gemeente, waarin de vraag wel of geen NSB-er ter sprake komt. Eén van die brieven is van de heer Hendrik Keemink, die in en na de oorlog in Kerkehout woonde.

Hendrik Keemink

Hendrik Keemink schrijft op 7 januari 1947, dat hij ten onrechte als NSB-er in de administratie van de gemeente te boek staat, en dat dat voor hem grote gevolgen heeft op huisvestingsgebied. Hij denkt ook te weten, hoe die verdachtmaking is ontstaan. Hij schrijft in een brief onder andere het volgende:

‘De oorzaak van die verdachtmaking is hierin gelegen: dat ik tijdens de bezetting door de Duitsche Weermacht werd gedwongen om twee kamers, die leeg stonden, te verhuren aan een Hollandsch meisje, dat werkzaam was, op een kantoor van de Duitsche Weermacht. Dit op straffe van inbeslagname van mijn gehele huisje. U begrijpt wat dit betekende voor mensen van 70 en 72 jaar. Dit meisje werd dagelijks thuisgebracht door een Officier, waarmede zij zo genaamd verloofd was. En vandaar die praatjes als zou ik Duitsch gezind zijn, hetwelk mij ook vier maanden van mijn vrijheid heeft gekost’ (red: de heer Keemink zat na de oorlog gevangen in een interneringskamp).
De burgemeester van Wassenaar legt de brief van de heer Keemink vervolgens voor aan de waarnemend. directeur van de Gemeentewerken, die op 21 januari 1947 het volgende schrijft aan de Burgemeester:

‘Naar aanleiding van den brief van H. Keemink. over de beschuldiging dat hij als NSB’er te boek staat, deel ik U het volgende mede. Eenigen tijd geleden, stond Keemink op het punt deze kamer te verlaten. Den wethouder voegde den bezoeker toe, dat zijn zaak pas de aandacht van de woningcommissie kon hebben, indien hij het bewijs kon leveren, dat de beschuldiging van de NSB-er onwaar bleek te zijn.

Na het vertrek van Keemink vroeg den wethouder mij, of ik dezen man kende en of ik iets van hem wist. Ik heb op deze vraag het volgende geantwoord: ‘Ik geloof niet dat Keemink lid is geweest van de NSB, maar ik meen wel haast zeker te weten, dat hij met de NSB heeft gesympathiseerd. Hij was een protégé van De Haan, directeur van de gemeentewerken, tijdens de laatste jaren van de bezetting. Keemink heeft in opdracht van De Haan de NSB-spreuken op de wanden van de hal en het trappenhuis in het Raadhuis geschilderd.’

Ten gevolge is bij zijn arrestatie in het kaartsysteem van het bureau huisvesting een aantekening van NSB gemaakt.’ Aldus getekend door de waarnemend directeur van Gemeentewerken.

Politieke Recherche Afdeling

Ruim een week na deze brief schrijft op 29 januari 1947 het college van B&W een brief naar Politieke Recherche Afdeling (PRA) in Den Haag, met het verzoek om nadere inlichtingen over K. De PRA schrijft op 19 februari een brief terug aan B&W van Wassenaar met de volgende conclusie:

‘In antwoord op uw terzijde vermeld schrijven heb ik de eer U mede te delen, dat door mijn Dienst proces-verbaal werd opgemaakt tegen Hendrik Keemink, geboren te Voorschoten 3 september 1875, wonende te Wassenaar Kerkehout, terzake een lidmaatschap der NSB.

Volgens verklaringen van den verdachte had hij wel omgang met NSB-ers doch lid der NSB zou hij nimmer zijn geweest.
Getuigen verklaren echter, dat Keemink zich zeer pro-Duitsch zou hebben uitgelaten. Uit het ingestelde onderzoek is niet kunnen blijken dat hij lid der NSB zou zijn
geweest. Verdachte werd op 12 mei 1945 gearresteerd en op 21 september 1945 uit arrest ontslagen. Het betreffende proces-verbaal werd op 1946 gedeponeerd aan het Parket van het Bijzonder Gerechtshof alhier.’ Was getekend A. v.d . Ploeg, Hoofd van de Centrale Administratie en Documentatie.

Verwijdering van de aantekening

Deze brief van de PRA leidt uiteindelijk tot een brief aan B&W van het Hoofd van de 3e afdeling der Gemeentesecretaris op 26 februari 1947. Deze brief eindigt met de volgende bijzondere zinnen:
‘Nu blijkens schrijven d.d. 19 februari 1947 van het Hoofd der PRA te Den Haag uit het proces-verbaal niet is gebleken, dat hij lid der NSB is geweest, heb ik in de huisvestingsadministratie voorkomende aantekening NSB doen verwijderen.
Mijn persoonlijke, uit eigen waarneming verkregen, indruk blijft echter, dat hij met de NSB wel sterk sympathiseerde.’

Voorzichtigheid en nauwkeurigheid blijft dus geboden bij mogelijke conclusies, die getrokken zouden kunnen worden uit gemaakte aantekeningen.

Naschrift: Op 2 januari jl. zijn via de website van ‘Oorlog voor de rechter’ alle namen van vermeende NSB-ers en van collaboratie verdachte personen online gepubliceerd. Het geplande opengaan van alle oorlogsarchieven is om redenen van privacy vooralsnog opgeschort. Naar verwachting zal ook het complete oorlogsarchief later dit jaar online worden gepubliceerd.

Harry Vogels

Eindredactie: Ellen Klaver-Asscheman


Tags

Gerelateerde artikelen
Back To Top