Skip to content
Tweede Wereldoorlog

Wassenaarse verhalen uit de Tweede Wereldoorlog (Afl. 21); burgers en militairen in Nederlands-Indië

Avatar foto
Peter Knijnenburg
16 augustus 20255 minuten lezen

Gisteren, vrijdag 15 augustus, vond in Den Haag de jaarlijkse herdenking plaats van de slachtoffers uit Nederlands-Indië. Ter gelegenheid daarvan besluiten we onze reeks Wassenaarse verhalen uit de Tweede Wereldoorlog met drie verhalen van Wassenaarse mensen, die leden onder de terreur van de Japanners in Nederlands-Indië.

Burgers en militairen in Nederlands-Indië 1940 – 1945

De Tweede Wereldoorlog treft niet alleen Nederlanders binnen de landsgrenzen maar ook overzee. In Nederlands-Indië voelen Nederlanders de dreiging. Niet vanuit Duitsland maar vanuit Japan. Ons overzees gebiedsdeel is rijk aan grondstoffen zoals tin en aardolie. Die zijn van cruciaal belang voor de Japanse oorlogsindustrie. Daarnaast zag Japan zichzelf ook als bevrijder van de honderden miljoenen Aziaten die gebukt gingen onder vreemde overheersing.

De oorlog kende in Nederlands-Indië een ander verloop dan in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Terwijl Nederlands-Indië vreesde voor een aanval van het Japanse keizerrijk, werden Suriname, Curaçao en Aruba geconfronteerd met een Duitse dreiging. Dat was in de vorm van Duitse U-bootaanvallen en spionagegevaar. De Nederlandse koloniën vormden echter allen een doelwit voor deze mogendheden vanwege de vitale grondstoffen die zij rijk waren en – in mindere mate – om geopolitieke redenen.

Nederlands-Idië produceerde onder andere aardolie en bauxiet. Deze grondstoffen had Japan nodig voor zijn oorlogsindustrie. Daarnaast maakte de ligging van Indië in Azië het tot een natuurlijk doelwit van Japan, dat dit deel van de wereld tot zijn invloedssfeer rekende. In de loop van 1940 nam de oorlogsdreiging in de Pacific toe.

Nazi-Duitsland bezette Frankrijk en Nederland, beiden waren in het bezit van koloniën in de Oost, en Duitsland had al een bondgenootschap met Japan. Dat had op zijn beurt zijn oog laten vallen op de grondstoffen uit Nederlands-Indië. Vooral de Indische olie kon van groot belang zijn voor de Japanse oorlogsvoering. Het Nederlandse koloniale bestuur bracht in snel tempo het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) in staat van  paraatheid.

Het weigerde categorisch om de Indonesische bevolking te bewapenen, uit angst dat die zich vroeg of laat tegen Nederland zou keren. De bewapening van het KNIL was meer afgestemd op het handhaven van de rust en orde dan op de verdediging van het land tegen een buitenlandse mogendheid. Met het weinige dat de Marine had, moest zij waakzaam zijn in een gebied bijna net zo groot als heel Europa. In geval van een gewapend conflict met Japan was Indië zeer waarschijnlijk kansloos.

De aanval op Pearl Harbour

Daarom hoopte men dat als zo’n oorlog toch zou uitbreken, op grootschalige steun van Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Op 7 december 1941 begon de oorlog in de Pacific met een Japanse verrassingsaanval op de Amerikaanse marine basis Pearl Harbor (Hawaï). Onmiddellijk na ontvangst van het nieuws van de Japanse aanval verklaarde de Nederlandse regering in London Japan de oorlog. Het Nederlands gouvernement kondigde direct een algehele mobilisatie af. De meeste Indonesiërs beschouwden zich echter als toeschouwers in een oorlog die de hunne niet was.

Japan bezet daarop Nederlands Indië. Op 11 januari 1942 landden de eerste Japanse soldaten op Indisch grondgebied. Celebes en Borneo werden al snel bezet; Ambon, Zuid-Sumatra, Bali en Timor volgden spoedig. Tijdens deze operaties was het KNIL getalsmatig niet altijd de mindere van de Japanners, maar het bleek qua gevechtskracht zeer te kort te schieten.

