Gisteren bracht de Stichting voor Inclusie en Discriminatiebestrijding (Stichting iDb) in samenwerking met partners politie-Eenheid Den Haag en Discriminatie.nl/Den Haag de Monitor Discriminatie Haaglanden en Hollands Midden 2023 uit. De gegevens in de monitor bieden inzicht in de omvang en aard van de voorvallen en incidenten die Stichting iDb, Politie-eenheid Den Haag, Discriminatie.nl/Den Haag (voorheen Den Haag Meldt) en het College voor de Rechten van de Mens afgelopen jaar hebben geregistreerd.
In 2023 hebben zij samen in totaal 1.827 gevallen geregistreerd over ervaren en gesignaleerde discriminatie, een forse stijging (20%) ten opzichte van het totaal van 2022. Dit sluit aan bij een landelijke trend: zowel bij de landelijke Politie als bij de antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) werden in 2023 meer incidenten en voorvallen geregistreerd.
Verschillen tussen landelijke en regionale cijfers
Er zijn verschillen tussen landelijke cijfers en de cijfers die betrekking hebben op de regio’s Haaglanden en Hollands Midden. Zo registreerden de ADV’s in Haaglanden en Hollands Midden in 2023 relatief minder meldingen over discriminatie op basis van herkomst/huidskleur en seksuele gerichtheid/identiteit en meer op niet-wettelijke gronden.
Kijken we naar de meldingen bij de Politie, dan valt ook iets op: discriminatie op grond van seksuele gerichtheid is bij de Politie al jaren de op één na meest geregistreerde discriminatiegrond (rondom 38% van het totaal), terwijl de verdeling bij de ADV sterk kan variëren (tussen 4 en 8 % van alle registraties). Ook is het opvallend dat personen die antisemitisme willen melden in de regio dat vooral doen bij de Politie, terwijl discriminatie op grond van handicap, geslacht en leeftijd vooral bij de ADV’s wordt gemeld.
Vergroten van de betrouwbaarheid van de cijfers
In de Monitor Discriminatie Haaglanden en Hollands Midden 2023 wordt aandacht gevraagd voor twee punten die van belang zijn voor de gewenste vergroting van de betrouwbaarheid van de cijfers. Het eerste punt gaat over de eerder genoemde toename van meldingen van ervaren discriminatie op niet-wettelijke gronden, waarbij sommige meldingen gebaseerd zijn op intuïtieve oordelen en andere op oordelen over onrechtvaardigheid. Beide categorieën worden serieus genomen, maar meldingen gebaseerd op oordelen vormen een uitdaging voor wetgevers en organisaties die zich bezighouden met discriminatiebestrijding.
Het tweede punt betreft de categorisering van discriminatie op grond van herkomst/huidskleur, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen risicomijdende discriminatie en aversieve discriminatie. Dit heeft gevolgen voor de informatiepositie van instanties en de kwaliteit van de opvang en ondersteuning van slachtoffers. Met name ADV’s zullen manieren moeten zoeken om deze te verbeteren.
Aanbevelingen
In de Monitor worden meer aanbevelingen gedaan. Personen die discriminatie of andere ingrijpende voorvallen meemaken, hebben vaak de neiging om hun ervaring te delen met iemand die ze vertrouwen, zoals een naaste, een sleutelfiguur binnen de gemeenschap, of een bekende professional bij een maatschappelijke organisatie. Tot nu toe is dit hulpzoekgedrag niet voldoende betrokken bij initiatieven van ADV’s en de Politie om de meldingsbereidheid te vergroten.
De samenwerking tussen instanties die discriminatie bestrijden en personen die dicht bij de melders staan, moet meer aandacht krijgen om een goede eerste opvang te garanderen. Ook is Stichting iDb voorstander van het intensiveren van de samenwerking tussen de Politie en de ADV’s. In 2023 zijn afspraken gemaakt over de bijdrage van de ADV’s aan programma’s om de deskundigheid van functionarissen van de Politie te bevorderen.
De monitor kan worden gedownload via de website www.stichtingidb.nl.