Skip to content
Afbeelding ter illustratie. Fotocredit: Dunea

Dunea: 20 jaar plantonderzoek in de duinen

28 januari 20224 minute read

Veel bijzondere plantensoorten zijn teruggekeerd of stabiel gebleven. Dat blijkt na twintig jaar monitoring van 95 aandachtsoorten in de Zuid-Hollandse duingebieden. Over 75 daarvan is onlangs rapport opgemaakt. Het gaat dus goed met de biodiversiteit in de duinen! Dunea’s landschapsecoloog Harrie van der Hagen leidt dit veldonderzoek al vanaf het begin, samen met een groep trouwe vrijwilligers. “We doen er alles aan om soorten te behouden en genieten van dit werk.”

Het behoud van biodiversiteit staat hoog op de agenda van drinkwaterbedrijf en natuurbeheerder Dunea. De waterwingebieden Meijendel, Solleveld en Berkheide zijn bijzonder waardevol en rijk aan biodiversiteit. Op zo’n 2.400 hectare komt ongeveer 60% van alle soorten van Nederland voor. Er zijn bijna 7000 soorten geteld in Nationaal Park Hollandse Duinen. Daartussen zitten ook aandachtsoorten, veelal met een beschermde status; de Landelijk Meetnet Flora-aandachtsoorten (LMF-a).

Natuurwaarde behouden voor de toekomst
Dunea is er trots op om deze schatkamer van biodiversiteit te mogen beschermen en achten het monitoren van deze soorten van groot belang. Dat blijkt ook uit de toewijding waarmee het LMF-a-onderzoek nu al twintig jaar lang wordt uitgevoerd. “Het is belangrijk om te weten of het goed gaat met de duingebieden, vanwege klimaatverandering, stikstofneerslag en bevolkingsgroei in de regio,” verklaart Harrie van der Hagen. “Je wilt de natuurwaarde van planten behouden voor de toekomst, juist in deze sterk geïndustrialiseerde wereld. Wist je bijvoorbeeld dat veel medicijnen zijn geënt op stoffen uit plant- en diersoorten? Het is onze plicht om te zorgen voor hun voortbestaan op de lange termijn.”

Deskundige vrijwilligers
Tellingen van planten en dieren doet Dunea samen met een groep van zo’n 300 enthousiaste vrijwilligers. Voor het LMF-a-onderzoek gaan er jaarlijks 25 op pad met plattegrond en telgereedschap. Ze volgen dan een vaste looproute binnen elk kilometervlak duingebied, waarvan er 42 zijn. Op basis van tellingen rekenen plantenonderzoekers van FLORON uit welke plantensoorten nieuw zijn verschenen, toegenomen zijn, stabiel zijn gebleven of zijn afgenomen. En in welk gebied.
“Zonder deze vrijwilligers was zo’n breed en langlopend onderzoek niet mogelijk geweest,” vertelt Van der Hagen. “Het zijn mensen met een enorme fascinatie voor de natuur; die van buitenwerk houden. Ze hebben vaak al een grote soortenkennis en de meesten zijn aangesloten bij de KNNV. Het is heel bijzonder om met elkaar soorten te ontdekken en die verrassingen met elkaar te delen.”

Van 2 naar 50 hectare
De tellingen geven belangrijke inzichten. Van der Hagen: “In de eerste plaats weten we dat bijzondere plantensoorten weer zijn teruggekeerd. Oeverkruid is na 85 jaar weer gesignaleerd en Dwergbloem weer voor het eerst in 185 jaar. Soorten hebben letterlijk meer de ruimte gekregen. De vochtige duinvalleien zijn vanaf 1997 uitgebreid van 2 naar 50 hectare! Daarnaast zien we in elk van onze drie duingebieden dat soorten zijn toegenomen of stabiel zijn gebleven.”

De meeste verbeteringen zijn het directe resultaat van ingrepen in natuurbeheer, uitgevoerd door Dunea. Dat geldt bijvoorbeeld voor het omzetten van delen van infiltratieplassen naar natte duinvalleien en het schoonmaken van bestaande valleien, na afstemming met de provincie Zuid-Holland. “Ook hebben we doelbewust ingezet op verstuiving, om verjonging van het duingebied te realiseren”, vertelt Van der Hagen. “Hiermee hebben we kansen gecreëerd voor planten die horen bij een vroeg stadium in de ontwikkeling van het duin.”

Inzet en hoop
Ondanks alle inspanningen heb je als beheerder niet overal invloed op. Het Rozenkransje bijvoorbeeld is de afgelopen jaren sterk afgenomen. Dit is een noordelijke soort die van een koude omgeving houdt en het juist door klimaatverandering moeilijk heeft. Het Rozenkransje komt in Nederland nog maar op een paar plaatsen voor, waaronder Meijendel. Van der Hagen: “Samen met de Hortus in Leiden en Science4Nature doen we er alles aan om deze soort te redden, onder andere door de mannelijke en vrouwelijke plant te kruisen. Als dat toch niet uitpakt zoals we hopen, hebben we er in ieder geval wel alles aan gedaan om de soort voor ons gebied te behouden.”

Veel plantensoorten laten een toename zien of blijven stabiel over een lange periode. Het bewijst dat de inspanningen van Dunea goede resultaten opleveren, ondanks omgevingsfactoren die niet te beïnvloeden zijn. Het resultaat bewijst ook dat de betrokkenheid van vrijwilligers enorm is. Van der Hagen: “We zijn blij met de resultaten en zullen de komende jaren met dezelfde inzet blijven monitoren. Voor de komende jaren hebben zich al nieuwe vrijwilligers aangemeld. We kijken nu alweer uit naar de volgende ronde veldwerk!”

Tags

BiodiversiteitDuneaNatuurbeheerPlantonderzoekRegioWassenaar
Gerelateerde artikelen
Back To Top