Wassenaar – In het Louwman Museum in Den Haag vindt vanaf 8 juli tot en met 4 september 2016 de expositie ‘Rijkspolitie Porsches’ plaats. Het museum toont dertien verschillende modellen en uitvoeringen van de Porsches die de rijkspolitie tussen 1962 en 1996 in gebruik had. Het is voor het eerst dat alle modellen gezamenlijk worden geëxposeerd.
Porsche loopt als een rode draad door de beginjaren van de Verkeerspolitie. De Porsche is geschikt voor de nieuwe taak waarvoor de Verkeerspolitie begin jaren zestig staat: het inhalend verkeerstoezicht. Het aantal auto’s is in de jaren vijftig enorm gestegen, net als het aantal verkeersslachtoffers dat op de ongeveer 500 kilometer autosnelweg te betreuren valt. Maatregelen zijn dringend noodzakelijk, vindt de overheid. Om het toezicht te verbeteren zijn meer verkeersdeskundige agenten en een efficiëntere werkwijze nodig. Voor een proef mag politiechef luitenant Kees Vogel in Stuttgart één Porsche bestellen. In november 1960 neemt hij samen met een collega bij Porsche in Stuttgart-Zuffenhausen de eerste Porsche 356 B Cabriolet voor de rijkspolitie in ontvangst, à raison van 17.600 gulden. Als de minister van Justitie eind 1962 groen licht geeft en de Sectie Bijzondere Verkeerstaken officieel wordt, bestelt Vogel onmiddellijk twaalf extra cabrio’s. Het zijn de beginjaren van een dienst die later wordt omgedoopt in Surveillance Auto Snelwegen (SAS) – in de volksmond ook wel Porschegroep genoemd.
Voor de supervisie op de snelwegen introduceert de SAS een totaal nieuwe methode. Opvallen en opvoeden is het streven. Zowel de Porsches als de inzittenden met hun witte tunieken en ‘pothelmpjes’ trekken de aandacht. Maar dat is niet de enige reden waarom de Verkeerspolitie juist voor Porsche kiest. De auto’s stralen kracht, degelijkheid en betrouwbaarheid uit. Die eigenschappen komen goed van pas bij het ‘inhalend surveilleren’, een manier van werken die in het West-Duitse Nordrhein-Westfalen al werd gepraktiseerd. Door zo’n twintig kilometer sneller te rijden dan de rest van het verkeer, lijkt de politie overal te zijn. Een geopende kap is onder alle weersomstandigheden een ‘heilig moeten’. Dicht rijden wordt afgekocht met een rondje koek voor de collega’s. De surveillanten gaan altijd onberispelijk gekleed, ongeacht de buitentemperatuur. Een overhemd met korte mouwen of je helm even af? Ondenkbaar. Als je wordt betrapt, komt je dat op een berisping van je commandant te staan.
Inhalend verkeerstoezicht
Het belangrijkste visitekaartje van de SAS is het contact met de verkeersdeelnemers. De snelweg is een nieuw verschijnsel en de weggebruiker is er nog niet aan gewend, laat staan voor opgeleid. Pas vanaf 1964 rijden CBR-kandidaten bij het examen ook buiten de bebouwde kom, maar in grote delen van Nederland is een snelweg dan nog een unicum.
De Porsche is het ideale gereedschap voor de nieuwe taak waarvoor de Sectie Bijzondere Verkeerstaken staat: het inhalend verkeerstoezicht. Daarbij wordt vaak corrigerend, maar ook verbaliserend opgetreden. Bij files langs het nog matrixbord-loze wegennet kun je in een Porsche rechtop staan, urenlang achteruit rijden, het verkeer vanuit de rijdende auto regelen en door de open kap letterlijk onraad ruiken. De Porsches dragen niet alleen bij aan een veiliger snelwegennet, maar zorgen ook voor een positiever imago van de politie. Als een agent met z’n Porsche iemand aan de kant zet, is er meteen ontzag. Een diender die uit zo’n auto stapt, heeft wat in zijn mars; die wéét het. Agenten worden met regelmaat hartelijk bedankt als ze een bekeuring uitschrijven.
