In deze tijd wordt de roep om saamhorigheid en eensgezindheid breed uitgedragen door de verschillende stromingen, organisaties en overheden.
Met weemoed las ik daarom het artikel van de Vrienden van Wassenaar, waarin zij wethouder Koetsier een lijst van wijkverenigingen aanbood. Wijkverenigingen zorgen voor deze saamhorigheid. Maar de ooit zo bloeiende wijkvereniging Groot van Polanen zal op deze lijst ontbreken, want zij bestaat niet meer. Hoe kan het zijn, dat een bloeiende wijkvereniging van een hele grote Wassenaarse wijk met zo’n 500 woningen ten onder is gegaan?
Geschiedenis
Ruim 20 jaar geleden had de wijk van Polanenpark gecombineerd met flats aan de Dirk de Raetlaan twee wijkverenigingen te weten Zijlwetering en Neighbours. Zijlwetering zorgde voor de zakelijke kant, zoals overleg met de verhuurders, de eigenaren, de gemeente en het gezamenlijk organiseren van onderhoud. Neighbours organiseerde jaarlijks een BBQ voor de buurt. Bij het aantreden van een nieuwe voorzitter van Zijlwetering werden in goed onderling overleg de twee verenigingen samengesmolten tot de nieuwe wijkvereniging Groot van Polanen.
Rond diezelfde tijd werd de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) van kracht. Het speerpunt van de WMO was buurten en wijken. Wijkverenigingen moesten het hart vormen van de samenleving en de saamhorigheid bevorderen. Het hebben van een eigen wijk of buurtcentrum stond (zeker voor grote wijken) hoog op de prioriteitenlijst van de WMO.
Toen in het van Polanenpark de peuterspeelzaal op nummer 105 leeg kwam te staan in het kader van het gemeentelijk beleid, waarbij alle speelzalen werden ondergebracht in de wethouder Huibregtseschool, diende Groot van Polanen de aanvraag in bij de gemeente Wassenaar om in het kader van de WMO het leegstaande gebouw te mogen gebruiken als buurtcentrum.
Aangezien de gemeente op dat moment geen concrete plannen had met het gebouw, kreeg Groot van Polanen toestemming het gebouw als buurtcentrum te gebruiken, totdat de gemeente een andere bestemming voor het gebouw zou hebben. Mocht dat aan de orde komen, dan zou de gemeente alles in het werk stellen om in het kader van de WMO een ander buurtcentrum voor Groot van Polanen te realiseren.
Groot van Polanen floreerde. Het buurtcentrum werd opgeknapt en ingericht en er werd van alles georganiseerd. Kindermiddagen, koffieochtenden voor ouderen, filmavonden, een jaarlijkse BBQ een nieuwjaarsbijeenkomst , Sinterklaas, halloween enz. enz. Vergaderingen met huurders, verhuurders, huiseigenaren en de gemeente vonden allemaal plaats in het buurtcentrum. Ook konden buurtbewoners hier verjaardagspartijtjes organiseren of hun 25 jarig huwelijk vieren. Verschillende clubs vonden in het Polanencentrum hun thuisbasis.
De aanpalende wijkvereniging Weteringpark 1 sloot vaak aan voor een festiviteit als de BBQ of de nieuwjaarsreceptie. Zo ontstond er eenheid en saamhorigheid.
Oud burgemeester Jan Hoekema noemde Groot van Polanen destijds een schoolvoorbeeld van hoe een wijkvereniging moest functioneren.
Wat er mis ging
Zoals bij alle vrijwilligersorganisaties waren ‘oudere’ vrijwilligers goed vertegenwoordigd. Maar in de loop der jaren kwam er gelukkig ook een verjonging in het bestuur en de vrijwilligers. De wijkvereniging bleef floreren met als middelpunt van de activiteiten het Polanencentrum.
Tot het moment kwam, dat de gemeente het bestuur van Groot van Polanen mededeelde, dat het Polanencentrum gesloopt zou gaan worden om plaats te maken voor starterswoningen. De gemeente had daarvoor afspraken gemaakt met de Wassenaarse Bouwstichting.
Groot van Polanen moest het gebouw verlaten en binnen een paar weken de gehele inboedel uit het gebouw halen.
Het bestuur van Groot van Polanen vroeg daarop meteen een gesprek aan met wethouder Zweerts de Jong over de gedane toezegging, dat de gemeente alles in het werk zou stellen een ander buurtcentrum voor de wijk te realiseren. Er hebben zeer vele gesprekken met de wethouder plaats gevonden en steeds weer werden mooie beloftes gedaan en werd de vereniging aan het lijntje gehouden.
Het einde van het verhaal is echter, dat de wijkvereniging met lege handen bleef staan. Er gebeurde niets. Intussen had de coronacrisis toegeslagen. In die tijd kwamen er vele jonge gezinnen in de wijk wonen. De bewoners van het eerste uur, die altijd actief waren geweest in de wijk, overleden of vertrokken naar appartementen of verzorgingshuizen.
Het bestuur van Groot van Polanen bleef met de moed der wanhoop bij de gemeente aankloppen. Want hoe konden zij ervoor zorgen, dat de nieuwe bewoners elkaar en de wijk leerden kennen en er weer een eenheid ontstond als er geen ontmoetingspunt was.
Maar vanuit de gemeente kwam geen enkele handreiking.
Uiteindelijk heeft het bestuur met pijn in het hart de stekker uit de eens zo bloeiende wijkvereniging getrokken. Het hart was uit de wijk.
Nu de roep weer steeds luider klinkt: ‘we moeten het samen doen’, de saamhorigheid moet worden hersteld’, en de noodzaak van wijk en buurtverenigingen weer wordt onderkend, blijkt eens te meer hoe eeuwig zonde het is, dat de gemeente dit zo maar heeft laten gebeuren !!
(De naam van de schrijver is bij de redactie bekend.)