Wassenaar – Het is een komen en gaan van klanten. Allemaal halen ze het voorjaar in huis met een bos verse tulpen. Ook ik ben liefhebber van deze koningin der bloembollen. Zeker nu de lente langzaam op gang komt en tulpen en andere voorjaarsbloeiers schuchter hun kopjes boven de aarde uitsteken. Op naar Tulpen & Zo – aan de Katwijkseweg -, waar langs de ventweg een veld narcissen mij toelacht en meedeint in de wind.
Kwekersgen
Het kweken zit Cees in de genen. De bloembollenkwekerij van familie Overdevest is al bijna een eeuw lang een begrip in de regio.´Mijn opa is hier in 1920 kleinschalig begonnen met drie hectare grond. Toen mijn vader het overnam, is het in de jaren 70, 80 en 90 uitgegroeid tot zo´n veertien hectare. In 1999 is vrijwel alle grond verkocht aan de provincie voor de ontwikkeling van natuurgebied Lentevreugd´, zegt Cees, terwijl hij geroutineerd bossen tulpen bindt. Als klein jongetje hielp Cees zijn vader al met het koppen van de bloemen en het rooien van de bollen op het land. Nu laat hij de tulpen in de verwarmde kas broeien (het in bloei trekken van tulpenbollen). De bollen koopt hij bij een kweker, zo’n 650.000 per seizoen, 25.000 per soort, waardoor er een grote variëteit aan soorten en kleuren is. En al is de methodiek nu anders, het buitengevoel is voor Cees nog hetzelfde. ‘Ook in de kas moet je continue rekening houden met de weersomstandigheden, het is altijd een beetje vechten tegen de natuur. De temperatuur in de kas moet optimaal zijn, de zon moet getemperd worden, want in de kas mogen de tulpen niet tot bloei komen. Elke dag willen we voldoende, verschillende soorten dagverse tulpen in de winkel hebben. Voordat de tulpenbollen de kas ingaan, zet ik ze in stapelbare kistjes in de koelcel. Tulpenbollen hebben namelijk minimaal 16 weken kou nodig om goed tot ontwikkeling te komen.’
Rijke historie
Het klimaat in Nederland is dus perfect voor de ontwikkeling van de tulp, maar de roots van de ‘Hollandse’ tulp liggen toch echt in het verre oosten, in de bergen van Kazachstan. Rond 1593 kwam de eerste tulp via Perzië, Turkije, Antwerpen naar Nederland. In de Gouden Eeuw ontstond in Holland een ware tulpenmanie. Deze tulpengekte dreef de prijzen op tot exorbitante hoogte, een tulpenbol kon op zijn hoogtepunt evenveel opbrengen als een statig grachtenpand of zijn gewicht in goud waard zijn. Zo snel als de rage zich ontwikkelde, zo abrupt kwam er ook weer een eind aan, en veel bollenspeculanten bleven berooid achter. Na deze tulpenzeepbel – door economen de eerste bubbel in de wereldgeschiedenis genoemd – herstelde de handel zich. Nu is de tulp, samen met kaas, Delfts blauw, molens en dijken hét handelsmerk van Holland.
Dat wij Nederlanders ook van tulpen houden, blijkt wel uit het grote aantal vaste klanten van Tulpen & Zo.‘ Onze klanten komen niet alleen uit Wassenaar, maar uit de hele regio. Toeristen komen hier nauwelijks. Het is eigenlijk altijd wel druk en dat zeven dagen in de week. Toen het in januari zo extreem koud was, bleef de verkoop achter. Maar op een dag als vandaag – secretaressedag – heb ik een extra grote afzet.´ Naast de bloemenschuur is een kleine, sfeervolle ruimte met accessoires. ‘Saskia en ik runnen het bedrijf samen, dat kan ook niet anders. Zij zorgt voor de gezelligheid, doet de inkoop van leuke vazen, materialen en bedenkt elke keer wat nieuws.’
Het hele jaar door actief
Als rond half mei het tulpenseizoen voorbij is, gaan Cees en Saskia meestal eerst even ontspannen. Daarna starten ze met de verkoop van pioenrozen en in augustus met zonnebloemen. ‘De zonnebloemen zaai ik hier op het veld. In het najaar verkopen we ook een grote diversiteit aan bloembollen. En in september beginnen we al met het planten van de eerste tulpenbollen voor het nieuwe seizoen. Zo zijn we het hele jaar bezig. Ik lever alleen aan consumenten, maar in de zomer verzorg ik voor een aantal kwekers kwaliteitscontrole en opslag van bloembollen die naar een Franse firma worden geëxporteerd.’ Ondanks dat Cees lange dagen maakt, bruist hij van energie. ‘Ik word weleens moe van mezelf’, zegt hij lachend. ‘Mijn dagen beginnen in het seizoen rond zes uur ’s ochtends. Maar ik houd van de ochtenden, vooral in het voorjaar: de opgaande zon, het verse groen en de vogels geven mij energie. Voordat de winkel om acht uur opengaat ben ik al twee uur aan het werk. Alleen op zondag ga ik van half negen tot tien 13,5 km hardlopen in de duinen en op het strand. De top van de duinopgang tussen Katwijk en Wassenaar met uitzicht over de zee, dát is mijn favoriete buitenplek.’
De toekomst
Natuurgebied Lentevreugd wordt in de loop van de jaren uitgebreid. Uiterlijk 1 januari 2027 zullen Cees, Saskia en moeder Overdevest de resterende grond aan de provincie verkopen, zo staat het in het contract dat ze met provincie Zuid-Holland hebben afgesloten. De beide huizen en de schuur blijven behouden. Zonde? ‘Nee ik heb er geen moeite mee. Onze twee meiden hebben geen interesse om het familiebedrijf voort te zetten. Ik houd van mijn werk en van tulpen, dus voorlopig werk ik nog wel even door. En daarna gaan wij genieten van het schitterende uitzicht vanuit ons huis.’ Cees benadert alles heel nuchter en bescheiden.
Ik neem afscheid, juist op het moment dat er een paar dames arriveren, die direct zijn aandacht opeisen. En Cees, die zegt natuurlijk geen nee, dus rent hij alweer heen en weer tussen de dames, de bloemenschuur en de kas.
Met een mooie bos witte papegaaientulpen ga ik naar huis. Deze week ga ik zeker nog terug, want in de kas heb ik een aantal kisten met prachtige, feloranje tulpen gezien. Die mogen niet ontbreken op het bijzondere Oranjefeest dat ons 30 april te wachten staat.
© Manon van Schaik
Gespot in Wassenaar
In ‘Gespot in Wassenaar’ gaat Manon deze lente, zomer en herfst op zoek naar Wassenaarders met een favoriete buitenplek of bijzonder buitengevoel in Wassenaar. Een bekend stukje of juist een geheim stukje Wassenaar. Een buitengevoel of -plek waar anderen even van mogen meegenieten. Heeft u zelf een mooi verhaal bij een bijzondere plek of buitenbelevenis, stuur dan een mail naar info@wassenaarders.nl.