De luchtgekoelde Porsches zijn bijna onverwoestbaar; met geen enkele auto kun je doen wat je met die auto kunt doen. Snel zijn ze ook. Daarom mogen de eerste jaren alleen agenten met een ‘groot verantwoordelijkheidsgevoel’ in Porsches rijden, getrouwd en met minimaal een kind. Uitverkoren agenten moeten ook rijervaring hebben, verkeersinzicht en vanzelfsprekend beschikken over een goede lichamelijke conditie. Ook een uitgebreid psychologisch onderzoek maakt deel uit van de selectieprocedure. De bemanning heeft zijn ‘eigen’ auto en pampert die tot op het bot. Een dienst duurt twee dagen; de dienders slapen ’s nachts in hotels langs de snelweg. Een deel van de uitgediende Porsches komt ietwat moegestreden via de Dienst Domeinen in handen van particulieren. Die maken er vervolgens weer eerzame burgerwagens van, hoewel deze exercitie meestal niet succesvol is. Want ondanks alle inspanningen om de auto terug te bouwen tot een gewone sportwagen, ontmaskert de kenner een ex AVD-911 onmiddellijk. Het Engelse rechter portier met een buitenspiegel die dichter naar de bijrijder is gebracht voor een beter zicht naar achteren, is typisch voor een Rijkspolitie-Porsche. Het dashboard is meestal onherstelbaar beschadigd door de extra schakelaars, knoppen en verbindingsapparatuur. Ook blijven de gaten van de zwiep-antenne voor de mobilofoon op het linker voorscherm, de roeptoeter en het stopbord aan de achterzijde en het zwaailicht op de Targabeugel meestal voor eeuwig zichtbaar.
Discussies
De laatste tien 356 C Cabriolets worden in 1966 aan de politie geleverd. Saillant detail is dat de productie door Porsche dat jaar nog even wordt hervat om die 356’s voor de verkeersdienst te bouwen terwijl de fabricage al in april 1965 is gestopt ten faveure van de 911. Daarna komen de eerste Porsches 911 naar Driebergen. Het zijn 2.0 liter Targa’s, in eerste instantie nog met een uitritsbare achterruit. De verkeersdienst groeit in de loop der jaren met de grootte van de Porsche-motor mee: van de 2.2 en 2.4 modellen naar het G-model met de 2.7 liter motor in 1974. Daarna verschijnt vanaf 1978 de 3.0 SC en in 1984 de 3.2 Carrera Targa met 231 pk. De 964 Carrera 2 met een 3.6 liter motor verschijnt in 1990, in eerste instantie alleen als Targa, maar later ook als Cabriolet. Naast de 911 Targa en Cabriolet rijden de witte muizen ook in de 912 Targa, 914/4, 914/6 en als (mislukte) proef in een watergekoelde 924 met een hoogst exclusieve T-roof.
Maar begin jaren negentig zijn in politiek Den Haag discussies gestart over het nut van het snelle dienstvoertuig. Een Porsche is helemaal niet meer nodig of handig, meent de politiek. Door de jaren heen is de taak verschoven van verkeershandhaving pur sang naar opsporing in de breedste zin van het woord. Boefjes op alle niveaus verplaatsen zich immers vroeg of laat een keer over de snelweg, is de filosofie. De ruimte om criminelen te vervoeren is daarbij belangrijker dan hoge topsnelheden. Sinds de komst van matrixborden hoeven de agenten ook niet meer langdurig achteruit te rijden om de staart van een file te beveiligen, iets waar de luchtgekoelde motor zo geschikt voor was. Bovendien heeft Porsche een duur imago; het kabinet Lubbers moet bezuinigen. Ondanks dat de praktijk leert dat zijn opvolger, de Mercedes-Benz 190E, onder de streep nauwelijks goedkoper is, is de Mercedes-Benz politiek beter verkoopbaar. De Alex 82, één van de laatste 964 Carrera 2 Cabriolets, rijdt na zijn laatste dienstrit in 1996 regelrecht het Politie Museum in. De Nederlandse importeur Pon heeft de Verkeerspolitie in totaal 507 Porsches geleverd, waarmee het tot de dag van vandaag de grootste fleetowner is in de geschiedenis van Porsche.
