Zes jaar geleden werden de eerste stappen gezet om een bloemen- en bijenrijk landschap te ontwikkelen in de Zuid-Hollandse regio rond Leiden, Zoetermeer en Alphen aan den Rijn. In 2015, 2018 en 2021 werd de bijenfauna onderzocht, zodat ontwikkelingen nu al zes jaar gevolgd worden. De bijenfauna blijkt zich op een meerderheid van de locaties verder ontwikkeld te hebben.
In 2015 bundelden vele partijen hun krachten om het Groene Cirkel Bijenlandschap te ontwikkelen: de provincie Zuid-Holland, diverse gemeenten en andere overheden, terreinbeheerders, bedrijven, boeren, kennisinstituten en vrijwilligersorganisaties. Overal in de regio rond Leiden, Zoetermeer en Alphen aan den Rijn schoten projecten uit de grond waarbij men bij inrichting en beheer rekening hield met wilde bijen. Natuurgebieden en stedelijk groen werden bloemrijker, er werd nestelgelegenheid aangelegd, bermen werden anders gemaaid en bedrijventerreinen anders ingericht. In korte tijd werd het Bijenlandschap een begrip in de regio en nog steeds sluiten nieuwe deelnemers zich aan.
In 2015 is op meer dan 40 locaties in het Bijenlandschap een nulmeting uitgevoerd van de aanwezige bijenfauna. Deze meting is in 2018 en 2021 op dezelfde plekken volgens dezelfde methode herhaald, zodat een beeld ontstaat van de veranderingen in de bijenfauna.
De Elfenbaan in Zoeterwoude-Rijndijk. In 2020 zijn hier vele maatregelen genomen om het gebied natuurvriendelijker in te richten. Met succes voor de bijensoortenrijkdom, want reeds in 2021 is deze hier gegroeid van 7 naar 17 soorten. Dit belooft wat voor de toekomst!
Versteviging bijenfauna
Al in de eerste drie jaar werd een toename in soortenrijkdom van 34 % vastgesteld. In 2021 bleek dat de totale soortenrijkdom in het gehele Bijenlandschap weliswaar niet verder is gestegen, maar wel dat op circa tweederde van de afzonderlijke locaties de soortenrijkdom verder is gegroeid. Ook het gemiddelde soortenaantal per locatie is opnieuw toegenomen. Deze resultaten laten zien dat de bijenfauna in het Bijenlandschap zich verder heeft ontwikkeld en ‘steviger’ is geworden.
Van twee doelsoorten van het Bijenlandschap is vastgesteld dat zij zich hebben uitgebreid in de regio: de weidebij en de geelstaartklaverzandbij, twee Rode-Lijstsoorten van bloemrijke landschappen. Twee andere doelsoorten zijn stabiel aanwezig. De overige vier doelsoorten staan nog op de verlanglijst voor de toekomst. Andere bijzondere bijensoorten die zich in 2021 voort het eerst in het Bijenlandschap hebben laten zien, zijn de gebandeerde dwergzandbij, de kleine lookmaskerbij en de kattenstaartdikpoot.
Niet achterover leunen
De ontwikkeling van het Bijenlandschap heeft al veel moois gebracht. Toch blijft er nog genoeg te wensen over. Er zijn bijvoorbeeld plekken waar nog geen vooruitgang te bespeuren is en vier van de acht doelsoorten hebben zich nog niet in de regio gevestigd. Bovendien vraagt het voortdurend goed beheer om de gebieden geschikt te houden voor de bijen die er nu leven. De mooie resultaten tot nu toe moeten dus vooral een aansporing zijn om het Bijenlandschap ook in de komende jaren verder te blijven ontwikkelen! Iedereen in de regio kan daar aan meedoen. Inspiratie is te inden op: Bijenlandschap.nl.