Ik ben in ieder geval niet de enige schrijver hier. Denk aan Martje van der Brug met De autonome route, Astrid Habraken met Madame Bonheur, en Margareth Hillebrandt met Het huis met het blauwe dak.
Ik noem je Míu is een spirituele roman met een boeddhistisch tintje, een vleugje kungfu, maar bovenal een verhaal over vluchten voor je schaduw, soulmates en vrijheid.
De eeuwenoude legende van Da Mo, die rond 500 na Christus de vechtkunst naar de Shaolin bracht, heb ik – met respect voor het origineel – herschreven als een ode aan vrouwen die in de geschiedenis vaak zijn genegeerd of vergeten. In mijn versie is het niet een man, maar een meisje dat de vechtkunst naar de monniken van Xi’an brengt.
Het verhaal begint in Athene, waar een jong stel de zee oversteekt naar Smyrna (nu Izmir), en van daaruit de Zijderoute volgt. Na een lange reis vol omzwervingen bereiken ze Chang’an (het huidige Xi’an), destijds bekend als ‘de nieuwe wereld’. Hun kleindochter Kalli, met wie ze een diepe band hebben, wordt het hart van het verhaal. Met haar begint de echte reis – die naar vrijheid.
Een lezer omschreef het als:
“Een bijzondere mengelmoes die prachtig samenkomt. Generaties, gevoelens en werelden vloeien in elkaar over – en dat raakt.”
Voor wie houdt van avontuur, liefde en vrijheid: dit boek is voor jou.
Daarnaast geef ik workshops over stevig staan in je Ki – zoals in het verhaal wordt beschreven.