Een exemplaar van de oehoe, een van de grootste uilen ter wereld, gaat een Naturalis-medewerker vrijdag 18 augustus onderzoeken en wetenschappelijk opzetten. Het museumpubliek kan live meekijken hoe het prepareren van deze uil met een spanwijdte van 1,8 meter in zijn werk gaat.
De oehoe (Bubo bubo) is een opvallende verschijning met roestbruin gekleurde veren, een massief lichaam, opvallende, 8 cm lange oorpluimen, en grote oranje ogen. Afgelopen juni is in Winterswijk zo’n oehoe gevonden, die slachtoffer was van een verkeersongeval. Komende vrijdag kan iedereen meekijken hoe de uil in de museumzaal LiveScience van Naturalis wordt opgezet.
Krachtige klauwen
In Nederland zijn slechts 80 broedparen van de oehoe bekend, waardoor de kans op een vondst klein is. Wat deze vondst extra bijzonder maakt is dat de oehoe in zijn krachtige klauwen nog een prooi vast hield, namelijk een houtduif (Columba palumbus). Naturalis-preparateur Becky Desjardins zal de oehoe met zijn prooi onderzoeken, om vervolgens de oehoe wetenschappelijk op te zetten. Daarmee is dit exemplaar de eerste oehoe in ruim 12 jaar tijd die aan de wetenschappelijke collectie van Naturalis toegevoegd zal worden.
Voordat Desjardins aan het opzetten van de uil begint, zal ze gegevens verzamelen over het dier, zoals de lengte, het gewicht, en geslacht. Aan de hand van de geslachtsorganen zal ze een schatting maken van de leeftijd van het dier. Ook zal ze de maaginhoud onderzoeken, en een stukje weefsel afnemen voor DNA-onderzoek. Het verenkleed wordt uitgepluisd op parasieten, want Naturalis is er voor álle soorten.
Vereeuwigd
Het museumpubliek kan live meekijken hoe Desjardins de oehoe ontdoet van al zijn organen, en de huid als een soort jasje uittrekt. De los geprepareerde huid zal ze vullen met watten, om de oehoe op te zetten tot balg. Wanneer ze helemaal klaar is wordt de oehoe gedurende een paar weken gedroogd, om vervolgens via de ontsmettingsvriezer in de collectietoren te belanden.
“Oehoes zijn sinds kort verspreid in Nederland te vinden”, vertelt preparateur Desjardins. “We zijn daarom erg benieuwd naar het leven van deze uilensoort. We hopen erachter te komen wat dit individu heeft gegeten, en of die gezond was”, legt ze uit. Eenmaal geprepareerd krijgt de oehoe een plekje in de collectietoren van Naturalis, vereeuwigd voor wetenschappelijk onderzoek.