De gemeente wil ht koffiehuisje aan de Buurtweg niet verkopen aan de beoogde koper. Dat blijkt uit een informatiebrief van de gemeente Wassenaar. In de informatiebrief stelt de gemeente Wassenaar dat de aanvraag van de beoogd koper niet past binnen het bestemmingsplan en de verleende vergunning. Het blijkt dat een quick scan is uitgevoerd op het plan van de beoogd koper waarbij is getoetst op erfgoed, natuur, landschap, verkeer en stedebouwkundige aspecten.
Het college geeft in de brief aan ‘geen enkele mogelijkheid’ te zien om het verkoopproces met de beoogd koper verder te doorlopen. Om die reden, zo schrijft het college, zal koper nummer twee uit de selectieprocedure worden benaderd voor een mogelijke verkoop aan die partij. Het is niet bekend welke partij als nummer twee in de selectieprocedure was geëindigd en nu kennelijk in beeld is om het koffiehuisje te kopen. Volgens het Leidsch Dagblad is prins Pieter Christiaan één van de vijf potentiële kopers. Ook Luc Blok van ijssalon Luciano was één van de gegadigden. Maar het blijft vooralsnog ongewis met welke partij de gemeente nu in conclaaf wil gaan.
Dossier koffiehuisje
Het dossier Koffiehuisje loopt al wat langer en zorgt geregeld voor ongemak. Nog in 2018 wekte de gemeente Wassenaar verwachtingen bij ijssalonhouder Luc Blok die het koffiehuisje mogelijk kon gaan huren. Echter, onverwachts besloot de gemeente het koffiehuisje eerst te restaureren en daarna te verkopen. Ook zijn er in het verleden procedurele fouten gemaakt, die door de gemeente Wassenaar worden erkend in voornoemde informatiebrief. Zo was een in 2018 verleende omgevingsvergunning voor de nieuwe plek aan de Buurtweg van het koffiehuisje niet correct bekend gemaakt in de Staatscourant, waardoor bezwaarmakers niet in beroep konden. Inmiddels is die fout hersteld: niemand ging in beroep en de vergunning is onherroepelijk. Een andere fout is dat de gemeente bij de verkoop ook het gebruik van een terras bij het koffiehuisje betrok.
Volgens het huidige bestemmingsplan mag een terras helemaal niet. Deze fout moet nog worden hersteld, zo blijkt uit de informatiebrief: ‘De in 2018 afgegeven omgevingsvergunning betrof de verplaatsing van het koffiehuisje en de bouw van de inmiddels gerealiseerde berging en het toiletgebouw. De verplaatsing van de
terrasfunctie is niet mee vergund, terwijl dit aspect wel is benoemd in het verkoopproces.’ De gemeente Wassenaar moet daarom een ruimtelijk besluit nemen om ofwel af te wijken van de regels van het huidige bestemmingsplan (‘groen’, red.) ofwel om het bestemmingsplan te wijzigen. Dit kan, zo stelt het college, door middel van een omgevingsvergunning of door middel van een bestemmingsplanwijziging. Daartoe dient een inrichtingsplan te worden gemaakt welke een toekomst vaste uitwerking moet hebben, met de bestemming ‘lichte horeca, ruimte voor een terras en respect voor onder andere het erfgoed, natuur, landschap. Door dit traject te doorlopen voldoet de gemeente Wassenaar aan de uitgangspunten van het verkoopproces. Ook gaat de gemeente Wassenaar in gesprek met buurtvereniging Binnen Klingen. De afronding van de restauratie van het koffiehuisje wordt voorzien in november 2021.
Mogelijk gerechtelijke procedure
Intussen is de beoogd koper, de heer Smulders van stoeterij In ’t Groene Hout, op z’n zachtst gezegd niet blij. ‘Kun je met de gemeente afspraken maken’, vraagt hij zich af. HIj stelt dat het koffiehuisje ’tot op de dag van vandaag’ niet de bestemming ‘Lichte Horeca’ heeft en zegt te zijn misleid door de gemeente Wassenaar.
“Ik heb een mooi plan gemaakt om het bijzondere Koffiehuisje nieuw leven in te blazen. In de competitie werd mijn plan nota bene als beste aangemerkt door de gemeente. Daar was ik zeer verguld mee en blijkens de woorden van wethouder Schokker de gemeente Wassenaar ook. Er wordt een fijne gastvrije plek gemaakt.”
Smulders meldt dat hij veel enthousiaste steunbetuigingen heeft ontvangen. “Ik zou dolgraag dit alles realiseren omdat op die manier iets fraais en unieks voor Wassenaar op een goede wijze behouden wordt. Tot mijn verbijstering veranderde de gemeente tijdens de wedstrijd de spelregels waardoor ik nu via een inhoudelijk onjuiste en slordige brief tijdens mijn vakantie terzijde word gesteld. Dat is onaanvaardbaar.” Smulders stelt verder: “Van mijn kant kan ik nakomen en ik verwacht dat de gemeente dat ook doet.” Hij verzoekt de gemeente dat op de kortst mogelijke termijn te bevorderen ter voorkoming van verdere negatieve publiciteit en gerechtelijke procedures.