De Nederlandse troepen beperkten zich vaak tot een ‘verschroeide aarde-tactiek’, waarbij olieraffinaderijen, vliegvelden en havens zoveel mogelijk werden vernield om te voorkomen dat zij in Japanse handen zouden vallen. Op 27 februari probeerde een geallieerd eskader onder leiding van de Nederlandse schout-bij-nacht Karel Doorman ten noorden van Java de opstomende Japanse schepen te stuiten. Doorman en meer dan 1.000 geallieerde zeelieden kwamen in de Javazee om het leven, de restanten van het eskader moesten vluchten.

In de nacht van 28 februari op 1 maart zetten Japanse troepen de aanval op Java in. De kusten van het hoofdeiland van de Indonesische archipel waren vanwege hun lange kustlijn moeilijk te verdedigen. De Japanners, die het luchtoverwicht hadden, behielden vrijwel steeds het initiatief en het KNIL, trok zich bijna telkens terug. De aftochten ondermijnden het moreel en al na ongeveer een week leek verdere tegenstand zinloos.

Op 9 maart 1942 capituleerde het KNIL op Java. Meer dan 42.000 Europese KNIL-militairen en Marinemensen werden krijgsgevangen gemaakt, samen met circa 25.000 inheemse KNIL-militairen. Volgens Japanse gegevens sneuvelden in Nederlands-Indië 845 Japanse militairen. De Nederlands-Indische verliezen waren groter: 1.653 Marinemensen en 896 KNIL-militairen verloren het leven.

Het leven voor de Europese en Indo burgers, die door de Japanners werden geïnterneerd in kampen, was verschrikkelijk. De mensen leden honger, werden mishandeld en stierven bij bosjes.

Voor krijgsgevangen genomen militairen verliepen de dagen in de kampen niet minder zwaar. Onder hen die het leven verloren waren enkele Wassenaarders:

Gerardus Bos

Landstorm Sergeant Infanterie KNIL
Geboren op 15 augustus 1896 in Wassenaar en overleden door chronische infecties in Singapore op 2 oktober 1945. Krijgsgevangen in Japan. Begraven op het Ned. Ereveld Lewigajah vak I nummer 117.

Pieter Krispijn

Geboren op 6 december 1874 in Wassenaar en overleden op 28 januari 1945 in Semarang, kamp Bangkong. Gepensioneerd techn.ambt.

Dirk Nell

Ls,Sld KNIL
Geboren op 1 januari 1905 in Wassenaar en overleden op 29 januari 1945 in Fukuoka – kamp Moji, Japan.
Op 9 maart 1942 is Dirk Nell krijgsgevangen gemaakt in Java. Als doodsoorzaak wordt gegeven: Beri-Beri en acute darmontsteking.

Johannes Remmerswaal

Maj. Konst. Kon.Marine
Geboren op 6 juni 1898 in Wassenaar en overleden op 24 oktober 1941 in Batavia (Wjav) met een Cesvliegtuig neergestort op vliegveld Kemajoran. Hij was vlieginstructuur.

Antonius Voorham

Korporaal KM
Geboren op 17 juli 1918 in Wassenaar en overleden op 12 november 1943 in het interneringsklamp Kanchanaburi

Kachnanaburi was een groep krijgsgevangenkampen aan de Burma Siam Spoorweg, gelegen op 50 km van Non Pladuk. Het bestond uit een vliegveldkamp, een spoorwegwerkplaatskamp, een hospitaalkamp, een officierenkamp en een doorgangskamp. De werkzaamheden waren o.a. het halen van brandhout, het maken van loopgraven, de ontmanteling van Tamarkan en het bijbouwen van barakken.

Bronnen:
Noa van der Valk MA
Oral History of Dutch Sustainability
Nationaal Archief Den Haag
Wikipedia

Eindredactie: Ellen Klaver-Asscheman

Deel dit artikel
Tags
Burgers en militairenNederlands-IndiëTweede WereldoorlogWassenaarse verhalen uit de Tweede Wereldoorlog
Gerelateerde artikelen

Geen reacties

Back To Top