In Wassenaar is bijna één op de vier huishoudens miljonair. Het gaat om 23,4 procent van de huishoudens, blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarmee hoort Wassenaar bij de rijkste gemeenten van Nederland. Alleen Bloemendaal en Laren tellen nog meer miljonairs: daar heeft één op de drie huishoudens een vermogen van minstens een miljoen euro.
Op 1 januari 2024 hadden in heel Nederland 452.000 huishoudens een vermogen van 1 miljoen euro of meer. Dat is 5,5 procent van alle huishoudens en 17.000 meer dan een jaar eerder. Tien jaar geleden waren het er nog geen 170.000. De waarde van de eigen woning telt mee bij het berekenen van het vermogen, min de eventuele hypotheekschuld.
Huizenprijzen en hogere inkomens
Volgens het CBS zorgt vooral de stijging van de huizenprijzen en inkomens voor de groei van het aantal miljonairs. De meeste miljonairs bezitten tussen de één en twee miljoen euro. Een kwart heeft tussen de twee en vijf miljoen euro, en slechts 3 procent meer dan tien miljoen euro. Het doorsnee miljonairshuishouden heeft een vermogen van 1,6 miljoen euro.
Steeds vaker miljonair in loondienst
Miljonairs zijn niet altijd ondernemers. Van de werkende miljonairs is 55 procent zelfstandige, maar dat aandeel neemt af. In 2014 was dat nog 71 procent. Steeds vaker hebben miljonairs een baan in loondienst. Daarnaast is bijna 40 procent gepensioneerd.
Waar zit het geld in?
Het vermogen van miljonairs bestaat voor een groot deel uit ondernemingsvermogen en aandelen (ongeveer 40 procent). Ongeveer een kwart van hun bezit zit in de eigen woning. Bij niet-miljonairs is dat juist omgekeerd: daar vormt de woning driekwart van het totale bezit.
Wassenaar blijft topgemeente
Binnen Zuid-Holland springt Wassenaar eruit met zijn hoge aandeel miljonairs. In Voorschoten is ongeveer 12 procent van de huishoudens miljonair, in Leidschendam-Voorburg 10 procent en in Leiden ongeveer 4,5 procent.
In gemeenten als Nissewaard, Heerlen en Brunssum wonen juist de minste miljonairs: minder dan 2 procent van de huishoudens.
Bron: CBS