Wassenaar – Terwijl de zon zich van zijn beste kant laat zien en de Kikkervalleien een kleine duizend bezoekers trekken, reikt GroenLinks zijn groene lintje uit aan Dunea. “De duinen ontlenen hun rijke en gevarieerde flora en fauna voor een belangrijk deel aan de inzet van Dunea”, zegt Antoon Claassen, fractievoorzitter van GroenLinks. “Daarvoor bedanken wij het waterleidingbedrijf en stimuleren Dunea om het natuuronderhoud de plaats te geven die het verdient.” Tegelijkertijd speldt de GroenLinks-voorman duinwachter Jan Twigt een groen lintje op en biedt de groene partij de bezoekers een verantwoorde Hollandse appel aan.
Natura-2000
Zondag opende Dunea om elf uur ’s ochtends de Kikkervalleien voor het publiek, dat in groten getale toestroomde, terwijl de zon langzaam door het wolkendek brak. De bezoekers, die één keer per jar de valeien in kunnen, vielen midden in het eerbetoon van Dunea. “Nog maar enkele jaren geleden protesteerde half Wassenaar tegen het waterleidingbedrijf, dat met grote machines de duinen introk om het voedselrijke slib weg te schrapen”, memoreerde Antoon Claassen. “Niet voor iedereen bleek de reden ervan helder, maar heden kan iedereen het resultaat zien: een rijk geschakeerde en ruim gevarieerde flora.” Sinds 18 juni j.l. is het duingebied eveneens officieel tot Natura-2000 verklaard en behoort het tot het Europees Netwerk Natuurgebieden – een mooie opsteker voor Dunea. Wassenaar en de wijde omtrek kunnen trots zijn op hun natuur. “De stuifkuilen en zandverstuivingen, enkele jaren geleden in de Wassenaarse Raad betiteld als Afghaans oorlogsgebied, zijn inmiddels ware juweeltjes en vormen een geheel met de begroeiing”, besluit Antoon Claassen.
Van zandhagedis tot orchidee
Het publiek, een appel in de hand, trekt de Kikkervalleien in om te genieten van alle rijkdom. Een zandhagedis, met z’n groene buik, schiet over het zand, achtervolgt door enkele glunderende bezoekers met hun camera in aanslag. In de boomtoppen verderop kijken de aalscholvers nederig neer op hen neer, terwijl de paars gekleurde orchideeën met hun twintig centimeter hoog boven de voornamelijk lage begroeiing uit tronen. Van het lila stalkruid tot de gele leeuwenbekjes, die ook in de zanderige wegbermen hun kop fier opsteken. Duinwachter Jan Twigt leidt de bezoekers naar de meest bijzondere plekjes, geeft uitleg over de werking van de infiltratieplassen voor de waterwinning en de kwelplasjes die de natte natuur een handje helpen, zoals de rijk geurende munt op haar oevers.
Vandaag aaibaar, morgen verdoemd
Fotoborden wijzen op de de tapuit en de duinpieper, die hier voorkomen naast de vos en de ree. Twee viervoeters – vandaag aaibaar, morgen verdoemd, omdat ze een kip uit het dorp halen of al te gulzig van de rozenblaadjes snoepen. “Het ís hun natuur”, onderstreept Jan Twigt, “al weten wij mensen daar niet altijd evengoed raad mee. Het hoort er wel bij.” Traag glijdt de middag voorbij en keren de bezoekers te voet of op de fiets huiswaarts, terwijl de uitbundig bloeiende flier ons zijn geuren nastuurt.