Porsche vervangers
Er zijn maar weinig Europese automerken waarmee de Verkeerspolitie niet heeft geëxperimenteerd. Auto-importeurs zijn er dan ook zeer op gebrand om deze tak van dienst auto’s te verkopen. Want met enige jaloezie beziet de concurrentie het voordeel dat de Porsche-importeur behaalt met de politie-inzet van hun merk. Niet zozeer draait dat om de aantallen, maar wel om het positieve aura dat als een warme deken om het merk hangt. Voor de snelle opvallende surveillance worden potentiële Porschevervangers getest, hoewel dat testen met maar weinig enthousiasme gebeurt. Modellen als de Alfa Romeo 2.0 Spider en Fiat 124 Abarth Spider uit Italië, de Britse Triumph TR6 en de Citroën DS Chapron Cabriolet uit Frankrijk gaan even snel als ze komen. BMW denkt in 1984 een voet tussen de deur te hebben met de levering van twintig 323i’s uit de E30 serie. Maar ondanks technische aanpassingen – onder andere aan bak en koeling – strandt BMW letterlijk en figuurlijk. De 3 Series krijgen van de gebruikers de weinig vleiende bijnaam ‘Klote Karren Zonder Vooruitzicht’ mee, een vrije interpretatie van de kentekenserie KK-ZV. Achteraf wil een enkeling wel toegegeven dat de BMW’s kapot móesten ten faveure van de Porsche. Nederland schrikt als media melden dat de AVD vanwege de bezuinigingen de Citroën 2CV6 als surveillancewagen gaat gebruiken. De datum is 1 april…
Rijdende werkplaats
Een auto die het wél redt bij de verkeersgroep, is de Range Rover waar de AVD er in 1975 voor het eerst een aantal bestelt. De auto’s worden ingezet bij de Basis Surveillance Groep op de autosnelwegen, een club politiemensen die zich vooral bezig houdt met controles op zwaar vrachtverkeer en ongeval afhandeling. De voertuigen rijden met name in Midden-Nederland en moeten daar de in gebruik zijnde Hanomag bestelbusjes vervangen. Die vervanging is hard nodig. Voor de afhandeling van een verkeersongeval voldoet de Duitse bestelauto uitstekend, maar voor de surveillancetaak op de autosnelweg is hij levensgevaarlijk traag. Daarom zoekt de B.S.G. naar een voertuig dat voldoende sterk is voor het veilig en snel vervoeren van twee politiemensen en die ook nog kan dienen als een soort rijdende werkplaats. De auto is onder meer uitgerust met een EHBO-kist, schijnwerpers, afzettingsmateriaal en fotoapparatuur voor het vastleggen van ongeval situaties. Maar daarmee is de bagageruimte nog niet vol. Hij heeft ook een uitrusting voor het verwijderen van obstakels, zoals een lier, en een slijptol voor het bevrijden van bekneld geraakte automobilisten. De achtcilinder van de nieuwe vierwiel aangedreven Range Rover is dermate sterk, dat zelfs gestrande trucks ermee weg zijn te slepen. De Range Rover is na de 911 de meest geliefde auto van de snelweg-agenten. Een exact aantal van de Range Rovers in overheidsdienst is niet bekend, maar British Leyland Nederland in Gouda heeft er naar schatting zo’n negentig tot honderd geleverd. Net als de Porsche struikelt ook deze Brit over de kosten. De Range Rover ruimt begin jaren negentig het veld ten faveure van de Volkswagen Passat Variant. Op LPG, want dat is lekker economisch en politiek beter te verdedigen.
Cultureel erfgoed
Sinds een paar jaar krijgen autoliefhebbers in de gaten dat politieversies tot het cultureel erfgoed van Nederland behoren. Er is een levendige zoektocht ontstaan naar originele RP-auto’s die – eenmaal gevonden – worden teruggebouwd naar de staat van toen. Inmiddels zijn er vele Porsches bekend die er weer bijstaan alsof ze morgen dienst kunnen doen, zoals de prachtige auto’s van particuliere verzamelaars Chris Kruizinga en Jeroen Kuppers én van Porsche Centrum Gelderland en het Nederlands Veiligheidsinstituut. Ook heeft een klein aantal Range Rovers de zware overheidsinzet overleefd en zijn originele BMW-motoren van het KLPD uit de dood herrezen. De eigenaren krijgen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu zelfs een ontheffing om het blauwe zwaailicht op het voertuig te hebben, dat overigens niet mag werken. Er zijn al meer dan veertig van deze ontheffingen in omloop. Ze mogen ook met de striping en het opschrift ‘Rijkspolitie’ rijden omdat deze politietrim in tegenstelling tot de huidige Dumbar-striping niet auteursrechtelijk is beschermd en het Korps Rijkspolitie na een reorganisatie in 1993 niet meer bestaat. De voormalige politievoertuigen zijn graag geziene gasten op auto-evenementen en feesten en partijen. Waarbij iedereen even achter het stuur wil zitten, want nostalgie is leuk.