De jaren zeventig van de vorige eeuw. Ik zat op het Bonaventura college in Leiden. Ik vervoerde mijn schoolspullen in een versleten rugzakje met de naam ‘pukkel’. De broekspijpen waren erg breed en de jongens hadden allemaal lang haar. Mijn broer maakte een scène die straten verder nog te horen was. Moeder stuurde hem nu definitief en zonder tegenspraak naar de kapper.

Een akelige herinnering is de verloren WK finale tegen Duitsland in 1974. Nederland speelde betoverend voetbal en toch verloren we. Het doet nog steeds pijn.
In de finale maakte Wim Jansen een overtreding op Hölzenbein die een penalty opleverde en West-Duitsland werd wereldkampioen. De discussie kwam later op gang. Na een duel in de competitie stond er bij de kleedkamerdeur een journalist van Bild-Zeiting en die zei: “ik heb nu precies gezien hoe jij dat doet.” Hij had het idee dat Hölzenbein de voet van de tegenstander zocht, zijn been inhaakte en zich vervolgens liet vallen. Later heeft Hölzenbein verklaard dat hij zich tegen Nederland inderdaad liet vallen.
In dezelfde jaren zeventig zei Rinus Michels: ‘Voetbal is oorlog.’ Opmerkelijk. Voetbal is toch maar een spelletje?
Tweeduizendvijfentwintig: Schreeuwende ouders langs de lijn bij een potje van 7 jarigen op zaterdagochtend. ‘Uit voor hún?! Kom óp, scheids.’ ‘Kom op dan!’ ‘Opletten!’ ‘Hoe kan je die nou missen?’. ‘Já, díé is voor jou. Gaan nu. Gáán nu. Gáán! Gáán!!!!’
Nog een herinnering uit de jaren zeventig. Hoe ik met mijn vriendjes voetbalde op het veldje bij ons voor de deur. Niemand die langs de kant stond te schreeuwen. Het was maar een spelletje. Een dierbare jeugdherinnering. Sire maakte al eens de campagne: ‘Geef kinderen hun spel terug’. Ik gun ieder kind heerlijke jeugdherinneringen waarin voetbal maar een spelletje is.
Pastoor Rochus Franken









